maandag 10 januari 2011

Provincie Overijssel en Pilz nemen bruggen en sluizen onder de loep

Veiligheid vooropstellen, verrassingen voorkomen

Veiligheid staat hoog op de maatschappelijke agenda: burgers verwachten dat overheden hun veiligheid maximaal garanderen. Zo gaan ze ervan uit dat de weg- en waterinfrastructuur veilig is. Tegelijk moeten diezelfde overheden op de financiën letten en prioriteren. Alle reden voor de provincie Overijssel, eenheid Wegen en Kanalen, om twee jaar geleden in zee te gaan met Pilz Nederland, specialist in industriële veiligheid. Om te beginnen werden enkele bruggen en sluizen onderworpen aan een risico-inventarisatie en -evaluatie. De resultaten daarvan helpen niet alleen bij het verminderen van de veiligheidsrisico’s, maar geven ook input voor een structurele aanpak van beheer en onderhoud – van reactief naar preventief.

Beweegbare bruggen en sluizen gelden als machines – ze hebben bijvoorbeeld een aandrijving – en vallen daarom onder de Europese Machinerichtlijn. Tegenwoordig kunnen deze ‘machines’ op afstand worden bediend, maar in Overijssel worden ze na een afweging van kosten en baten deels nog bemensd. Mede daarom is de Arbo-wetgeving, gebaseerd op de Europese Arbeidsmiddelenrichtlijn, van kracht. Vanuit deze twee hoofdlijnen – machineveiligheid en arbo – voert Pilz risico-inventarisaties en -evaluaties (RIE’s) uit. Sinds een jaar of zeven doet het bedrijf dit ook bij bruggen en sluizen, onder meer voor Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten.

Beheer en onderhoud
Bruggen en sluizen heeft Overijssel in overvloed – denk aan het kanaal Almelo-Coevorden in het oostelijk deel van de provincie en aan de waterrijke ‘Kop’ in het noordwesten. Zowel de beroepsvaart als recreatieve schippers maken er volop gebruik van. Onder de verantwoordelijkheid van de eenheid Wegen en Kanalen van de provincie vallen circa veertig (beweegbare) bruggen en tien sluizen. Binnen de eenheid is het team Vaarwegbeheer en Installaties verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de technische installaties van bruggen en sluizen. ‘Veiligheid staat daarbij voorop’, verklaren teamleider Leon Zijlstra en adviseur Simon de Klerk: ‘Voorheen was het beheer vooral reactief van karakter. Tegenwoordig streven wij ernaar het onderhoud preventief te verrichten. Ook maken we inzichtelijk welk onderhoud in de toekomst benodigd is. Daarmee willen we financiële verrassingen voorkomen, ook als het gaat om vervanging.’

Verantwoordelijkheid
De provincie monitort alle objecten intensief middels onder meer periodieke inspectie, legt De Klerk uit. ‘Het onderhoud dient ons inziens transparant en planmatig te worden georganiseerd. Om hiervoor een beheersprogramma te kunnen gebruiken, wilden we meer zicht krijgen op onze technische installaties en het eventuele achterstallige onderhoud. Daarom hebben wij een studie laten uitvoeren naar de technisch gevoelige punten. We hebben hiervoor Pilz ingehuurd. Als externe partij kijkt dit bedrijf er met een objectieve blik naar.’ De eindverantwoordelijkheid blijft bij de provincie liggen, benadrukt Zijlstra: ‘Pilz maakt risico’s inzichtelijk en stelt een plan van aanpak op; daarmee kunnen wij dan verder.’ Dat plan van aanpak is een onafhankelijk advies, verzekert manager marketing & communicatie Diane van Putten van Pilz. ‘Wij sturen dat niet richting onze eigen producten.’ Dat zou ook niet zo maar kunnen, legt Zijlstra uit: ‘Bepaalde opdrachten moeten wij openbaar of zelfs Europees aanbesteden.’ De tweetrapsaanpak – eerst de bewustwording omtrent risico’s vergroten en dan pas over oplossingen praten – is een verstandige, vindt De Klerk. Die eerste stap, de bewustwording, is met name bij bedrijven vaak lastig, weet Van Putten. Bij de provincie Overijssel bestaat het risico-bewustzijn echter wel. Concreet brengen bruggen en sluizen bijvoorbeeld risico’s met zich mee op het gebied van beknelling, te lage leuningen, de elektrische besturing (bijvoorbeeld uitvoering van de noodstop en schakelmateriaal) en de afscherming van tandwielen.

Prettig samenwerken
De provincie en Pilz besloten vorig jaar tot een pilot. Pilz onderwierp vijf objecten – een dwarsdoorsnede uit het bestand – aan een RIE. De bevindingen werden neergelegd in een rapport. De Klerk is te spreken over de aanpak van Pilz. ‘Er kwam een complete offerte, met een duidelijk stappenplan voor de beoordeling. Dat gaf een solide gevoel.’ Zijlstra noemt Pilz een marktpartij waarmee het prettig samenwerken is: ‘Ze werken laagdrempelig, zijn toegankelijk en beschikken over een goede expertise.’ De vertegenwoordigers van de provincie waren ook zeer te spreken over het detailniveau in de rapportages. ‘Dat kan om heel praktische zaken gaan’, illustreert Van Putten: ‘Mensen worden gemiddeld langer dan vroeger, dus moeten de leuningen hoger worden.’ Inmiddels zijn de eerste acties naar aanleiding van de inventarisatie ondernomen. De Klerk: ‘Wat dat betreft was het prettig dat Pilz aan de geïnventariseerde punten een kostenindicatie had gehangen.’ Hier betaalt zich de ervaring uit die Pilz sinds een jaar of zeven op dit terrein heeft opgedaan, verklaart Van Putten. De overige objecten staan nu op de planning voor een ‘opname’, zodat een gefundeerde meerjarenprogrammering kan worden opgesteld voor het beheer en onderhoud van de Overijsselse bruggen en sluizen. Een veilig gevoel.

De Grote Puntbrug in Vroomshoop is één van de objecten waarvoor Pilz in opdracht van de provincie Overijssel een risico-inventarisatie en -evaluatie heeft gedaan.


Foto: Provincie Overijssel

Risicobeoordeling volgens Pilz
Het Duitse familiebedrijf Pilz (1.300 medewerkers in 24 landen) geldt in de industriële automatisering als specialist in veiligheid. Pilz Nederland, gevestigd in Vianen, verzorgt met dertig medewerkers projecten, trainingen en consultancy. Daarbij hanteert het een planmatige aanpak. Voor risicobeoordelingen, zoals de RIE’s van bruggen en sluizen, volgt Pilz een stappenplan. Na de voorbereidingsfase, waarin projectaanpak, relevante wetgeving, richtlijnen en normen worden doorgenomen, volgen audits op locatie. Toetsing van de resultaten aan die wetgeving en normen resulteert in een identificatie van latente gevaren en een risicoschatting van deze gevaren. Voor deze risicobeoordeling hanteert Pilz een zogeheten ‘14-punten risicograaf’: op grond van de gradaties van effect, blootstelling, waarschijnlijkheid en gevaarafwending wordt elk risico ingedeeld in een van de veertien niveaus. Tot slot worden – afhankelijk van de geconstateerde risiconiveaus – voorstellen opgesteld voor risicoreductie. De opdrachtgever blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de daadwerkelijke terugdringing van risico’s.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten