maandag 21 oktober 2013

Wat is het minimale geluidsniveau voor waarschuwingssignalen?

Hoe hoog moet nu het geluidsniveau zijn van een waarschuwingssignaal? Het moet hoorbaar zijn, maar is dat uit te drukken in een kwalitatieve eis? De EN 457 (Algemene eisen aan hoorbare signalen) geeft hier een aantal handvatten voor: 

Upgrade van persbesturingssysteem verhoogt productiviteit en veiligheid

Covpress 600 ton pers
Het Britse PressCare heeft met behulp van het configureerbare Pilz PNOZmulti veiligheidsrelais en diagnostische operatorschermen nieuw leven geblazen in twee 600 ton persen voor Covpress en een 100 ton pers voor MiTek en zo de betrouwbaarheid, prestaties, bruikbaarheid en veiligheid van deze persmachines verbeterd. 



vrijdag 18 oktober 2013

BMW kiest voor veiligheid met PROFINET

Autofabrikant BMW gaat wereldwijd PROFINET inzetten voor veiligheidsbesturingen in haar productiefaciliteiten. Daarvoor gebruikt BMW het gedecentraliseerde I/O-systeem PSSuniversal van Pilz. Hiervoor is in nauwe samenwerking met BMW een nieuwe kopmodule met Profinet-aansluiting ontwikkeld. De keuze voor deze besturingsoplossing is op technische en economisch gronden tot stand gekomen. De eerste projecten met het gedecentraliseerde I/O systeem met Profinet vinden plaats in de vestigingen van BMW in Regensburg, München en Leipzig.


donderdag 17 oktober 2013

Pilz kiest voor papierloze documentatie

Door de overstap naar elektronische handleidingen bespaart Pilz voortaan meer dan 700 kg CO2 per jaar.

Om enerzijds tegemoet te komen aan de gewijzigde eisen van de klant en anderzijds aan de bescherming van het milieu, stelt Pilz de documentatie van het veiligheidsrelais PNOZsigma voortaan elektronisch beschikbaar om te downloaden. Verdere producten zullen volgen.


Inkopen bij Pilz nog comfortabeler

De nieuwe verlanglijstfunctie - uw kleine assistent bij het inkopen in de Pilz E-Shop.

Om uw inkopen in de Pilz E-Shop nog comfortabeler te kunnen afhandelen, is het vanaf nu mogelijk een verlanglijstje met uw favoriete producten aan te maken. Op dit verlanglijstje kunt u tijdelijk producten opslaan en op elk moment weer oproepen. Indien u de opgeslagen producten wilt bestellen, kunt u deze direct overnemen in het winkelwagentje.

Actualisering bij norm voor scheidende afschermingen

De norm EN ISO 14119 brengt naast de internationale geldigheid verdere wijzigingen met zich mee.

Over de zogeheten FDIS (final draft international standard) van de norm EN ISO 14119 "Veiligheid van machines – Blokkeerinrichtingen gekoppeld aan afschermingen" is onlangs internationaal positief gestemd. Hierdoor is nu bevestigd dat de opvolger van EN 1088 vanaf eind 2013 met een overgangstermijn van 18 maanden geldig zal zijn.


CMSE nu beschikbaar in de VS en Canada

Het internationale trainingsprogramma CMSE® - Certified Machinery Safety Expert wordt nu ook aangeboden in de VS en in Canada.

Pilz biedt het trainingsprogramma CMSE® - Certified Machinery Safety Expert nu ook aan in de VS en in Canada. De eerste training vindt plaats in oktober 2013 - gevolgd door diverse verdere trainingen in 2014. Van de uniforme, hoge standaarden die de training tot Certified Machinery Safety Expert biedt, kunnen ondernemingen dus internationaal profiteren.


Profiteer van besparingen op het gebied van de robottechniek!

Door een zorgvuldige constructie en installatie van robotsystemen wordt de productiviteit verhoogd en worden de kosten gereduceerd.

Om concurrentievoordelen te behalen, implementeren steeds meer fabrikanten robotsystemen voor het uitvoeren van repeterende taken. Vaak worden bijv. robotarmen geïnstalleerd waarmee wordt gewerkt in de buurt van personeel dat werkzaam is bij productielijnen. Bij een juiste implementatie kan met robotsystemen productietijd worden bespaard en kunnen productiekosten worden gereduceerd.

PNOZmulti Configurator 9.4.0 beschikbaar

Nieuwe versie van de softwaretool voor het configureren van uw veiligheidsschakeling beschikbaar.

Met versie 9.4.0 van de softwaretool PNOZmulti Configurator worden nu de nieuwe linkmodulen voor PNOZmulti 2 voor de decentralisatie en veilige communicatie van meerdere basismodulen onderling ondersteund.
  • Op de PDP-link module kunnen decentrale modulen PDP67 worden aangesloten. De signalen van de aangesloten sensoren kunnen zo direct uit het veld voor een verdere verwerking via de linkmodulen aan de basismodulen worden gecommuniceerd. 
  • De Multi-Link module wordt gebruikt voor een veilige verbinding van meerdere PNOZmulti 2 basismodulen.

Veiligheidsmaatregelen voor machines correct omzetten

In de norm EN ISO 13849-2 wordt als uitbreiding van de norm EN ISO 13849-1 het onderwerp 'Validering' beschreven.

Eén van de stappen voor een veilige machine is de validering. Onder validering wordt een geëvalueerde controle inclusief analyse en test van bijv. de veiligheidsfuncties en categorieën van onderdelen van besturingen met een veiligheidsfunctie verstaan. De validering is essentieel voor het bewijs dat een machine veilig is.


donderdag 10 oktober 2013

Doosopzetmachines - Planomagazijn problematiek

Bij doosopzetmachines horen magazijnen en bij de magazijnen horen plano's. Is het magazijn gevuld is er geen probleem, de operator kan immers niet bij het opzetmechanisme komen. Is het magazijn leeg dan ontstaat er een risico. De operator moet de plano's in het magazijn plaatsen. Het zou dus voor kunnen komen dat de hand voor plano wordt aangezien en de operator wordt geraakt door het mechanisme.

De norm voor de EN 415-3 specifiek voor verpakkingsmachines geeft dit aan als gevaar en komt in artikel 5.4.1 met een oplossing. Deze oplossing luidt:
  • Alle bewegende delen van het magazijn dienen dusdanig te zijn ontworpen dat er niet bekneld kan worden (maatvoering volgens EN 349, vingerveiligheid minimaal 25 mm)
  • Bewegingskrachten niet groter dan 150N
  • Bij verschillende maten magazijn dient er een instelbare afscherming aanwezig te zijn die voorkomt dat er ruimte overblijft wanneer op een kleiner formaat plano's wordt overgegaan (dit kan door de combinatie met de detectie van de plano's worden opgelost (afhankelijk van de oplossing)
De laatste maatregel is ook gelijk de lastigste, het gaat erom dat de plano's worden gedetecteerd zodat het magazijn altijd gesloten blijft. De optie die gegeven wordt is die van een 'lichtscherm.' Wanneer dat gebruikt wordt, dus straal is onderbroken dan is de situatie veiligheidstechnisch niet juist opgelost. Bij het onderbreken hoort er juist naar een veilige situatie te worden toegegaan. Maar hoe dan wel?
Een mogelijke oplossing is: voorzie het hele magazijn van een beweegbare afscherming. Deze schakelt het mechanisme uit. De meest eenvoudige oplossing.
Wilt u het mechanisme laten doorwerken? Dan zult u het moeten zoeken in een intelligente oplossing:
  • Voorzie in een tweetal schakelaars (gedwongen) aan beide kanten van de plano's. Deze dienen ter bewaking van de gevaarlijke zone. Deze schakelaars moeten altijd bekrachtigd zijn. Valt er een weg dan valt de installatie stil.
  • Het is ook mogelijk om deze oplossingen te combineren. Een beweegbare afscherming in combinatie met schakelaars bij de plano's biedt vooral bij hele snelle mechanieken uitkomst.
Uiteraard moeten beide systemen bewaakt worden door een veiligheidssysteem met het juiste betrouwbaarheidsniveau. Dit zijn mogelijke oplossingen, uiteraard is elke situatie uniek en moet apart beoordeeld worden.



Lichtschermen beveiligen open ultrasone bakkerijsnijmachine

Voor de machinebeveiling van haar nieuwe compacte, mobiele open ultrasone bakkerijsnijmachine koos Bakon BV in Goes voor een horizontaal lichtscherm (PSENopt) en een multifunctionele compact configureerbaar veiligheidsrelais (PNOZMulti Mini), beide van Pilz. Voor een optimaal resultaat was de leverancier al vroeg bij het ontwerp betrokken. 

‘De compacte ultrasone snijmachine is een doorontwikkeling van de eerder gelanceerde ultrasoon snijmachines van Bakon voor de industriële- en de semi-industriële banketbakkerij’, vertelt directeur Ronald Gijssel. ‘Verschil is wel het kleinere formaat van 170 cm bij 170 cm bij 180 cm (bxdxh)  en de grotere flexibiliteit van de machine.’ Voor de productinvoer is die aan de voorkant kant volledig open waarbij gebruik gemaakt is van een lichtscherm. De machine is multifunctioneel en daardoor breed inzetbaar. Om die reden staat die op wieltjes met een rem.

Breed inzetbaar
Het is mogelijk rechthoekige, vierkante en driehoekige vormen te snijden, mede afhankelijk van het product dat wordt gesneden. Producten zoals (groente- of kaas)taarten, cakes, pizza’s kunnen ook  gewoon in een metalen bakvorm worden ingevoerd, eventueel meerdere tegelijk. Hiervoor zijn verschillende productdragers beschikbaar, die via een sensor worden herkend door  het aantal ronde metalen plaatjes aan de zijkant van de drager. Het aantal bijgeleverde dragers bepaalt natuurlijk de klant. De capaciteit van de machine hangt sterk af van het product, het aantal en de grootte van de stukken. Het snijden van 40 stukken cake in een blik van 400 bij 600 mm duurt ongeveer 30 seconden. ‘Dat gaat dus behoorlijk snel’, weet Ronald Gijssel op.

Het gebruik

Voor het gebruik van de modulaire machine is in de eerste plaats belangrijk dat de operator de juiste productdrager installeert en het juiste snijprogramma via een touchscreen kiest. Het installeren gebeurt door het aandraaien van enkele montagebouten. Te allen tijde moet voorkomen worden dat het kostbare ultrasone titanium mes –de duurste component in de machine- beschadigd wordt door een metalen bakvorm. Om die reden zijn de snijprogramma’s ook gekoppeld aan het soort productdrager, zodat problemen automatisch worden voorkomen. Losse producten legt hij op met kleur gemarkeerde plaats. Bakvormen worden door de operator geplaatst tussen omhoog staande nokken op de productdrager, zodat deze in positie blijven. Eenmaal op de startknop gedrukt verplaatst de drager zich richting het mes. Voor het snijden beweegt de drager zich in nauwkeurig in de XY-richtingen, waarna het servogestuurde mes in een bepaalde hoek verticaal omhoog en omlaag beweegt.

Door de ultrasone trilling, opgewekt door een piëzo keramisch element gekoppeld aan een transducer, beweegt het snijvlak met een frequentie van 20.000 Hz en een amplitude van circa 25 micrometer. Hierdoor wordt het product niet gesneden door de mechanische druk van het mes, maar door de trilling, waarbij het mes langer en korter wordt. ‘Zelfs aardbeien op een taart worden keurig doorgesneden’, weet Ronald Gijssel. Een bijkomend voordeel van de snijtechniek is dat product geen kans krijgt aan het mes te kleven waardoor er geen vervuiling aan het mes ontstaat.


Machineveiligheid
Het belang van veiligheid bij deze machine, die aan een kant gewoon open is, staat buiten kijf. ‘We hebben overwogen een deur voor de opening te plaatsen, want dan is het snijgedeelte mechanisch afgeschermd, maar openen en sluiten kost tijd en vraagt extra verrichtingen van de operator. Hij moet de deur bewegen en ook naar achter gaan’, legt Ronald Gijsel uit. ‘Bovendien kost dit extra ruimte. Nu kan de operator door de openingen de producten in de machine plaatsen en na het snijden er weer uit halen en een nieuw product in de machine plaatsen. Dit betekent een bedieningsgemak. Dit is het grootste voordeel.’

Om optimaal resultaat te halen heeft Bakon al in een vroegtijdig stadium besloten om Pilz te betrekken in het ontwerp van de snijmachine. ‘Hierdoor stonden alle mogelijkheden nog open’, vertelt Ronald Gijssel. Beide bedrijven zijn dan ook om tafel gaan zitten om de risico's in kaart te brengen (met behulp van de norm EN ISO 12100:2010). Dit is verplicht vanuit de Machinerichtlijn en de Arbowet.

‘Vervolgens is met behulp van de EN-ISO 13849-1 (Performance Level) het vereiste veiligheidsniveau bepaald, waarna afhankelijk van de klasse, mogelijke oplossingen met deskundigen van Pilz konden worden besproken’, vertelt de directeur van Bakon over het proces. De EN-ISO 13849-1 norm is geschikt voor elektromechanische, pneumatische en hydraulische veiligheidsschakelingen.
Ronald Gijssel: ‘Gekozen is voor een verticaal lichtscherm (PSENopt) direct gemonteerd op het frame bij het open gedeelte van de machine. De operator houdt nu zijn handen vrij en kan rustig doorwerken.’ Het scherm bestaat uit een stapeling van fotocellen tegenover elkaar staan. De fotocellen zijn uitgerust met een controlecircuit voor diagnose en controle van de werking van de cellen plaats.

De combinatie van de fotocellen is altijd op basis van een zender en ontvangercombinatie. Zodra de machine aan gaat, vormt zich tussen de sensoren een onzichtbaar scherm van lichtstralen. Worden een of meer van deze stralen onderbroken, dan schakelt de machine automatisch af door ingrijpen van de logische verwerkingseenheid en actuatoren.
Voor de besturing van de veiligheidsfuncties, in het bijzonder de bewaking van het lichtscherm en het noodstopcircuit, maar ook de positie van de productdrager wordt gecontrolleerd door een veiligheidsschakelaar (PSENmag), is gekozen voor een PNOZMulti Mini veiligheidsrelais van Pilz.

Pilz als partner
De keuze voor Pilz als partner bij veilig ontwerpen is volgens Ronald Gijssel mede gebaseerd op haar organisatie waar ook engineers en consultants deel van uitmaken. Zij houden zich dagelijks bezig met de praktische aspecten van veiligheid. Natuurlijk is de kwaliteit en betrouwbaarheid van het grootste belang, zeker als het gaat om veiligheid. ‘De combinatie van veiligheid en werkbaarheid binnen een economische oplossing is telkens weer een uitdaging’, aldus de directeur van Bakon. Belangrijkste technische ontwerpparameter voor de plaatsing van het lichtscherm is de veiligheidsafstand. Voor de positiebepaling moet rekening worden gehouden met de afschakeltijden van de installatie (voor uitleg en gratis lesmodule, zie http://onlinetraining.pilz.nl/ ). 

Schijnveiligheid is uit den boze. Gebruikers zijn niet voorbereid op een onveilige situatie. Zij gaan ervan uit dat de installatie op het juiste moment vanzelf stopt: omdat ze afschakelen verwachten is de kans op verwondingen bij onjuiste installatie groot. ‘Daar hebben we dan ook goed naar gekeken. We waren bij het begin van het ontwerpen een beetje ongerust over de reactietijd, maar na overleg met Pilz bleek het verticaal lichtscherm in combinatie met de sensoren gekoppeld multimini controller te voldoen aan de norm’, blikt Ronald Guijssel terug. ‘Testen met een demonstratie-installatie hebben dit ook aangetoond.’ Belangrijk aandachtspunt was natuurlijk ook de hoogte van het lichtscherm.

In werking
‘Op het moment dat het product in de machine kan worden gelegd, is het veiligheidsysteem vanzelfsprekend uitgeschakeld en staat alles stil’, toont Ronald Gijssel. ‘De juiste positie van de drager bij de opening van de installatie wordt gedetecteerd met een magnetische veiligheidsschakelaar. Zolang de drager niet op de juiste positie, is werkt het veiligheidsysteem en is er een noodstop bij het doorbreken van het lichtgordijn.’
Eenmaal de startknop is ingedrukt, schakelt het veiligheidsysteem in en is de installatie in werking. De productdrager beweegt naar de juiste posities voor het ultrasoon snijden. Wanneer dit gereed is, gaat de productdrager weer terug naar de opening, wordt daar gedetecteerd en schakelt het veiligheidsysteem uit, zodat de operator het product kan uitnemen en een nieuw product kan invoeren. De cyclus herhaalt zich.
Wanneer de installatie operationeel is en het wanneer de lichtstralen van het lichtscherm worden onderbroken, de productdrager niet op juiste positie is of als de noodstop wordt bediend, stoppen de bewegingen van zowel de productdrager als het mes zo goed al meteen.

Besturing

Het 45 mm brede PNOZMulti Mini veiligheidsrelais bepaalt de wijze waarop de installatie wordt stilgelegd bij het indrukken van de noodstop of het onderbreken van het lichtscherm wanneer dit wordt onderbroken tijdens het in bedrijf zijn van de snijmachine, verduidelijkt sales engineer bij Pilz, Jeroen te Brake. ‘Natuurlijk bepaalt deze ook wanneer de machine veilig kan gaan draaien. De Pilz controler stuurt hiervoor een signaal naar de Lenze besturing van de compacte snijmachine. Belangrijke kenmerken van de PNOZmulti Mini controller is de eenvoudige programmering van de veiligheidsfuncties via de PNOZmulti Configurator software op een PC. De in- en outputs zijn volledig vrij configureerbaar en kunnen worden verbonden met logische elementen, zoals een noodstop, veiligheidsgordijn of een sensor.  De reden dat niet voor een veiligheids plc is gekozen is dat er bij het gebruikte aantal in- en outputs prima voldaan kan worden met de PNOZmulti Mini. 

Nedpack automatiseert eindverpakkingslijn bij Hochwald - Veilig 4000 tray’s per uur verwerken

Nedpack heeft voor Hochwald Foods de eindverpakkingslijn in de vestiging Bolsward volledig gemoderniseerd. De palletiseerinstallatie bestaat uit drie palletiseermachines die de pallets afleveren op een daaronder gelegen pallettransportsysteem dat zorgt voor transport naar de wikkelstraat en de labeler. Veel aandacht was hierbij voor de veiligheid. Gert Termaat, software engineer bij Nedpack, kan er alles over vertellen. 

Hochwald Foods heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de fabriek in Bolsward waar de productie van gecondenseerde melk en melkproducten in blik plaatsvindt, zoals cupjes koffiemelk. De vulinstallaties in dergelijke productieprocessen bereiken inmiddels zodanige snelheden dat ook in het eindverpakkingsproces forse slagen moeten worden gemaakt om het vulproces bij te houden. Zo ook in Bolsward, waar nu maar liefst 60 pallets per uur van de rollerbaan komen.
De eindverpakkingslijn, die volledig ontworpen en geïnstalleerd is door Nedpack uit Harderwijk, bevat drie palletiseermachines. Elk van die machines kan producten verwerken van de drie productielijnen. “De productielijnen van de palletiseermachines zijn gekoppeld aan een lijnnummer, die vastliggen in MES. Deze lijnnummers zijn vrij in te stellen op het bedieningspaneel van de palletiseermachines en het pallettransport. Ook de opzetpositie is vrij te parametreren”, vertelt Gert Termaat, software engineer bij Nedpack. “De producten die worden aangeboden kunnen dozen of tray’s zijn, en dan ook nog eens in verschillende afmetingen en gewichten. De producten worden per order afgewerkt. Als in de productie een order gestart is voor een productielijn, dan wordt de palletiseermachine van deze lijn ingesteld op deze order. Deze instellingen worden door de operator gedaan op het bedieningspaneel bij de desbetreffende palletiseermachine. Deze instellingen omvatten de palletiseergegevens, zoals programmanummer, aantal te stapelen lagen, wikkelprogramma, enzovoorts. De palletiseermachines kunnen met deze gegevens de producten stapelen op het juiste pallet. Als de pallet vol is, wordt deze getransporteerd naar het pallettransportsysteem die alle pallets transporteert richting de wikkelstraat en labeler.”

Crossrunner
Opvallend aan de installatie is dat de palletiseermachines op een bordes boven het centrale pallettransportsysteem zijn geplaatst. “De invoer van de dozen en tray’s vindt plaats op een hoogte van vijf meter, zodat er onder de machines voldoende ruimte is om de ongeveer twee meter hoge pallets te transporteren. Deze configuratie, die we bij Nedpack crossrunner noemen, hanteren we omdat je zo een footprint bereikt die aanzienlijk kleiner is dan wanneer je alles naast of achter elkaar zet. Een ander voordeel is dat we in een rechte lijn naar de wikkelaar kunnen gaan. Er zitten geen haakse bochten in het systeem, zodat er veel minder schokkende bewegingen zijn. De producten op de pallet hoeven alleen maar te zakken en te rollen.
Deze configuratie is mede mogelijk door het gebruik van bij Nedpack ontwikkelde componenten, met name het verticale liftsysteem, de Prorunner. “De Prorunner is is feitelijk een paternoster lift, maar heeft als unieke eigenschap, die ook gepatenteerd is, productdragers in de vorm van vorken die maar aan één kant zijn bevestigd aan het aandrijfsysteem. Hierdoor blijft de vork altijd in een horizontale positie, zowel bij het omhoog- als het omlaaggaan. Het product, bijvoorbeeld een doos of een tray, kan derhalve gedurende de hele cyclus door de vork gedragen worden. Bijkomend voordeel van die vorken is dat de producten eenvoudig op een rollerbaan kunnen worden geplaatst en er vanaf worden gehaald door de vork tussen de roller te bewegen. Ook zijn we heel flexibel: niet alleen rollerbanen in lijn met de lift, maar ook loodrecht erop kunnen worden gevoed en ook de hoogte, van de liften die overigens beschikbaar zijn in uitvoeringen van 2 meter hoogte tot wel 18 meter, is vrij instelbaar”, aldus Gert Termaat.

Zwart en rood
De omvang van de installatie en de verschillende machines maken het volgens Termaat veiligheidstechnisch best complex. “We hebben de hele installatie opgedeeld in een aantal veiligheidszones, die ieder op een bepaalde manier zijn beveiligd met hekwerken, deuren en inloopbeveiligingen. Ook vind je in iedere zone rode noodstopknoppen en zwarte machinestopknoppen.”
De noodstopvoorziening is centraal uitgevoerd. Deze voorziening is ingebouwd in de schakelkast voor het pallettransport en is geldig voor de gehele installatie (dus pallettransport, wikkelstraat en alle drie de palletiseermachines. Alleen de twee Prorunners MK5, die in twee van de drie aanvoerlijnen worden gebruikt, zijn voorzien van een eigen noodstopvoorziening. Als één van de rode vuistslagknoppen wordt geslagen, zullen alle zones achter de centrale noodstop in veilige stop gezet worden. Het herstellen van dit noodstopcircuit doet men op de schakelkast van het pallettransport, waarna elke zone weer gestart moet worden.
De machinestopvoorziening is lokaal voor elke sectie uitgevoerd. Deze voorziening is technisch het zelfde uitgevoerd als een noodstopvoorziening met dit verschil dat men hier een veilige stop per sectie bewerkstelligt door het slaan van de zwarte vuistslagknop. Als je bij een machine ingrijpt, wil je immers niet dat de andere machine ook stopt: er valt een keer een doosje, dat wil je opruimen, dan moet niet direct de hele installatie stilstaan. Een sectie is een verzameling van een aantal zones, die logischerwijs bij elkaar passen. Bijvoorbeeld de bovenzijde van palletiseermachine 1 die bestaat uit de veilige zones toevoer palletiseermachine 1 en bovenzijde van palletisermachine1. In totaal zijn er 19 veilige zones gedefinieerd die zijn geïntegreerd in 8 machinestop secties.

Apart veiligheidscircuit
De complexiteit van de installatie brengt ook met zich mee dat elke palletiseermachine, alsmede de pallettransportbaan is uitgerust met een veiligheidsPLC, in dit geval de PNOZmulti van Pilz. “Bij stand-alone machines waar misschien drie veiligheidscircuits inzitten –een noodstop, deur en lichtscherm– is een veiligheidsPLC te duur, maar in alle overige gevallen, vooral als je lijnen gaat koppelen, is een veiligheidsPLC een must. We kiezen hierbij nadrukkelijk voor een apart veiligheidscircuit, dat losstaat van de functionele besturing. De reden hiervoor is dat aanbieders van geïntegreerde oplossingen de specifieke know how op het gebied van veiligheid en ondersteuning niet in die mate kunnen leveren als een specialist als Pilz dat wel doet, zo is onze ervaring althans.” Alle communicatie verloopt via Profinet, ook tussen de veiligheidsPLC en de functionele PLC. In de schakelkast van het transportsysteem vind je verder zes uitbreidingsrelais, twee voor elke palletiseermachine, voor het signaal van de noodstop en dat van de veilige machinestop.

Eigen hekwerk
De hele installatie is uitgevoerd volgens het op één na hoogste veiligheidsniveau, PLd. “Dat is misschien niet voor elke veiligheidszone strikt noodzakelijk, maar voor de klant is het wel zo duidelijk als er één en hetzelfde veiligheidsniveau wordt gehanteerd. Toepassing van de risicograaf leert dat er genoeg situaties zijn waar dat niveau wel vereist is. In de machines zit een lift, die dodelijk kan zijn. Weliswaar is er bij het plaatsen van de volle pallets op de transportbaan sprake van een trage beweging, maar een pallet van zo’n duizend kilo, daar ga ik niet onder staan (en dat kan dus ook niet!). In combinatie met de waarschijnlijkheid en mogelijkheid tot afwenden van gevaar, kom je dan op PLd uit.”

De pallettransportbaan is op verschillende plekken voorzien van vierstraals lichtschermen, die per zone kunnen worden afgeschakeld. Ook bij toegangspoorten en de in- en uitloop van de machines zijn verschillende typen lichtschermen toegepast, net als bij de pallettransportbaan van Pilz. Hier gaat het om tweestraals uitvoeringen, op 500 en 1000 mm, met of zonder muting. Afhankelijk van de pallet kan de operator ‘parallel beam’ of ‘cross beam’ instellen.


Naast lichtschermen worden ook hekwerken toegepast voor afscherming van de machines. Deze Securyfence afschermingen zijn bij Nedpack ontwikkeld. “Vaak ging je een project ergens neerzetten en dan paste het hekwerk niet, omdat er bijvoorbeeld ergens een leiding loopt of een kolom van het gebouw in de weg staat. Zo’n hekwerk is vaak een gelast frame dat tussen kolommen wordt geschroefd; wil je dat aanpassen dan moet je met een slijptol en een lasapparaat aan de slag. Dat kan ook anders, dachten wij. Securyfence is een gezette mat met een damwandprofiel waar een buis doorheen gevlochten zit. De buis heeft aan weerskanten schroefdraad. Door het met een slijpschijfje inkorten van de mat en de buis past de mat zonder lassen op elke gewenste plek. Dat is heel praktisch. We plukken daar zelf de voordelen van bij onze projecten, en verkopen het product wereldwijd via ons zusterbedrijf Qimarox.”

Bewaken en besturen met één systeem – SafetyEYE beveiligt uw beschermde ruimten

SafetyEYE is het eerste veilige camerasysteem voor 3-D ruimtebewaking. Hierbij wordt intelligente sensoriek gecombineerd met effectieve besturing. Innovatieve 3-D-techniek en gebruiksvriendelijke software zorgen ervoor dat ook complexe toepassingen met één systeem kunnen worden bewaakt en bestuurd. SafetEYE is zeer geschikt voor de voedingsmiddelenindustrie omdat hygiëne-eisen worden gewaarborgd.


Het veilige camerasysteem detecteert en meldt het binnendringen van objecten in waarschuwings- en beschermde ruimten die vrij kunnen worden gedefinieerd. SafetyEYE stelt vast of er zich personen bevinden in het werkingsgebied van een gevaarlijke beweging (safety) of dat zij een zone met verhoogde beveiliging hebben betreden (security).



Dankzij de intuïtief te bedienen software kunnen waarschuwings- en beschermde ruimten eenvoudig en snel met de SafetyEYE Configurator op de pc worden geconfigureerd. U definieert ruimten, groepeert ze of wijzigt er naar behoefte de volgorde van. Wij passen SafetyEYE graag individueel aan uw eisen aan.




Uw voordelen met SafetyEYE in één oogopslag


  • SafetyEYE bewaakt complexe toepassingen veilig en met weinig moeite vanwege de driedimensionale bewakingsfunctie
  • Geschikt voor hoge veiligheidseisen met manipulatiebeveiliging 
  • Flexibel inzetbaar voor diverse branches en toepassingen, grote flexibiliteit bij de (her-)organisatie van toepassingen
  • Ergonomische werkplekken en efficiënte werkprocessen, omdat dankzij virtuele beschermde ruimten vrije toegang tot het proces mogelijk is 
  • Snelle installatie en eenvoudige inbedrijfstelling met een klein aantal comfortabele componenten
  • Eenvoudige configuratie en diagnose van waarschuwings- en beschermde ruimten 

Meer informatie over SafetyEYE? Kijk op onze website www.pilz.nl of neem contact via 0347 320477 of mail naar info@pilz.nl

dinsdag 8 oktober 2013

‘Groeiende interesse spoor in innovatie met PLC’

De komende jaren verwacht het in Vianen gevestigde Pilz Nederland een stevige marktpositie te veroveren in het railsegment. En  dit gaat ook lukken . Immers, Pilz is in Zwitserland, het land met het meeste aantal meters spoor per vierkante kilometer en de hoogste punctualiteit, al een speler van belang met de meest innovatieve technieken. Volgens Jan van der Heide, accountmanager Railway, zijn de eerste signalen vanuit de markt positief. “ De railsector wordt  door de economische tegenwind geconfronteerd met bezuinigingen en dus gaat men nu meer dan ooit op zoek naar innovatieve producten die zullen leiden tot lagere kosten en meer efficiency. Precies dáár ligt voor ons de kans.” 

Van der Heide doelt onder andere op de PSS 4000-R, een speciale op PLC-basis gedreven module voor de treinsector. “Tot nu toe werden bij veiligheidsoplossingen in de treinsector hoofdzakelijk fabrikantspecifieke speciale techniek toegepast,” vertelt hij. “Met de nieuwe PSS 4000-modulen – met vanzelfsprekend de goedkeuring conform de CENELEC-richtlijnen – is er nu een alternatief beschikbaar. De modulen met de R in de type-aanduiding (Railway) hebben een robuuste constructie en voldoen aan de verhoogde eisen van de treinsector. Andere voordelen zijn de intuïtieve programmering met gestandaardiseerde EN/IEC 611131-3 editors. Ook vindt de communicatie plaats op basis van ethernet.”

Volgens van der Heide is er voor de railsector in Nederland een groeiende noodzaak om de PLC meer te omarmen. “Ik vind het overigens lastig inschatten waarom Nederland lang heeft vastgehouden aan oude en bewezen technieken. Maar men ziet nu tochin  dat er vooral vanuit onderhouds- en veiligheidsargumenten kansen liggen  binnen PLC. Het bewustzijn in de markt van onze innoverende en bewezen kracht komt langzaam op gang. Ik denk dat ik in de voorbereiding op onze marktambities intussen al met de helft van de markt gesproken heb en ik zie overduidelijk de beweging in interesse.”


Van der Heide vertelt dat Pilz intussen ook lid is geworden van het Railforum en de IRSE. “We willen overal graag laten zien hoe succesvol we zijn in treinenland Zwitserland en op welke wijze wij die expertise naar Nederland kunnen vertalen.”   

Bron: Grond/Weg/Waterbouw nr. 9 2013    

maandag 7 oktober 2013

Geïntegreerde veiligheid voor bruggen en sluizen

In de Julianasluis te Gouda rondde Pilz in 2011 een bijzonder project af. Zowel de bediening van de sluisdeuren als de brug werden gerealiseerd middels een geïntegreerd veilige besturing. Hierbij konden zowel de veiligheidsfuncties als de reguliere besturing, inclusief beeld en geluid, middels één glasvezel ringleiding worden gerealiseerd.

Met de bouw van een nieuwe overslagterminal in Alphen aan den Rijn is het druk bij de Julianasluis te Gouda. Het knooppunt dat het Gouwe kanaal en de Hollandse IJssel met elkaar verbindt, geldt met het jaarlijks schutten van zo’n 9.000 vrachtschepen en 17.000 plezierschepen zo mogelijk als de drukste sluis van Nederland. Arjen Verhoeven van Pilz Nederland is nauw betrokken geweest bij een project om deze grote verkeersstroom in veiligere banen te leiden en de besturing weer helemaal aan de laatste stand der techniek te laten voldoen. Hierbij was een hoofdrol weggelegd voor SafetyNet en een negental PSS 4000 PLC’s.
Specificaties
“We hebben al jaren een goede relatie met de provincie Zuid-Holland als het om de waterwegen gaat”, steekt Verhoeven zijn uitleg over de totstandkoming van het project van wal. “In het verleden hebben we voor hen namelijk een standaard ontwikkeld voor het bedienen van bruggen op afstand. En hoewel in Nederland in de NEN 6787 het nodige te vinden is over veilige brugbediening, zijn er voor sluizen geen algemene normen voorhanden. Nu hebben we daarom ook voor de bediening van sluizencomplexen zelf een norm ontwikkeld.” Verhoeven geeft aan dat er voldoende handvaten waren om deze standaard op te baseren. Op de eerste plaats is een sluis gewoon een machine en dient hij te voldoen aan de Machinerichtlijn. Dat betekent dus ook een gedegen risicoanalyse en het in kaart brengen van de veiligheidsketens. Je wil bijvoorbeeld niet dat een sluisdeur open kan wanneer het water aan beide zijden niet op hetzelfde niveau is. Daarnaast was er de wens vanuit de klant om de functionele veiligheid volgens EN 62061 uit te voeren. Dit werd voor andere objecten immers ook al gedaan. Verhoeven: “We kwamen uit op een classificatie van SIL3. In combinatie met de benodigde IO was de keuze voor het hart van de besturing hiermee snel gemaakt: PSS4000 in combinatie met SafetyNet.”

Ringleiding
Gevraagd naar de toegepaste componenten, schetst Verhoeven eerst een overzicht van de diverse onderdelen waaruit een sluizencomplex bestaat. “Elke sluis heeft twee zogenoemde ‘landhoofden’. Dit zijn de uitgebouwde delen van de oever, waaraan de sluisdeuren zijn bevestigd. Dit kunnen twee puntdeuren per kant zijn, maar in het geval van de Julianasluis is aan beide zijden één roldeur toegepast. Daarnaast is er een beweegbare brug, die in combinatie met het schutten van de sluis wordt bediend. Tot slot zijn er seinen op het water en seinen en afsluitbomen voor het wegverkeer.” Verhoeven legt uit dat er ook een glasvezel ringleiding is aangelegd, waarover alle communicatie middels ethernet verloopt. Voor wat betreft de lay-out heeft dit als voordeel dat de PSS 4000 PLC’s terplekke van elk landhoofd als remote I/O kunnen worden toegepast. “We hebben aan elke zijde van elk landhoofd twee PSS 4000 PLC’s toegepast. Daarnaast was er één centrale PLC voor de bediening en coördinatie tussen de besturingen. Voordeel van de ringleiding hierbij was dat er geen kabels naar de andere kant van het water getrokken hoeven te worden. We konden rechtstreeks op de ringleiding inprikken.”

Veilige functies
Welke functies zijn nodig om een sluis en brug veilig te bedienen, en hoe hangen deze samen? Verhoeven telt een zevental cruciale stappen. Hij begint met een schutting die zojuist heeft plaatsgevonden. “Op de eerste plaats is er de controle op een goede nivellering. Is het waterniveau aan beide zijden van de sluis wel gelijk, zodat men de deuren veilig kan opendoen? Aan twee kanten is er hiertoe een dubbele niveaumeting, waarbij metingen vergeleken worden en er tevens in redundantie is voorzien. Is dit in orde, dan zijn de seinen voor het wegverkeer aan de beurt. Deze worden gecontroleerd door de aansturing en de terugmelding te vergelijken. Als blijkt dat van alle sets vijftig procent goed functioneert, dan mogen de afsluitbomen na een ingestelde tijd dicht. Pas als alle afsluitbomen gesloten zijn, mag de brug worden geopend. En aangezien bij de Julianasluis de sluisdeuren en brug dusdanig dicht bij elkaar liggen, gebeurt dit gelijktijdig met het openen van de sluisdeuren. Zodra de brug en sluisdeuren open zijn, gaan automatisch de seinen voor de scheepvaart op groen. En is het schip gepasseerd, dan gaan deze eerst weer op rood, waarbij ook hier op defecten wordt gecontroleerd. De bomen gaan uiteraard pas weer open als de brug weer dicht is. De sluisdeuren echter mogen gewoon open blijven, tenzij men de tegenoverliggende deur wil openen.” Tot zover de voorwaardelijke stappen. Verhoeven benadrukt dat er ook vele beveiligingen zijn opgenomen die meer met het proces te maken hebben. Zo wordt gecontroleerd of een afsluitboom wel volledig geopend is, maar zit er ook een snelheidsmeting op de brug en op de sluisdeur. Op alle aandrijvingen van brug, sluisdeuren en afsluitboom zitten SIL3 eindschakelaars die de volgende processtappen vrijgeven, en spil-eindschakelaars geven de posities aan waar met een bepaalde snelheid mag worden gedraaid. Tot slot is ook een handbediening mogelijk. Hierbij worden alle relaties tussen brug, deuren, afsluitbomen en seinen behouden. Maar door het vervallen van de extra controles voldoet het geheel niet meer aan SIL 3. “De handbediening is puur bedoeld om in een noodsituatie alles weer in een veilige eindstand te brengen. De brug gaat dicht en blijft dicht, zodat het landverkeer weer verder kan.”


Standaard componenten
Dat de geïntegreerde oplossing middels één glasvezel ringleiding zorgt voor een eenvoudigere lay-out is bekend. Maar waarom zouden zowel audio, video als besturing via dezelfde ethernet verbinding verlopen? Is dit niet gevaarlijk? “Het integreren van de veiligheid middels SafetyNet heeft enkele aantrekkelijke voordelen”, legt Verhoeven uit. “Op de eerste plaats kan er gebruik gemaakt worden van standaard netwerkcomponenten, en zijn er geen specifiek aangepaste switches en routers nodig. Dit is natuurlijk goedkoper, maar maakt de installatie ook stukken sneller. Het is ‘off the shelf’ technologie en er zijn vele marktpartijen die er goed mee overweg kunnen. Daarnaast is deze geïntegreerde oplossing ook echt veilig. Ondanks het feit dat alle intercom functies, marifoon functies, maar vooral video behoorlijk wat bandbreedte vergen, is er voor de veilige besturing een gegarandeerd deel gereserveerd. Daarnaast zijn er binnen het protocol diverse controles zoals ontvangstbevestiging en CRC-controles, en is alle hardware redundant uitgevoerd.” Vooralsnog is de provincie Zuid Holland erg tevreden. Maar op termijn wil ze de lat toch een stukje hoger leggen. Verhoeven: “Gezien de drukte zijn er plannen om het sluizencomplex uit te breiden. En ook zal over een jaar of twee de bediening op afstand gedaan worden. Voor wat SafetyNet en PSS4000 betreft geen enkel probleem is. De technologie is schaalbaar en veilig, ook over grote afstand.” 

Menselijke fout oorzaak incident Stadsbrug Kampen

Een inschattingsfout van de brugwachter was de oorzaak van het incident op de Stadsbrug in Kampen. Vanmiddag ging de brug omhoog, terwijl er nog een auto op stond.
Niemand raakte gewond, want de brug is een zogeheten hefbrug en gaat horizontaal omhoog. De gemeente Kampen, eigenaar van de brug, heeft na het incident direct het boetekleed aangetrokken. De brugwachter kreeg een aanvraag van een boot, waarna hij via de camera wilde bepalen of de weg vrij was. Op dat moment stoorde de camera, waardoor de brugwachter met het blote oog moest waarnemen of het brugdeel vrij was. Daarbij heeft hij een auto over het hoofd gezien. De gemeente gaat de zaak nog verder onderzoeken en is ook op zoek naar het gezin dat in de auto zat. Verantwoordelijk wethouder Ekker wil ze graag een bosje bloemen aanbieden. Het gezin zelf was wel geschrokken, maar kon achteraf nog wel lachen om het incident.


Dit wilt u toch voorkomen?


·         Strategie en basisprincipes van veilig ontwerpen
·         Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor veiligheid van bruggen
·         Conformiteitsverklaringen
·         Renovaties en wijzigingen aan installaties - gevolgen vanuit de Machinerichtlijn
·         Implementatie ‘veilig ontwerpen’-strategie binnen de organisatie
·         Risicobeoordeling en -reductie met behulp van de NEN 6787
·         Besturingstechnische risicoreductie

Waar? Pilz Academy in Vianen

Uw investering? 510 euro

Kijk op opleidingen.pilz.nl voor actuele trainingsdata.


Wij bevelen elke deelnemer aan om aan te vangen met module 1, procesflow machineveiligheid, van de Masterclass Machineveiligheid

Machine in een gebouw: Wat zijn de eisen?

Is de fabrikant van een machine verantwoordelijk voor de constructie van het gebouw?
Het kan soms gebeuren dat een machine dusdanig wordt opgesteld dat een bouwwerk eromheen is gebouwd. Dan komt wel eens de vraag naar voren of nu het bouwwerk onderdeel uitmaakt van de machine.

Lijkt ver weg? Het gebeurt soms dat een gebouw specifiek wordt gebouwd om een machine te kunnen huisvesten. Bijvoorbeeld een betonnen pylon waarin een sluisdeur kan worden opgehangen of een pylon waarop de lierkabels van een kabelbaaninstallatie worden bevestigd. Een concreter voorbeeld is een pylon van een hefbrug waarin bovenin de drums en aandrijving zijn bevestigd. Aan de lier hangt aan de ene zijde het brugdek en de andere zijde het val.

De Machinerichtlijn kent een aantal definities van wat nu een machine is, deze zijn te vinden in artikel 2. In lid a, 3e streepje wordt het volgende aangegeven:
.... een samenstel als bedoeld onder de eerste twee streepjes dat gereed is voor montage en dat alleen in deze staat kan functioneren na montage op een vervoermiddel of montage in een gebouw of bouwwerk...

Hieruit volgt al dat de fabrikant kijkt naar zijn onderdeel los van de constructie of bouwwerk. De fabrikant van de machine moet echter wel de randvoorwaarden aangeven.

In de Gids voor Toepassing van de Machinerichtlijn (2e editie) wordt in artikel 37 nadere toelichting gegeven op dit punt.

.....De fabrikant van een dergelijke machine moet in zijn risicobeoordeling rekening houden met alle risico's in verband met de machine, ook die in verband met de montage van de machine op het chassis van een voertuig of aanhanger of op een ondersteunende constructie – zie §158: toelichting bij algemeen beginsel 1 van bijlage I. De machinefabrikant moet in zijn gebruiksaanwijzing de benodigde specificaties voor de ondersteunende constructie opnemen....

Conclusie: De fabrikant is niet verantwoordelijk voor de constructie van het bouwwerk, maar dient wel de randvoorwaarden aan te geven waar de constructeur van het bouwwerk rekening mee dient te houden.



Milieu management bij Pilz

Pilz werkt met zijn leveranciers aan kwaliteits- en milieugeoriënteerde leveringsvoorwaarden en voert regelma­tig beoordelingen uit, ook op basis van een ecologische oriëntatie. Pilz werkt samen met autoriteiten, verenigingen en andere instellingen en volgt hieromtrent ook de wettelijke ontwikkelingen. Het begrip van medewerkers bij Pilz voor kwaliteit, veiligheid en milieubeheer wordt met trainingen en voortdurende informatie bevorderd. Milieubewust handelen is de taak van iedere medewerker. Voortdurende verbetering wordt gewaarborgd door het Continue-Verbeterings-Proces-Systeem (CVP-systeem).

Ontwikkeling van milieuvriendelijke producten met behulp van ecologische materialen en energiebesparende technieken:


  • Energiebesparende sensoren, besturingen en actuatoren. 
  • Duurzame verbetering van de balans van schadelijke stoffen door het omzetten van loodhoudend soldeer in loodvrije soldeermiddelen. 
  • Reductie van het aandeel schadelijke stoffen bij productiehulpmiddelen. 
  • Toepassen en actueel houden van het Pilz-management van schadelijke stoffen overeenkomstig de REACH-verordening en de RoHS-richtlijnen. 
In ecologisch vormgegeven gebouwen wordt milieubewust en energiebesparend gewerkt en geproduceerd:

  • Fotovoltaïsche installatie voor het opwekken van stroom en ter verbetering van de CO2-balans. 
  • Reductie van zo’n 50% op het gebied van verlichtingsenergie dankzij de vernieuwing van lampen bij de productie. 
  • Bouwkernactivering voor effectief energiegebruik in het Peter Pilz Technologiezentrum. Hiermee wordt het hele jaar door een aangenaam binnenklimaat gerealiseerd en wordt tegelijk in aanzienlijk mate energie bespaard en daarmee ook CO2. 


Pilz registreert zijn milieuprestaties (energieverbruik, afvalstroom, waterverbruik) en evalueert de resultaten om op lange termijn de milieuprestaties te verbeteren.

4 folds safety of automation

Technisch, persoonlijk, milieuvrien­delijk en betaalbaar - dit zijn de vier dimensies van de automatisering de het merk Pilz als “ambassadeur van de veiligheid” mens, machine en milieu biedt.

Masterclass Machineveiligheid

Volg nu onze hoogstaande, 4-daagse Masterclass Machineveiligheid en ontdek alles over veiligheid! 


6- nov 2013
7-nov 2013
8-nov 2013
Procesflow Machineveiligheid
Risicobeoordelingen theorie en prakrijk
Ontwerpen veiligheidsmaatregelen
Ontwerpen besturingstechnische veiligheidsmaatregelen


•          Zelf veiligheidsvraagstukken in de praktijk aanpakken
•          Bekend worden met CE-markeringsproces
•          Gevaren herkennen                                 
•          Risico’s inschatten
•          Opgeleid door ervaren Pilz safety consultant

 
Klik hier voor meer informatie! 



‘Veel risicovolle situaties rond machineveiligheid bij metaalbedrijven’

Uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat het niet best is gesteld met de machineveiligheid bij metaalbedrijven. Bij 605 van de 736 geïnspecteerde metaalbedrijven (82%) werden risicovolle situaties geconstateerd. Bij 90 bedrijven was de situatie zo ernstig dat zij tijdelijk zijn stilgelegd.

In de metaalsector komt meer dan de helft van de ongevallen voort uit het werken aan machines. In 2010 vonden er in de metaalsector 254 ernstige ongevallen plaats, waarvan vijf met dodelijke afloop. De meeste ongevallen vinden plaats door onvoldoende afscherming of het niet borgen of veilig stellen van machines. Werknemers kunnen in zo’n geval gegrepen worden, bekneld raken en verwondingen oplopen.

Inspectie machineveiligheid
Voor de Arbeidsinspectie waren deze cijfers aanleiding om in 2011 de machineveiligheid in de metaalsector te inspecteren. De belangrijkste conclusies en cijfers staan in deze tussentijdse rapportage.

De Arbeidsinspectie constateert rond machineveiligheid vooral de volgende problemen:

• Niet afschermen van bewegende delen van machines
• Machines verkeren in slechte staat
• Machines zijn niet gekeurd
• Ontbreken van een noodstop

Machineveiligheid bij leerbedrijven
Uit het onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat de machineveiligheid bij bedrijven die geregistreerd staan als ‘erkend leerbedrijf’ er nog slechter aan toe is dan bij de niet-leerbedrijven. De overtredingen zijn bij de leerbedrijven over het algemeen ook ernstiger.

91% van de 417 geïnspecteerde leerbedrijven voldoet niet aan de wet- en regelgeving. Bij de niet-leerbedrijven is dit 71%. Bij de leerbedrijven werd ook vaker een zwaarder handhavingsinstrument toegepast dan bij de niet leerbedrijven.

De Arbeidsinspectie heeft gekeken of de bedrijfsgrootte van invloed is. Want hoe meer machines, hoe groter de kans dat er een machine niet in orde is. Maar de spreiding van bedrijfsgroottes over leer- en niet leerbedrijven was nagenoeg gelijk. De inspectie stelt geen verklaring te hebben voor deze ´verontrustende uitkomsten´.

Risico-inventarisatie
Wiel Brand, projectleider veilig en gezond werken van FNV Metaal, noemt de situatie bij de leerbedrijven ´triest´. Wat Brand betreft, zouden opleidingsbedrijven zonder risico-inventarisatie (RI&E) beter geen leerbedrijf meer kunnen zijn. ‘Zeventig procent van de leerbedrijven heeft geen RI&E. Zij moeten eerst laten zien dat leerlingen veilig en gezond kunnen leren.’