woensdag 19 oktober 2011

Een CE-markering zegt bij machines in principe niets over de veiligheid ervan.




Dit stelt Martijn Drost van Pilz Nederland. “Veel ondernemers zijn hier niet van op de hoogte. Maar als er een ongeluk gebeurt, krijgt de ondernemer de boete en niet de fabrikant.”

Een werkgever heeft de plicht een veilige werkomgeving te creëren voor zijn medewerkers. “Dat is een inspanningsverplichting die is opgenomen in de Arbo-wet”, zegt Martijn Drost, senior safety consultant bij Pilz Nederland, dat is gespecialiseerd in het oplossen van veilige automatiseringsvraagstukken. “Voor een timmerfabrikant betekent dit onder meer dat de machinale in zijn bedrijf moet voldoen aan de vereiste veiligheidsvoorschriften.” Van deze zorgplicht is echter lang niet iedere ondernemer op de hoogte, stelt Drost.

Voor machines geldt dat deze moeten zijn voorzien van een CE-markering. “Hiermee geeft de machinefabrikant een veiligheidsgarantie af”, legt Drost uit. “De machine stoot bijvoorbeeld geen gevaarlijke gassen uit, brengt de gezondheid van de gebruiker niet in gevaar en levert geen gevaar op bij montage of demontage. Veel ondernemers denken dat het met een machine die is voorzien van een CE-markering, wel goed zit. Maar in de houtbewerkende industrie ligt dat een beetje anders. Een fabrikant mag aan een timmerfabrikant een CE-gemarkeerde machine leveren en niets aan veiligheid doen. Dat heeft te maken met het feit dat – in tegenstelling tot bijvoorbeeld speelgoed – de machine wordt geleverd aan een eindgebruiker in een professionele markt en dat van hem mag worden verwacht dat hij weet hoe hij veilig met de machine werkt. Want niet alles is te controleren en als je dat toch wilt doen, dan levert dat zoveel vertraging op dat er geen machine meer de fabriek uitkomt. Nu nemen de fabrikant en zijn klant de eindverantwoordelijkheid; de CE-markering fungeert als een soort paspoort waarmee een machine binnen Europa vrij kan worden verhandeld.” Bij sommige type machines (bijv. zaagmachines) dient er echter wel een keuring plaats te vinden, dan wordt de veiligheid wel geborgd.

Aantrekkelijke prijs
Dus een CE-markering hoeft niets te zeggen over veiligheid van een machine? “Met de meeste machines zit het wel goed”, zegt Drost. “Maar omdat er geen controle is, zijn niet alle machines veilig.” Dat voor deze machines kennelijk toch klandizie is te vinden, heeft volgens Drost vermoedelijk te maken met de aantrekkelijke prijs waarvoor ze worden aangeboden. “De prijsgevoelige houding van ondernemers begint echter te veranderen. Want als een volledig veilige machine bijvoorbeeld 15.000 euro kost en een niet geheel veilige machine 10.000 euro, maar je moet dan nog 10.000 euro investeren om die machine veilig te maken, dan is de keuze duidelijk.”
Aan die keuzehelderheid zal het bij ondernemers inderdaad niet liggen, maar wel aan het niet op de hoogte zijn van hun verantwoordelijkheden. Veel ondernemers denken namelijk dat een machinefabrikant verantwoordelijk is voor de veiligheid van een machine, aldus Drost. Hij wil dat misverstand uit de wereld helpen. “Het is namelijk de eindgebruiker – degene bij wie de machine in de werkplaats staat – die verantwoordelijk is. Dus als er een ongeluk gebeurt, krijgt híj de boete en niet de fabrikant.” Drost vermoedt dat 20 procent van de timmerfabrikanten geen weet heeft van het feit dat zij zelf deze verantwoordelijkheid dragen. “In het algemeen zijn negen van de tien ondernemers niet goed op de hoogte van de regels omtrent de CE-markering.”

Invloed
Drost stelt dat een timmerfabrikant bij de aanschaf van een nieuwe machine de nodige invloed kan uitoefenen op de veiligheidsnormen. “Het mooiste is dat hij met de machinefabrikant meekijkt gedurende de bouw van een machine en dan mede de lay-out kan bepalen. Want als zaken niet zijn vastgelegd in het inkoopcontract, heeft een ondernemer bij eventuele moeilijkheden vrijwel geen poot om op te staan.” Wanneer de machine wordt opgeleverd, is het aan de timmerfabrikant om alle veiligheidsvoorzieningen te controleren. “Alles moet goed werken; zo niet, dan kan de ondernemer de machinefabrikant er op aanspreken voordat hij de laatste termijn betaalt.”
Als eindgebruiker moet een ondernemer duidelijk stellen wat zijn veiligheidseisen zijn. “Maar dat wil niet zeggen dat hij tot op het schroefje moet weten of de constructie in orde is of dat de zaagbladen de juiste hardheid hebben. Het gaat om de meer eenvoudige zaken, zoals het voorkomen dat werknemers hun handen op gevaarlijke plekken in de machine kunnen steken.” Het is dus nodig om werknemers tegen zichzelf in bescherming te nemen, betoogt Drost. “Als werknemers iets kunnen doen om machines draaiende te houden, dan zullen ze dat doen. Dat doen ze niet bewust, maar automatisch, uit gedrevenheid.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten