maandag 19 december 2011

Beeld, geluid en besturing over één ethernet ringleiding

Geïntegreerde veiligheid voor bruggen en sluizen


In de Julianasluis te Gouda rondde Pilz onlangs een bijzonder project af. Zowel de bediening van de sluisdeuren als de brug werden gerealiseerd middels een geïntegreerd veilige besturing. Hierbij konden zowel de veiligheidsfuncties als de reguliere besturing, inclusief beeld en geluid, middels één glasvezel ringleiding worden gerealiseerd.


Met de bouw van een nieuwe overslagterminal in Alphen aan den Rijn is het druk bij de Julianasluis te Gouda. Het knooppunt dat het Gouwe kanaal en de Hollandse IJssel met elkaar verbindt, geldt met het jaarlijks schutten van zo’n 9.000 vrachtschepen en 17.000 plezierschepen zo mogelijk als de drukste sluis van Nederland. Arjen Verhoeven van Pilz Nederland is nauw betrokken geweest bij een project om deze grote verkeersstroom in veiligere banen te leiden, en de besturing weer helemaal aan de laatste stand der techniek te laten voldoen. Hierbij was een hoofdrol weggelegd voor SafetyNet en een negental PSS 4000 PLC’s.


Specificaties

“We hebben al jaren een goede relatie met de provincie Zuid-Holland als het om de waterwegen gaat”, steekt Verhoeven zijn uitleg over de totstandkoming van het project van wal. “In het verleden hebben we voor hen namelijk een standaard ontwikkeld voor het bedienen van bruggen op afstand. En hoewel in Nederland in de NEN 6787 het nodige te vinden is over veilige brugbediening, zijn er voor sluizen geen algemene normen voorhanden. Nu hebben we daarom ook voor de bediening van sluizencomplexen zelf een norm ontwikkeld.” Verhoeven geeft aan dat er voldoende handvatten waren om deze standaard op te baseren. Op de eerste plaats is een sluis gewoon een machine en dient hij te voldoen aan de Machinerichtlijn. Dat betekent dus ook een gedegen risicoanalyse en het in kaart brengen van de veiligheidsketens. Je wilt bijvoorbeeld niet dat een sluisdeur open kan wanneer het water aan beide zijden niet op hetzelfde niveau is. Daarnaast was er de wens vanuit de klant om de functionele veiligheid volgens EN 62061 uit te voeren. Dit werd voor andere objecten immers ook al gedaan. Een voordeel, aangezien de in aantocht zijnde uitfasering van EN 954 geen parten speelde. Verhoeven: “We kwamen uit op een classificatie van SIL3. In combinatie met de benodigde IO was de keuze voor het hart van de besturing hiermee snel gemaakt: PSS4000 in combinatie met SafetyNet.”



Ringleiding

Gevraagd naar de toegepaste componenten, schetst Verhoeven eerst een overzicht van de diverse onderdelen waaruit een sluizencomplex bestaat. “Elke sluis heeft twee zogenoemde ‘landhoofden’. Dit zijn de uitgebouwde delen van de oever, waaraan de sluisdeuren zijn bevestigd. Dit kunnen twee puntdeuren per kant zijn, maar in het geval van de Julianasluis is aan beide zijden één roldeur toegepast. Daarnaast is er een beweegbare brug, die in combinatie met het schutten van de sluis wordt bediend. Tot slot zijn er seinen op het water en seinen en afsluitbomen voor het wegverkeer.” Verhoeven legt uit dat er ook een glasvezel ringleiding is aangelegd, waarover alle communicatie middels ethernet verloopt. Voor wat betreft de lay-out heeft dit als voordeel dat de PSS 4000 PLC’s ter plekke van elk landhoofd als remote I/O kunnen worden toegepast. “We hebben aan elke zijde van elk landhoofd twee PSS4000 PLC’s toegepast. Daarnaast was er één centrale PLC voor de bediening en coördinatie tussen de besturingen. Voordeel van de ringleiding hierbij was dat er geen kabels naar de andere kant van het water getrokken hoeven te worden. We konden rechtstreeks op de ringleiding inprikken.”



Veilige functies

Welke functies zijn nodig om een sluis en brug veilig te bedienen, en hoe hangen deze samen? Verhoeven telt een zevental cruciale stappen. Hij begint met een schutting die zojuist heeft plaatsgevonden. “Op de eerste plaats is er de controle op een goede nivellering. Is het waterniveau aan beide zijden van de sluis wel gelijk, zodat men de deuren veilig kan opendoen? Aan twee kanten is er hiertoe een dubbele niveaumeting, waarbij metingen vergeleken worden en er tevens in redundantie is voorzien. Is dit in orde, dan zijn de seinen voor het wegverkeer aan de beurt. Deze worden gecontroleerd door de aansturing en de terugmelding te vergelijken. Als blijkt dat van alle sets vijftig procent goed functioneert, dan mogen de afsluitbomen na een ingestelde tijd dicht. Pas als alle afsluitbomen gesloten zijn, mag de brug worden geopend. En aangezien bij de Julianasluis de sluisdeuren en brug dusdanig dicht bij elkaar liggen, gebeurt dit gelijktijdig met het openen van de sluisdeuren. Zodra de brug en sluisdeuren open zijn, gaan automatisch de seinen voor de scheepvaart op groen. En is het schip gepasseerd, dan gaan deze eerst weer op rood, waarbij ook hier op defecten wordt gecontroleerd. De bomen gaan uiteraard pas weer open als de brug weer dicht is. De sluisdeuren echter mogen gewoon open blijven, tenzij men de tegenoverliggende deur wil openen.” Tot zover de voorwaardelijke stappen. Verhoeven benadrukt dat er ook vele beveiligingen zijn opgenomen die meer met het proces te maken hebben. Zo wordt gecontroleerd of een afsluitboom wel volledig geopend is, maar zit er ook een snelheidsmeting op de brug en op de sluisdeur. Op alle aandrijvingen van brug, sluisdeuren en afsluitboom zitten SIL3 eindschakelaars die de volgende processtappen vrijgeven, en spil-eindschakelaars geven de posities aan waar met een bepaalde snelheid mag worden gedraaid. Tot slot is ook een handbediening mogelijk. Hierbij worden alle relaties tussen brug, deuren, afsluitbomen en seinen behouden. Maar door het vervallen van de extra controles voldoet het geheel niet meer aan SIL 3. “De handbediening is puur bedoeld om in een noodsituatie alles weer in een veilige eindstand te brengen. De brug gaat dicht en blijft dicht, zodat het landverkeer weer verder kan.”



Standaard componenten


Dat de geïntegreerde oplossing middels één glasvezel ringleiding zorgt voor een eenvoudigere lay-out is bekend. Maar waarom zouden zowel audio, video als besturing via dezelfde ethernet verbinding verlopen? Is dit niet gevaarlijk? “Het integreren van de veiligheid middels SafetyNet heeft enkele aantrekkelijke voordelen”, legt Verhoeven uit. “Op de eerste plaats kan er gebruik gemaakt worden van standaard netwerkcomponenten, en zijn er geen specifiek aangepaste switches en routers nodig. Dit is natuurlijk goedkoper, maar maakt de installatie ook stukken sneller. Het is ‘off the shelf’ technologie en er zijn vele marktpartijen die er goed mee overweg kunnen. Daarnaast is deze geïntegreerde oplossing ook echt veilig. Ondanks het feit dat alle intercom functies, marifoon functies, maar vooral video behoorlijk wat bandbreedte vergen, is er voor de veilige besturing een gegarandeerd deel gereserveerd. Daarnaast zijn er binnen het protocol diverse controles zoals ontvangstbevestiging en CRC-controles, en is alle hardware redundant uitgevoerd.” Vooralsnog is de provincie Zuid Holland erg tevreden. Maar op termijn wil ze de lat toch een stukje hoger leggen. Verhoeven: “Gezien de drukte zijn er plannen om het sluizencomplex uit te breiden. En ook zal over een jaar of twee de bediening op afstand gedaan worden. Voor wat SafetyNet en PSS4000 betreft geen enkel probleem is. De technologie is schaalbaar en veilig, ook over grote afstand.”

woensdag 19 oktober 2011

Een CE-markering zegt bij machines in principe niets over de veiligheid ervan.




Dit stelt Martijn Drost van Pilz Nederland. “Veel ondernemers zijn hier niet van op de hoogte. Maar als er een ongeluk gebeurt, krijgt de ondernemer de boete en niet de fabrikant.”

Een werkgever heeft de plicht een veilige werkomgeving te creëren voor zijn medewerkers. “Dat is een inspanningsverplichting die is opgenomen in de Arbo-wet”, zegt Martijn Drost, senior safety consultant bij Pilz Nederland, dat is gespecialiseerd in het oplossen van veilige automatiseringsvraagstukken. “Voor een timmerfabrikant betekent dit onder meer dat de machinale in zijn bedrijf moet voldoen aan de vereiste veiligheidsvoorschriften.” Van deze zorgplicht is echter lang niet iedere ondernemer op de hoogte, stelt Drost.

Voor machines geldt dat deze moeten zijn voorzien van een CE-markering. “Hiermee geeft de machinefabrikant een veiligheidsgarantie af”, legt Drost uit. “De machine stoot bijvoorbeeld geen gevaarlijke gassen uit, brengt de gezondheid van de gebruiker niet in gevaar en levert geen gevaar op bij montage of demontage. Veel ondernemers denken dat het met een machine die is voorzien van een CE-markering, wel goed zit. Maar in de houtbewerkende industrie ligt dat een beetje anders. Een fabrikant mag aan een timmerfabrikant een CE-gemarkeerde machine leveren en niets aan veiligheid doen. Dat heeft te maken met het feit dat – in tegenstelling tot bijvoorbeeld speelgoed – de machine wordt geleverd aan een eindgebruiker in een professionele markt en dat van hem mag worden verwacht dat hij weet hoe hij veilig met de machine werkt. Want niet alles is te controleren en als je dat toch wilt doen, dan levert dat zoveel vertraging op dat er geen machine meer de fabriek uitkomt. Nu nemen de fabrikant en zijn klant de eindverantwoordelijkheid; de CE-markering fungeert als een soort paspoort waarmee een machine binnen Europa vrij kan worden verhandeld.” Bij sommige type machines (bijv. zaagmachines) dient er echter wel een keuring plaats te vinden, dan wordt de veiligheid wel geborgd.

Aantrekkelijke prijs
Dus een CE-markering hoeft niets te zeggen over veiligheid van een machine? “Met de meeste machines zit het wel goed”, zegt Drost. “Maar omdat er geen controle is, zijn niet alle machines veilig.” Dat voor deze machines kennelijk toch klandizie is te vinden, heeft volgens Drost vermoedelijk te maken met de aantrekkelijke prijs waarvoor ze worden aangeboden. “De prijsgevoelige houding van ondernemers begint echter te veranderen. Want als een volledig veilige machine bijvoorbeeld 15.000 euro kost en een niet geheel veilige machine 10.000 euro, maar je moet dan nog 10.000 euro investeren om die machine veilig te maken, dan is de keuze duidelijk.”
Aan die keuzehelderheid zal het bij ondernemers inderdaad niet liggen, maar wel aan het niet op de hoogte zijn van hun verantwoordelijkheden. Veel ondernemers denken namelijk dat een machinefabrikant verantwoordelijk is voor de veiligheid van een machine, aldus Drost. Hij wil dat misverstand uit de wereld helpen. “Het is namelijk de eindgebruiker – degene bij wie de machine in de werkplaats staat – die verantwoordelijk is. Dus als er een ongeluk gebeurt, krijgt híj de boete en niet de fabrikant.” Drost vermoedt dat 20 procent van de timmerfabrikanten geen weet heeft van het feit dat zij zelf deze verantwoordelijkheid dragen. “In het algemeen zijn negen van de tien ondernemers niet goed op de hoogte van de regels omtrent de CE-markering.”

Invloed
Drost stelt dat een timmerfabrikant bij de aanschaf van een nieuwe machine de nodige invloed kan uitoefenen op de veiligheidsnormen. “Het mooiste is dat hij met de machinefabrikant meekijkt gedurende de bouw van een machine en dan mede de lay-out kan bepalen. Want als zaken niet zijn vastgelegd in het inkoopcontract, heeft een ondernemer bij eventuele moeilijkheden vrijwel geen poot om op te staan.” Wanneer de machine wordt opgeleverd, is het aan de timmerfabrikant om alle veiligheidsvoorzieningen te controleren. “Alles moet goed werken; zo niet, dan kan de ondernemer de machinefabrikant er op aanspreken voordat hij de laatste termijn betaalt.”
Als eindgebruiker moet een ondernemer duidelijk stellen wat zijn veiligheidseisen zijn. “Maar dat wil niet zeggen dat hij tot op het schroefje moet weten of de constructie in orde is of dat de zaagbladen de juiste hardheid hebben. Het gaat om de meer eenvoudige zaken, zoals het voorkomen dat werknemers hun handen op gevaarlijke plekken in de machine kunnen steken.” Het is dus nodig om werknemers tegen zichzelf in bescherming te nemen, betoogt Drost. “Als werknemers iets kunnen doen om machines draaiende te houden, dan zullen ze dat doen. Dat doen ze niet bewust, maar automatisch, uit gedrevenheid.”

maandag 17 oktober 2011

Met NEN-EN-ISO 12100 kunnen al in de ontwerpfase van machines en industriële installaties risico’s worden voorkomen. En dat is wat de Europese Machinerichtlijn wil: op de eerste plaats risico’s voorkomen.



Maar natuurlijk zullen er ook altijd gevaren blijven. Is dat het geval dan kunnen eveneens op basis van de NEN-EN-ISO 12100 al in de ontwerpfase betere beveiligingsmaatregelen hiertegen worden ingebouwd.

Inventarisatie en reductie
Deze norm werd eind afgelopen jaar wereldwijd overeengekomen. Hij specificeert terminologie, principes en methoden waarmee engineers risico’s in processen beter kunnen beoordelen en vooral reduceren. Ook strekt hij zich uit over de documentatie en verificatie van de inventarisatie en reductie van gevaren bij machines en industriële installaties.

De betreffende technische werkgroep van ISO heeft zich bij de vernieuwing van de norm niet alleen gebaseerd op nieuwe technologie, maar vooral ook op praktijkervaring bij het gebruik van machines en ongevallen, incidenten en onvoorziene risico’s daarbij.
Ongevalskosten
Recente studies hebben volgens het wereldwijde ISO aangetoond dat de totale kosten voor individu en samenleving van één enkel ongeval kunnen oplopen tot 1 miljoen USD.
Met NEN-EN-ISO 12100 van 2010 kan de kans op toekomstige ongevallen al in de ontwerpfase beter in kaart worden gebracht. De norm voorziet in een aantal logische stappen. Tijdens dat proces worden niet alleen fysieke risico’s als beklemming, andere verwondingen en elektrische aanraking geïnventariseerd, maar ook de mogelijke gevolgen van vermoeidheid en ander menselijk falen. Deze dienen al bij het ontwerp te worden weggenomen. Kan dat niet, dan dient er tegen te worden beveiligd. Daarna wordt het inventarisatieproces herhaald tot kan worden vastgesteld dat een machine of installatie voldoende veilig is voor gebruik.

Effectief
Voorzitter Christoph Preuße van de betreffende ISO-werkgroep: "De nieuwe ISO 12100 is een bewezen effectieve methode om het aantal ongevallen met machines terug te brengen. Ook draagt deze norm bij aan het wereldwijd wegnemen van technische handelsbelemmeringen met behoud van het niveau van veiligheid voor de gebruikers van machines. Dit in overeenstemming met de eisen vanuit nationale wetgeving in de meeste landen.”

De NEN-EN-ISO 12100 van 2010 vervangt de NEN-EN-ISO 12100 deel 1 en 2 van 2003 en de NEN-EN-ISO 14121 deel 1 van 2007. De internationale standaard kan tevens worden gebruikt als basis bij de ontwikkeling van type B- en C-veiligheidsnormen voor specifieke soorten machines.

zaterdag 15 oktober 2011

EN 954-1 binnenkort vervallen

Op 31-12-2011 wordt de norm EN 954-1 vervangen door EN ISO 13849-1.


Op 29-12-2009 werd de "oude" Machinerichtlijn 98/37/EG vervangen door de "nieuwe" norm 2006/42/EG. Met 2 jaar vertraging is per 31-12-2011 de besturingsnorm EN 954-1 niet langer geldig en verliest deze het vermoeden van overeenstemming. Hiermee wordt EN 954-1 uiteindelijk door EN ISO 13849-1 en IEC 62061 vervangen.

Uitgebreide analyse van gevaren vereist

De Machinerichtlijn 2006/42/EG vereist een uitgebreide analyse van gevaren die uitgaan van machines en installaties en de daaraan verbonden risico's. Niet in de laatste plaats bepalen de risico's de complexiteit van de te gebruiken besturing. De machinefabrikant moet daarom al bij de planning en constructie rekening houden met de veiligheids- en gezondheidseisen "CE-eisen".



Risicobeoordeling noodzakelijk

Eens te meer moeten daarom alle fabrikanten van een machine of hun gevolmachtigden die "complete of incomplete machines" aan de Europese Unie leveren, zorgen dat er een risicobeoordeling wordt uitgevoerd om de voor de machine geldende eisen voor gezondheidsbescherming en veiligheid vast te stellen.



Pilz-producten reeds conform de nieuwe norm gecertificeerd

Als expert op het gebied van machineveiligheid heeft Pilz alle producten reeds conform EN ISO 13849-1 en IEC 62061 gecertificeerd en het dienstenaanbod hierop overeenkomstig afgestemd. De Safety Calculator PAScal helpt u bij het verifiëren van functionele veiligheid.


Kijk voor het actie aanbod op www.bestellen.pilz.nl/pascal

maandag 29 augustus 2011

Ongeval vrij zink produceren! Gezond op het werk en gezond naar huis!


Nyrstar is een metallurgisch-chemisch productiebedrijf en de enige zinkproducent in Nederland. Er werken ca. 450 medewerkers die jaarlijks ca. 260.000 ton zink van zeer hoge kwaliteit produceren.

Nyrstar is gevestigd in Budel-Dorplein, in het zuidoosten van Nederland, nabij de Belgische grens (Gemeente Cranendonck), een toonaangevende wereldwijde multimetalen-onderneming, die aanzienlijke hoeveelheden zink produceert, net als andere producten, waaronder zilver, goud en koper.

In de zinksmelterij verwerken zij zinkconcentraat en secundaire grondstoffen uit de recyclingindustrie in een grootschalig productieproces waarbij naast zink tevens andere producten worden gemaakt, zoals zwavelzuur, Budel Leach Product (BLP), cadmiummetaal en koper- en kobalthoudende filterkoeken. De belangrijkste producten zijn SHG-zink en legeringen voor de galvanisering van zink.
Een van de waarden is veiligheid
Veiligheid komt bij Nyrstar altijd op de eerste plaats en is bepalend voor alles wat zij doen, voor de mensen in het bedrijf, in de buurt en voor het leefmilieu. Nyrstar Budel hecht dus veel waarde aan een beheerst en veilig productieproces. Zo starten ze elke dag op met een veilige startmeeting: alle techneuten komen even bij elkaar om de werkzaamheden van de vorige dag te evalueren, en de geplande werkzaamheden van de huidige dag te bespreken, zijn er bijzondere risico’s te verwachten? Bijvoorbeeld de kans op mistvorming in het celhuis vertelt Karel Cox, Hoofd proces Automatisering bij Nyrstar.

Met veiligheid wordt naast arbeidsveiligheid ook externe veiligheid bedoeld, dat wil zeggen de veiligheid voor de omgeving. Om het veiligheidsniveau bij Nyrstar op een hoog pijl te houden zijn goede communicatie, training en opleidingen vereist.

Nyrstar en Pilz: De Expert machineveiligheid training
Karel Cox legt uit dat een jaarlijkse training van de opleiding Expert machineveiligheid van Pilz een vast onderdeel binnen het programma is geworden. Jaarlijks worden 5 software engineers getraind op het bewust worden van veiligheid, wetgeving en regelgeving. Dit wil Cox het komende jaar uitbreiden met collega’s van de andere afdelingen zoals elektriciens uit de fabriek die de ondersteunende werkzaamheden verrichten en de 1e lijns problemen oplossen. Voor deze opleiding is Pilz benaderd omdat Pilz bekend was van de traditionele veiligheidsrelais en het gebruik van het besturingsysteem PSS3000. Karel Cox geeft aan dat Pilz ook een van de weinigen is die naast componenten ook veiligheidoplossingen en onafhankelijke trainingen biedt.

Nyrstar is naar aanleiding van een basisdag machineveiligheid naar het opleidingscentrum in Vianen gegaan om daar de 4-daagse opleiding "Expert machineveiligheid" te volgen. Karel Cox zegt dat Pilz zich op de volgende punten onderscheidt:

“De manier van lesgeven is zeer verhelderend, de noodzaak en belangrijkheid om op de hoogte te blijven van de wetgeving, de onafhankelijkheid van de safety consultants en trainers van Pilz”.

De insteek is, ieder ongeval is er één te veel. Er wordt nu voor elke machine een Risico Inventarisatie gedaan, om te bekijken op welke punten van de norm en de richtlijn wordt afgeweken, technische constructies dossiers worden gemaakt, overbruggingen zijn niet meer vanzelfsprekend maar worden aangescherpt en vastgelegd incl. handtekening van de onderhoudschef en sectiechef.

Nyrstar's sterke gedragsveranderingprogramma's "Safety Leadership" en "Working safely" zorgen ervoor dat hun medewerkers en aannemers elkaar helpen om nog veiliger te werken. Naast alle opleidingen, gericht op het voorkomen van risico’s, zorgen zij er ook voor dat de medewerkers goed zijn voorbereid zijn op noodsituaties. Meer dan de helft van het personeel is lid van de BHV-organisatie, daarnaast hebben zij nog een eigen bedrijfsbrandweer.

Op het gebied van arbeidshygiëne wordt de brongerichte aanpak nagestreefd. Naast de brongerichte aanpak wordt ook veel aandacht gegeven aan het monitoren van de arbeidshygiënische omstandigheden op de afdelingen. De mensen worden in hun opleiding en instructie goed voorgelicht met betrekking tot deze arbeidshygiënische omstandigheden. Ten slotte vindt ook gezondheidskundig onderzoek plaats via de Bedrijfsgeneeskundige dienst.

De doelstelling en motto van Nyrstar (en Cox) is dan ook: ongeval vrij zink produceren! Gezond op het werk en gezond naar huis!

Karel Cox, Hoofd proces automatisering over de expert Machineveiligheid opleiding van Pilz:
“deze opleiding geeft jaarlijks de informatie die ik nodig heb om er zeker van te zijn dat ik en mijn collega engineers kennis hebben van de Machinerichtlijn en veilig kunnen werken”.

donderdag 11 augustus 2011

Stichting Consument en Veiligheid in opdracht van het ministerie van SZW een gedragscampagne ontwikkeld


Steeds meer bedrijven hebben veilig werken hoog op de agenda staan. Niet alleen omdat ze het beste voor hebben met hun mensen, maar ook omdat veilig werken op termijn geld oplevert. Veiligheidsvoorschriften en PBM’s gaan hand in hand om veilig werken te bevorderen. Maar zonder communicatie komen we nergens.

Het nemen van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen en het goed doorspreken van veiligheidsrisico's dragen bij aan een efficiënte werkuitvoering en daardoor aan meer winst. Om het veiligheidsbesef binnen uw bedrijf naar een hoger plan te tillen en te zorgen dat iedereen doet wat van haar of hem mag worden verwacht, is echter meer nodig dan veiligheidsvoorschriften en het beschikbaar stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen. Communicatie over veiligheid en vooral over veilig gedrag is een bewezen effectief middel om dat beter te kunnen bewerkstelligen.

Maar communicatie over veiligheid en het gedrag van mensen is lastig. Het wordt vaak gezien als ongrijpbaar en soft. Hoe moet ik mijn mensen aanspreken? Hoe kan ik ze laten nadenken over hun eigen gedrag zonder toch niet zelf een beetje als een zeurpiet te worden weggezet? Gaat mijn inzet niet gewoon het ene oor in en het andere weer uit?

Gedragscampagne Alerta
Om u te ondersteunen en veiligheidsgedrag in uw organisatie bespreekbaar te maken heeft Stichting Consument en Veiligheid in opdracht van het ministerie van SZW een gedragscampagne ontwikkeld. Gedragscommunicatie helpt om het veiligheidsbewustzijn te verhogen, zodat bestaande regels en procedures beter worden nageleefd en daarmee de kans op ongevallen wordt verkleind. Daarom is een gedragscampagne ontwikkeld met beschermengel Alerta in de hoofdrol. Zij kan nou eenmaal niet 24 uur per dag op je schouder zitten en ze herinnert je eraan dat je zelf ook goed moet opletten.

Beschermengel Alerta maakt het onderwerp veiligheid op een sympathieke wijze bespreekbaar tussen alle lagen in de organisatie. Uiteraard is het van belang dat zowel leidinggevenden als het management zichtbaar betrokken zijn bij de campagne. De campagne is langere tijd inzetbaar en eenvoudig te implementeren, ook naast uw bestaande communicatie over veiligheid.

Opvallende campagnematerialen
De gedragscampagne bestaat uit een gratis startpakket dat zich richt op de drie grootste risico's van arbeidsongevallen, te weten werken met machines, werken op hoogte en werken met heftrucks. Het startpakket bevordert de herkenbaarheid van veilig werken en maakt het mogelijk intern verder op de specifieke veiligheidstips in te spelen om zo de veiligheid te waarborgen. Zo kunnen veiligheidsdeskundigen de materialen inzetten op de werkvloer, de materialen gebruiken bij trainingen, en lijnmanagers en adviseurs betrekken bij het starten van een veiligheidscampagne.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt één gratis startpakket per vestiging beschikbaar. Het pakket en extra materialen zijn te bestellen via de Alerta website www.veiligheid.nl/alerta.

Actualisering van EN 1034-1 voor machines waarmee cellulose-, hout- en papiervezels worden gewonnen



De papier- en celluloseproductie, waar zowel de hout-, cellulose- als papierverwerking onder vallen, is, afhankelijk van het gebruik en het type machines, zeer gevaarlijk en risicovol. Het snijden van het papier, het hoge toerental en de enorme afmetingen van de machines brengen risico's met zich mee die een regelrechte uitdaging vormen voor de machineveiligheid.

EN 1034-1 is een belangrijke C-norm voor machines voor papierfabricage en -afwerking. Deze norm biedt machinefabrikanten en exploitanten duidelijkheid over aan welke eisen moet zijn voldaan om met de Europese richtlijnen in overeenstemming te zijn. Deze norm is onlangs gewijzigd om te worden aangepast aan de "nieuwe Machinerichtlijn" 2006/42/EC. De norm geldt voor "machines waarmee cellulose-, hout- en papiervezels worden gewonnen en voorbereid en tot papier, karton, tissue of vezelplaten worden samengevoegd en afgewerkt". Ingenieurs kunnen de hierin beschreven eisen gebruiken als inspiratiebron voor de veiligheid van machines, ongeacht of deze machines bestemd zijn voor de Europese markt of voor een andere markt

In het kader van de actualisering door de nieuwe Machinerichtlijn heeft deze norm betrekking op nieuwe technologieën en normen in verband met onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie. De herziene norm verwijst nu ook naar EN ISO 13849 -1: 2008 en EN IEC 62061. Interessant is dat hierin een tabel beschikbaar wordt gesteld die SIL volgens EN IEC 62061 alsmede PL volgens EN ISO 13849 met de categorieën conform EN 954-1 voor deze reeks normen in verband brengt. Deze dient als hulpmiddel voor degenen die meer vertrouwd zijn met EN 954-1.

In de geactualiseerde norm wordt in het bijzonder uiteengezet dat de opstart-waarschuwingsinrichting alsmede de besturing van scheidende afschermingen ten minste moeten voldoen aan Safety Integrity Level "SIL 1" van EN 62061 resp. Performance Level "PL c" van EN ISO 13849. Daar waar veelvuldige toegang noodzakelijk is, is zelfs SIL 2 resp. PL d vereist. Onafhankelijk wordt er expliciet op gewezen dat middels een risicobeoordeling kan worden aangetoond of er een hogere beveiligingsgraad vereist is.

Pilz en milieu. Wat wordt verstaan onder RoHS? Restriction of Certain Hazardous Substances


De Europese richtlijn 2002/95/EG (RoHS = Restriction of Certain Hazardous Substances) voor de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen verbiedt het op de markt brengen van bepaalde producten per 1 juli 2006, indien het gehalte aan:
  • lood
  • kwikzilver
  • cadmium
  • zeswaardig chroom
  • polygebromeerd bifenyl
  • polygebromeerd difenylether
bepaalde grenswaarden overschrijdt

Voor welke producten geldt de RoHS?
De richtlijn is om de gemeenschapelijk afvalverwijdering te ontlasten van elektrisch en elektronisch afval.  Deze richtlijn geldt voor alle particulier en professioneel gebruikte elektrische en elektronische apparatuur zoals strijkijzers, computers, wasmachines en elektrisch gereedschap.

Onderdelen van een vaste installatie zoals industriële meet-, regel-, besturings- en aandrijfcomponenten zijn uitgesloten van de RoHS-richtlijn indien deze met machines een functie-eenheid vormen. Deze zijn zowel vanwege hun aard als de hoeveelheid niet vergelijkbaar met producten uit particuliere huishoudens. Ze worden ook niet via de gemeentelijke weg verwijderd.

Daarom vallen Pilz-producten volgens de huidige stand grotendeels ook niet onder deze richtlijn.

Waarom heeft Pilz zich vrijwillig verplicht de RoHS in acht te nemen?

Als toonaangevend fabrikant van producten voor veilige automatisering is het voor Pilz GmbH & Co. KG een uitdaging de uitwerkingen van haar producten op het milieu gedurende de complete levenscyclus, van de vervaardiging tot de afvalverwijdering, zo gering mogelijk te houden. Daarom heeft Pilz besloten alle producten aan bovengenoemde richtlijn aan te passen.

Om hierbij verder de kwaliteit en betrouwbaarheid van de producten te waarborgen, zijn alle componenten vooraf gecontroleerd op hun RoHS-compatibiliteit en bij geschiktheid vrijgegeven. Ook zijn de procesparameters voor loodvrij solderen opnieuw gedefinieerd. Hiermee is een gekwalificeerde basis gelegd voor het omzetten van productie-inrichtingen naar RoHS-compatibiliteit, welk proces in mei 2006 is afgesloten. Vanaf dit moment worden Pilz-producten middels loodvrije soldeerprocessen geproduceerd met RoHS-compatibele componenten

Nieuwe veiligheidsvoorschriften voor handbediende drukplaten

De gezondheids- en veiligheidsinstantie HSE is de nationale instantie van Groot-Brittannië voor veiligheid en gezondheid op de werkplek. Dankzij research en onderzoeken door deze instantie is een serie dodelijke ongevallen bekend geworden, waaronder twee in Groot-Brittannië en een in Duitsland. De ongevallen vonden plaats tijdens het gebruik van standsdegels met handmatige bediening die in de druk- en verpakkingsindustrie worden toegepast. Omdat de machines in de loop der jaren steeds groter zijn geworden, brengen operators hun leven in gevaar als ze op de stansmachines klimmen.

Tim Small, een specialist en veiligheidsfunctionaris van HSE verklaart:  "Stansdegels met handmatige bediening zijn machines met een hoog risico. Onze onderzoeken hebben aangetoond dat arbeiders tussen de stansplaten van de machines kunnen klimmen en dit ook doen. Het risico is extra hoog als de stansplaten zich in een stopstand in de halfautomatische modus bevinden. In deze situatie worden operators niet beschermd door de huidige veiligheidsmaatregelen."

Veel machines zijn in gebruik genomen vóórdat de Machinerichtlijn in werking trad. Om die reden besloot de HSE dan ook nieuwe voorschriften uit te vaardigen. Pilz gaat ervan uit dat de werkgroep die de voorschriften heeft uitgewerkt deze van de geharmoniseerde EU-norm EN 1010-5 heeft afgeleid. Het is waarschijnlijk dat andere regelgevende instanties van de EU er oog voor zullen krijgen dat de HSE in Groot-Brittannië in dit opzicht de leiding neemt.

Pilz biedt veiligheidsservices waarbij het risico van bepaalde druk- en verwerkingsmachines wordt vastgesteld en pasklare engineeringsoplossingen voor druk- en stansmachines met handmatige bediening worden ontwikkeld. Een van deze projecten is ontwikkeld voor SCA Display's Production in Shenstone, Groot-Brittannië.

De heer Ian Clews, Facilities Manager van de productie-installatie verklaarde: "De service die door Pilz werd geboden was buitengewoon goed. Daar valt niets op af te dingen. Elke modificatie en elke software-update werd snel gerealiseerd op het moment dat wij deze nodig hadden en de technische ondersteuning van de ingenieurs van Pilz was excellent. De werkrelatie was zeer hecht en resulteerde in een werkelijk collaboratieve oplossing:"

woensdag 11 mei 2011

Alstublieft, een handig hulpmiddel! Gids voor praktische vertaling van de Machinerichtlijn 2006/42/EG

Deze gids vormt een praktische vertaling van de Machinerichtlijn. Elk artikel dat in de Machinerichtlijn staat wordt aangegeven in het rood, waaronder een vertaling wordt gegeven naar de praktijk. De situaties die beschreven zijn, zijn vragen die uit de praktijk komen en die door de Europese werkgroep zo goed mogelijk zijn vertaald. Met dit document kunt u vragen die ontstaan bij het lezen van de Machinerichtlijn vertalen met voorbeelden en onderbouwen waarom u wel of niet zaken moet toepassen. U kunt veel onduidelijkheden bij het lezen van de Machinerichtlijn met dit document verklaren. Een zeer handig hulpmiddel!

Let op: De artikelen in het rood zijn de artikelen vanuit de Machinerichtlijn, echter is bij deze Nederlandse versie al rekening gehouden met de vertaalfouten die vanuit het Engels naar het Nederlands zijn ontstaan. Dat betekent dus dat in de officiële Nederlandse Machinerichtlijn die opgenomen is in de wet (Warenwet Besluit Machines) de vertaalfouten nog staan! Dit wijkt dus af van de Gids. Bij twijfel wordt altijd naar de Engelse Machinerichtlijn en Gids gegrepen. Let dus op dat de rode teksten afwijken van de wet!

Download hier de Machinerichtlijn

Het CE-markeringstraject – Machines (vervolg, Deel 2)


Voordat CE-markering op het product kan worden aangebracht moet aan bepaalde wettelijke eisen worden voldaan. Deze eisen komen voort uit de zogenaamde Europese richtlijnen. Om ervoor te zorgen dat aan deze wettelijke eisen wordt voldaan moeten een aantal stappen doorlopen worden. De verzamelnaam voor de verschillende stappen is ‘het CE-markeringstraject’. Dit traject, evenals de te onderscheiden stappen wordt hieronder kort toegelicht.

1. Product definitie
2. Bepaal welke richtlijnen er van toepassing zijn;
a. Machinerichtlijn, Richtlijn Laagspanning, Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit…..
3. Keurende instantie noodzakelijk? Zo ja, schakel deze in.
4. Toetsen aan essentiële eisen (Bijlage I) per richtlijn;
5. Bepaal welke normen er van toepassing zijn;
6. Uitvoeren van een risicobeoordeling;
7. Treffen van risicoreducerende maatregelen;
8. Technisch (constructie)dossier samenstellen;
9. Gebruikshandleiding in taal van land van gebruik;
10. Verklaring van overeenstemming opstellen (IIA-verklaring);
11. CE-markering plaatsen

A.1,2 Product Definitie en Inventarisatie richtlijnen
Voordat bepaald kan worden of een product voldoet aan de richtlijnen en waar eventuele aanpassingen vereist zijn wordt geïnventariseerd welke richtlijnen (http://www.newapproach.org/Directives/DirectiveList.asp) van toepassing zijn. Dit houdt in dat de machine getoetst wordt aan het toepassingsgebied van verschillende richtlijnen.

A.3 Notified Body – Keurende Instantie
Voor de meeste machines mag de fabrikant zelf de CE-markering aanbrengen. Voor een aantal groepen machines, die een hoger niveau van gevaar kennen, mag de fabrikant dit niet zelf doen. Voor die machines moet een zogenaamde ‘Aangewezen Instantie’ een keuring uitvoeren. Afhankelijk van de situatie bestaan er verschillende keuringsmodules. Deze machines vallen onder Bijlage IV van de Machinerichtlijn. Dit zijn onder andere: spuitgietmachines.
Keuringsprocedures kunnen variëren van het uitvoeren van een zogenaamde ‘typekeuring’ tot het beoordelen van het Technische Constructie Dossier. Deze ‘typekeuring’, dan wel beoordeling van het TCD wordt uitgevoerd door de Aangewezen Instantie, ofwel een ‘Notified Body’, die gespecialiseerd is op dat specifieke gebied.

A.4 Bepaling & Toetsing relevante eisen Machinerichtlijn – Bijlage I
In deze fase wordt bepaald aan welke eisen uit de bijlage van de Machinerichtlijn de machine moet voldoen. Daarnaast dienen de overige richtlijnen op essentiële eisen te worden gecontroleerd.

A.5A Inventarisatie normen
De Europese productrichtlijnen bevatten vrij algemene (niet-technische) eisen. Aan deze eisen moet technische invulling gegeven worden middels de in normen verwerkte gegevens (bij voorkeur Europees geharmoniseerde normen). In deze fase wordt onderzocht welke normen relevant zijn voor de machine en wordt vastgesteld aan welke normen voldaan moet worden.

A.5B Controle op basis van C-norm
Voor een groot aantal machines is een zogenaamde C-norm uitgebracht. Deze categorie normen bevat informatie aangaande de veiligheid voor specifieke machines. In deze stap wordt gecontroleerd of de machine voldoet aan de eisen van deze C-norm. Indien er geen C-norm bestaat voor de machine wordt deze stap overgeslagen.

A.6A Gevarenidentificatie
Op basis van het ontwerp, het prototype en/of vergelijkbare producten wordt onderzocht welke risico’s er bij het gebruik van het product in de ruimste zin van het woord ontstaan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een checklist op basis van een Europees geharmoniseerde norm betreffende risicoanalyses en eventuele aanvullende checklisten die in andere productspecifieke normen voorkomen.

A.6B Risico-inschatting
Nadat gevaren zijn geïdentificeerd is het belangrijk te bepalen hoe groot de risico’s zijn en welke factoren de hoogte van de risico’s bepalen.

A.7 Risicoreductie
Bij deze stap wordt bepaald of er risico’s zijn die gereduceerd moeten worden en op welke manier zij gereduceerd kunnen worden. De in de vorige stap vastgestelde waardes zijn essentieel bij de keuze van de reductiemaatregelen.

A.8 Samenstellen Technisch (Constructie) Dossier (TD)
Tijdens de verdere ontwikkeling en de daadwerkelijke constructie van het product dient een dossier te worden samengesteld. Dit dossier dient alle onderdelen te bevatten die zijn genoemd in de Machinerichtlijn. Het TD kan worden gezien als het bewijsmateriaal dat de veiligheid van het product moet aantonen. Daarom is het van groot belang dat alle noodzakelijke gegevens hierin verwerkt zijn.

A.9 Samenstellen en opstellen gebruikershandleiding
Ten einde een veilig gebruik te kunnen realiseren is een goede gebruikershandleiding essentieel. De gebruikershandleiding moet niet alleen voldoen aan de in de Machinerichtlijn gestelde eisen qua volledigheid, duidelijkheid, niveau van de gebruiker en taal, maar zal tevens moeten voldoen aan de in relevante normen gestelde aanvullende eisen.

A.10 Opstellen verklaring
Indien voorgaande stappen met succes zijn doorlopen kan worden overgegaan tot het opstellen van een EG-verklaring van overeenstemming. Deze verklaring bevat een lijst van alle richtlijnen en normen die zijn aangehouden bij de bouw van de machine.

A.11 Aanbrengen CE-markering (typeplaat)
Het aanbrengen van de CE-markering kan worden gezien als het sluitstuk. Deze CE-markering dient ook aan een aantal eisen te voldoen welke onder andere zijn opgenomen in de Machinerichtlijn. Daarnaast dient op de machine een typeplaat te worden aangebracht. Onderzocht wordt welke gegevens op de typeplaat moeten worden overgenomen.

Wilt u meer weten over CE? Neem dan contact op met Pilz 0347 320 477 of info@pilz.nl.

Ongelukken ook bij u in de regio

Helaas komt het nog vaak voor dat er ongelukken plaatsvinden in een industriële omgeving. Veel nieuwsberichten over bedrijfsongevallen zijn verzameld en te vinden op het volgende blog: http://bedrijfsongeval.blogspot.com

Pilz kan u door middel van een zogenaamde quick-scan* ofwel low-budget scan een overzicht bieden waarmee u snel inzicht en overzicht krijgt in de grootste gevaren die zich op globaal niveau afspelen binnen uw machinepark.

Pilz zal door middel van een rondgang door uw productieomgeving en door het stellen van vragen aan uw medewerkers kunnen constateren waar zich mogelijke gevaarlijke situaties afspelen. Naar aanleiding van deze scan ontvangt u een bondig rapport waarin Pilz aangeeft welke globale gevaren in uw productieomgeving aanwezig zijn en geeft een prioriteitsvolgorde aan waarmee u uw verdere traject kunt opbouwen.

Pilz geeft u advies voor vervolgstappen die uitgevoerd dienen te worden in het kader van machineveiligheid.

*Quick-scan = geen risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E).

Heeft u vragen of wilt u aanvullende informatie? Dan kunt u ons bereiken op 0347- 320 477 of info@pilz.nl.

dinsdag 10 mei 2011

Gids voor praktische vertaling van de Machinerichtlijn 2006/42/EG

Deze gids vormt een praktische vertaling van de Machinerichtlijn. Elk artikel dat in de Machinerichtlijn staat wordt aangegeven in het rood, waaronder een vertaling wordt gegeven naar de praktijk. De situaties die beschreven zijn, zijn vragen die uit de praktijk komen en die door de Europese werkgroep zo goed mogelijk zijn vertaald. Met dit document kunt u vragen die ontstaan bij het lezen van de Machinerichtlijn vertalen met voorbeelden en onderbouwen waarom u wel of niet zaken moet toepassen. U kunt veel onduidelijkheden bij het lezen van de Machinerichtlijn met dit document verklaren. Een zeer handig hulpmiddel!

Let op: De artikelen in het rood zijn de artikelen vanuit de Machinerichtlijn, echter is bij deze Nederlandse versie al rekening gehouden met de vertaalfouten die vanuit het Engels naar het Nederlands zijn ontstaan. Dat betekent dus dat in de officiële Nederlandse Machinerichtlijn die opgenomen is in de wet (Warenwet Besluit Machines) de vertaalfouten nog staan! Dit wijkt dus af van de Gids. Bij twijfel wordt altijd naar de Engelse Machinerichtlijn en Gids gegrepen. Let dus op dat de rode teksten afwijken van de wet!

Beschikbaar op: http://downloads.pilz.nl/Guide_MD_2006-42_NL_1.pdf

zondag 8 mei 2011

Stuurt op bevlogenheid Uit de gele comfort zone

Jan Tournois (Directeur Pilz Nederland)
Pilz die al jaren vooraan staat op het gebied van machineveiligheid verbreedt haar aanbod in de richting van de standaardautomatisering en levert tegenwoordig ‘safety solutions’ en ‘safe solutions’. ‘We moesten uit die niche’, verklaart directeur Jan Tournois van Pilz Nederland. ‘ Onze gele bril die wij bij wijze van spreken op hebben blijft wel opstaan’, maar we kijken steeds verder.  Mede door de verdergaande integratie van de veiligheid in machines is het belangrijk om het geheel te beschouwen en dat doen wij dan ook. ’Pilz moest weer gaan pionieren en de bedrijfsvoering aanpassen’. Om mensen gemotiveerd te krijgen en hen in de juiste richting te laten bewegen werden hun onderliggende motieven naar boven gehaald. 
"Ik stuur tegenwoordig op bevlogenheid met de kennis die ik nu heb". 
Nadat Jan Tournois eerder al Pilz Benelux, en later ook Pilz internationaal, had omgeturnd van een productgeoriënteerde naar een organisatie die ook dienstverlening aanbiedt,  kwam hij in 2009 voor een nieuwe uitdaging te staan. ‘We komen oorspronkelijk uit de standaardautomatisering, maar toen de veiligheids-plc opkwam en dat booming business werd, zijn we ons gaan focussen op veiligheid. De automatiseringskennis van nu maakt het mogelijk om automatisering integraal te beschouwen, waardoor de niche langzaam verdwijnt.  Dus verving Pilz in haar missie de ‘safety solutions’ door ‘safe solutions’. De mensen bij Pilz zijn allemaal industriële automatiseringsingenieurs die veelal hun sporen hebben verdiend bij grote automatiseerders en zich vervolgens hebben bekwaamd in veiligheid. Vanuit dat specialisme kunnen zij nu prima een – uiteraard veilige – standaardautomatisering verzorgen, stelt Tournois en maakt daarbij de analogie met de gezondheidszorg: ‘Van een specialist vertrouw je wel een algemeen advies, hij is immers ook gewoon dokter, maar de huisarts laat je niet iets specialistisch doen.’

Mensgericht sturen
Gevolg was wel dat de Pilz-medewerkers anders moesten leren denken. ‘We kwamen vanaf een productgeoriënteerde organisatie en moesten dienstverlening opnemen als uitbreiding van onze basis, dit alleen al vroeg een geheel nieuwe marktbenadering. Nu staan we voor de uitdaging om niet alleen het safety-deel te doen, maar de gehele automatisering, en dat natuurlijk wel safe. Dat vereist wederom een geheel andere wijze van denken. Het was en is nog steeds een leuke exercitie voor het bedrijf, opeens moesten we weer gaan pionieren.’ Mensen zijn echter gehecht aan hun specialisme, hun beschermde niche, zo ondervond Tournois al snel. ‘Ze voelen zich vertrouwd in dat hoekje, ze moeten uit hun comfort zone, dat is best lastig. Dus ben ik heel mensgericht gaan sturen: hoe kan ik jou als persoon helpen, wat past wel of niet bij jou? Als je resultaat wilt behalen, heb je daarvoor een bepaald gedrag voor nodig, dit gedrag heeft weer motivatie nodig. En om dat te meten kom je uit de onderliggende motieven. Die motieven zijn per mens en per afdeling verschillend. Mensen in de binnendienst worden op een totaal andere manier gemotiveerd om harder te werken dan in de buitendienst, marketing of engineering. Dus hebben we per afdeling daadwerkelijk laten analyseren wat de motieven zijn waarmee je de mensen in de richting kunt laten gaan die jij wilt en dus betere resultaten behaalt.’

Doorbraak
Als concrete motieven noemt Tournois onder meer groeimogelijkheden, status en communicatie: ‘Neem het feedbackmechanisme: ook al sta je in het magazijn, als je nooit wat te horen krijgt, dan heb je zoiets van, ‘laat toch staan die dozen, waarom zou ik ze opruimen, ze vinden mij ook niet belangrijk’. Het heeft ook met status te maken. Niet in de zin van meer verdienen, want dat is hier geen issue, de mensen zijn intrinsiek gemotiveerd. Maar wel in de zin van gehoord willen worden. Dat zit soms in heel kleine dingetjes. Het probleem ontstaat als je als directeur extrapoleert vanuit je eigen denken: als ik in de binnendienst zou zitten, dan zou ik zus of zo doen, en op die manier ook de groep aanstuurt. Maar dat is principieel fout, want die groep heeft fundamenteel andere denkpatronen, die je zelf niet kunt reproduceren. De meeste reorganisaties gaan fout vanwege de perceptie van de kleine groep die de reorganisatie uitvoert.  Er wordt dikwijls een blauwdruk gemaakt op basis van een plan, een rationeel eenzijdig plan en dit blijkt in praktijk in de meeste gevallen niet te werken. In de wetenschap is dit principe bekend, maar de fout wordt in praktijk nog steeds gemaakt. Ieder mens heeft energie en wil werken, aan de mensen zelf ligt het niet. Je moet meer van onderaf  nagaan welke motieven  er nodig zijn om hen te motiveren voordat je verwachtingen van mensen kunt hebben. ’Een succesvolle wijziging in de organisatie begint dan ook bij het afstellen van het fundament voor de nieuwe organisatie, de medewerkers gaan dan graag mee’.
Pilz Nederland kreeg de mogelijkheid deel te nemen aan de marktinvoering van een nieuw wetenschappelijk instrument.  Een team organisatiewetenschappers rapporteerde na het onderzoek per afdeling wat de waarde van de motieven waren en wat deze zouden moeten zijn om wenselijk gedrag en dus resultaat te behalen. ‘Dit onderzoek is echt een doorbraak vertelt Tournois; elk bedrijf kan hiermee aan de gang.  Het onderzoek is afgerond en inmiddels is het team wetenschappers met het instrument een  eigen bedrijf begonnen, Nolost Capital, en ik ben dermate positief dat ik hen graag verder help. Bij ons moederbedrijf in Duitsland vindt men het heel spannend wat hier gebeurt. Zoals wel vaker is Nederland voorloper met dit soort ontwikkelingen; er is hier veel vrijheid voor mensen om vanuit hun eigen verantwoordelijkheid te werken.’

Bottom-up
Alle medewerkers gingen mee in de omslag. ‘Ook perfectionisten die voor zichzelf de lat heel hoog leggen en vaak problemen zien. Als je hen respecteert, op waarde schat,  goede feedback en heldere kaders geeft, dan worden zij ook blij. Het ligt niet aan de mensen, het ligt eraan hoe je als managementteam met hen omgaat.’ Uiteraard waren er trainingen en die sorteerden veel effect, meldt Tournois. ‘Feedback bijvoorbeeld was bij enkele afdelingen een issue. Vanuit het managementteam werd te gemakkelijk gedacht, ‘joh, dat weet iedereen wel’. We hebben nu vanuit de interne overlegstructuren een intranet ingericht waarop na elk overleg de punten worden gelogd die interessant zijn voor de hele organisatie. En er wordt ook teruggeven wat er met die punten is gedaan. Verkoop kreeg altijd zoveel tips van iedereen, die vond het te veel moeite om dat allemaal terug te geven. Maar je moet dus leren om die feedback wel te geven, want zo bouw je een relatie op met degene die dat belangrijk vindt.’
Een andere concrete verandering is dat jaarplannen nu bottom-up worden gemaakt. Elke medewerker levert zijn bijdrage aan en doet daarvoor mee in workshops. ‘Ze zijn nu al mee bezig voor volgend jaar. We hebben de rollen omgedraaid, zij bepalen wat we met elkaar zouden kunnen gaan doen. Dan komt de lat opeens veel hoger te liggen dan jij als directeur ’m zou durven leggen. Elke salesengineer bijvoorbeeld voelt zich veel meer ondernemer, nu hij z’n eigen targets heeft gesteld.’

Bevlogenheid
Vanuit zijn interesse voor psychologie – Tournois verdiepte zich in het vakgebied – gaat de Pilz-directeur met de sturing van medewerkers aan de slag. ‘Advertenties voor vacatures zijn vaak saai; ik mis de spirit, waar is de bezieling? Ik stuur juist op bevlogenheid en probeer bevlogen medewerkers binnen te houden en nieuwe aan te trekken. Ik wil uitstralen dat het leuk is om bij Pilz te werken.’ Bij de laatste vacature van Pilz Nederland in Vianen (dertig medewerkers) profileert het bedrijf zich dan ook met de trefwoorden dynamiek, innovatie en plezier. Zijn ervaringen wil Tournois graag delen met collega-ondernemers, maar natuurlijk telt ook het resultaat bij Pilz zelf: ‘Onze cijfers vertonen een duidelijk knikpunt; de omzet en met name ook de winst is significant beter. Het rendement van de mensen, ons human capital, ligt vanwege die bevlogenheid hoger. Ze werken effectiever en ik ben dan ook trots op onze medewerkers’.  

http://www.pilz.nl/
http://www.nolostcapital.nl/

vrijdag 6 mei 2011

Arbeidsinspectie bezoekt 900 metaalbedrijven

De Arbeidsinspectie voert dit jaar ongeveer 900 inspecties uit in bedrijven die metaalproducten maken. De inspecteurs letten vooral op de blootstelling aan rook door lassen en snijden en de veiligheid van machines.

Tijdens de inspecties, die zonder verdere vooraankondiging plaatsvinden, zal de inspecteur zich richten op metaalbewerkingsmachines en heftrucks. Hierbij is vooral de afscherming van de boorkop en boor bij de kolomboor en de afscherming van de klauwplaat bij de draaibank een speerpunt.
 
Las- en metaalsnijrook
Het tweede onderwerp waarop de inspecteur let is de blootstelling aan las- en metaalsnijrook. Hiervoor is de grenswaarde van 1 mg/m3 vastgesteld. De concentratie van las- en metaalsnijrook in de lucht die de werknemer inademt, moet lager zijn dan deze grenswaarde.

Vooral bedrijven die de laatste vijf jaar niet zijn bezocht, lopen nu kans op een inspectie. Ook bezoekt de Arbeidsinspectie enkele bedrijven waar de laatste jaren veel overtredingen zijn geconstateerd. De bezoeken beperken zich niet tot de twee genoemde onderwerpen. Als een situatie buiten deze onderwerpen een ernstig risico voor personen vormt, zal de inspecteur ook handhaven. Dat handhaven kan variëren van een waarschuwing en het maken van een mondelinge afspraak tot het stilleggen van het werk en het opleggen van een boete.

Om metaalondernemers te helpen bij het aanpakken van de risico's, zodat handhaving kan worden voorkomen, heeft de Arbeidsinspectie de brochure 'Arbeidsrisico's in de metaalsector' opgesteld. Daarin zijn enkele risico's beschreven die de inspecteurs zijn tegengekomen, evenals de verplichtingen die voor werkgevers gelden.
   
Bron: Metaalnieuws

Machines in betonindustrie onveilig!

In circa 75% van de betonmortelcentrales en betonfabrieken wordt niet veilig gewerkt. Dit blijkt uit controles van de Arbeidsinspectie bij 252 bedrijven.
Bij nagenoeg alle bedrijven waar iets niet klopte, trof de inspectie meerdere onveilige werkplekken en machines aan. De Arbeidsinspectie liet het werk 71 keer stil leggen en er werden 719 waarschuwingen uitgedeeld. Het werk in deze sector is lichamelijk zwaar, maar op dat gebied constateerden de inspecteurs nauwelijks problemen.

Veel ongevallen
De betonindustrie omvat betonfabrieken, waar prefab-producten worden vervaardigd, waaronder heipalen, betontegels en muur- en vloerplaten, en betonmortelcentrales, waar vloeibaar beton wordt gemaakt. Deze tak van industrie telt in ons land circa 350 bedrijven met in totaal 13.000 werknemers. De kans op een ongeval in de betonindustrie is bijna twee keer zo hoog als in de bouw. In 2009 vonden vijf van de tachtig dodelijke ongevallen die bij de Arbeidsinspectie werden gemeld, plaats in de betonindustrie. De Arbeidsinspectie zal voorlopig jaarlijks controles uitvoeren in deze sector, omdat het aantal overtredingen hoog is. De factsheets over de inspecties in de betonindustrie zijn te vinden op de website van de Arbeidsinspectie.

woensdag 4 mei 2011

Het CE-markeringstraject – Machines (vervolg, Deel 2)

Voordat CE-markering op het product kan worden aangebracht moet aan bepaalde wettelijke eisen worden voldaan. Deze eisen komen voort uit de zogenaamde Europese richtlijnen. Om ervoor te zorgen dat aan deze wettelijke eisen wordt voldaan moeten een aantal stappen doorlopen worden. De verzamelnaam voor de verschillende stappen is ‘het CE-markeringstraject’. Dit traject, evenals de te onderscheiden stappen wordt hieronder kort toegelicht.

1.    Product definitie
2.    Bepaal welke richtlijnen er van toepassing zijn;
a.    Machinerichtlijn, Richtlijn Laagspanning, Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit…..
3.    Keurende instantie noodzakelijk? Zo ja, schakel deze in.
4.    Toetsen aan essentiële eisen (Bijlage I) per richtlijn;
5.    Bepaal welke normen er van toepassing zijn;
6.    Uitvoeren van een risicobeoordeling;
7.    Treffen van risicoreducerende maatregelen;
8.    Technisch (constructie)dossier samenstellen;
9.    Gebruikshandleiding in taal van land van gebruik;
10.    Verklaring van overeenstemming opstellen (IIA-verklaring);
11.    CE-markering plaatsen

A.1,2    Product Definitie en Inventarisatie richtlijnen
Voordat bepaald kan worden of een product voldoet aan de richtlijnen en waar eventuele aanpassingen vereist zijn wordt geïnventariseerd welke richtlijnen (http://www.newapproach.org/Directives/DirectiveList.asp) van toepassing zijn. Dit houdt in dat de machine getoetst wordt aan het toepassingsgebied van verschillende richtlijnen.

A.3    Notified Body – Keurende Instantie
Voor de meeste machines mag de fabrikant zelf de CE-markering aanbrengen. Voor een aantal groepen machines, die een hoger niveau van gevaar kennen, mag de fabrikant dit niet zelf doen. Voor die machines moet een zogenaamde ‘Aangewezen Instantie’ een keuring uitvoeren. Afhankelijk van de situatie bestaan er verschillende keuringsmodules. Deze machines vallen onder Bijlage IV van de Machinerichtlijn. Dit zijn onder andere: spuitgietmachines.
Keuringsprocedures kunnen variëren van het uitvoeren van een zogenaamde ‘typekeuring’ tot het beoordelen van het Technische Constructie Dossier. Deze ‘typekeuring’, dan wel beoordeling van het TCD wordt uitgevoerd door de Aangewezen Instantie, ofwel een ‘Notified Body’, die gespecialiseerd is op dat specifieke gebied.

A.4    Bepaling & Toetsing relevante eisen Machinerichtlijn – Bijlage I
In deze fase wordt bepaald aan welke eisen uit de bijlage van de Machinerichtlijn de machine moet voldoen. Daarnaast dienen de overige richtlijnen op essentiële eisen te worden gecontroleerd.

A.5A    Inventarisatie normen
De Europese productrichtlijnen bevatten vrij algemene (niet-technische) eisen. Aan deze eisen moet technische invulling gegeven worden middels de in normen verwerkte gegevens (bij voorkeur Europees geharmoniseerde normen). In deze fase wordt onderzocht welke normen relevant zijn voor de machine en wordt vastgesteld aan welke normen voldaan moet worden.

A.5B    Controle op basis van C-norm
Voor een groot aantal machines is een zogenaamde C-norm uitgebracht. Deze categorie normen bevat informatie aangaande de veiligheid voor specifieke machines. In deze stap wordt gecontroleerd of de machine voldoet aan de eisen van deze C-norm. Indien er geen C-norm bestaat voor de machine wordt deze stap overgeslagen.

A.6A    Gevarenidentificatie
Op basis van het ontwerp, het prototype en/of vergelijkbare producten wordt onderzocht welke risico’s er bij het gebruik van het product in de ruimste zin van het woord ontstaan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een checklist op basis van een Europees geharmoniseerde norm betreffende risicoanalyses en eventuele aanvullende checklisten die in andere productspecifieke normen voorkomen.

A.6B    Risico-inschatting
Nadat gevaren zijn geïdentificeerd is het belangrijk te bepalen hoe groot de risico’s zijn en welke factoren de hoogte van de risico’s bepalen.

A.7    Risicoreductie
Bij deze stap wordt bepaald of er risico’s zijn die gereduceerd moeten worden en op welke manier zij gereduceerd kunnen worden. De in de vorige stap vastgestelde waardes zijn essentieel bij de keuze van de reductiemaatregelen.

A.8    Samenstellen Technisch (Constructie) Dossier (TD)
Tijdens de verdere ontwikkeling en de daadwerkelijke constructie van het product dient een dossier te worden samengesteld. Dit dossier dient alle onderdelen te bevatten die zijn genoemd in de Machinerichtlijn. Het TD kan worden gezien als het bewijsmateriaal dat de veiligheid van het product moet aantonen. Daarom is het van groot belang dat alle noodzakelijke gegevens hierin verwerkt zijn.

A.9    Samenstellen en opstellen gebruikershandleiding
Ten einde een veilig gebruik te kunnen realiseren is een goede gebruikershandleiding essentieel. De gebruikershandleiding moet niet alleen voldoen aan de in de Machinerichtlijn gestelde eisen qua volledigheid, duidelijkheid, niveau van de gebruiker en taal, maar zal tevens moeten voldoen aan de in relevante normen gestelde aanvullende eisen.

A.10    Opstellen verklaring
Indien voorgaande stappen met succes zijn doorlopen kan worden overgegaan tot het opstellen van een EG-verklaring van overeenstemming. Deze verklaring bevat een lijst van alle richtlijnen en normen die zijn aangehouden bij de bouw van de machine.

A.11    Aanbrengen CE-markering (typeplaat)
Het aanbrengen van de CE-markering kan worden gezien als het sluitstuk. Deze CE-markering dient ook aan een aantal eisen te voldoen welke onder andere zijn opgenomen in de Machinerichtlijn. Daarnaast dient op de machine een typeplaat te worden aangebracht. Onderzocht wordt welke gegevens op de typeplaat moeten worden overgenomen.

Wilt u meer weten over CE? Neem dan contact op met Pilz 0347 320 477 of info@pilz.nl.

Tip: op 10 juni a.s. geven wij de cursusdag CE in ons opleidingscentrum Vianen. Inschrijven kan via opleidingen.pilz.nl

maandag 14 maart 2011

Pilz introduceert berekeningssoftware voor verificatie van functionele veiligheid

Pilz heeft een softwaretool ontwikkeld die ervoor zorgt dat de bepaling van het veiligheidsniveau van machines en installaties gemakkelijk is. Met de Pilz Safety Calculator kan op een systematische werkwijze met in achtname van de nieuwe normen de berekening aanzienlijk worden vergemakkelijkt, zonder dat men de mathematiek die aan die normen ten grondslag ligt hoeft te bestuderen.

Veiligheidsniveaus van veiligheidsfuncties eenvoudig bepalen
De Safety Calculator PAScal berekent het bereikbare PL (Performance Level) en SIL (Safety Integrity Level) van veiligheidsfuncties in machines en installaties, afhankelijk van de gebruikte componenten. Het resultaat wordt getoetst aan het vereiste PL conform EN ISO 13849-1 resp. SIL conform EN/IEC 62061 en de eventueel vereiste handelwijze wordt aangegeven. Door de grafische weergave van de resultaten ziet de gebruiker op eenvoudige wijze op welke plaatsen en met welke componenten het vereiste veiligheidsniveau wordt bereikt.

PAScal bevat de kerngegevens van de Pilz producten als geïntegreerde bibliotheek. Eigen apparaatbibliotheken kan men zelf aanmaken of in de vorm van product bibliotheken van andere fabrikanten importeren.

De calculatiesoftware PAScal voor de verificatie van functionele veiligheid (EN/IEC 62061, EN ISO 13849-1) is nu in versie v1.5.1 verkrijgbaar. Het belangrijkste kenmerk van deze versie is de verbetering van de bibliotheken wat betreft gegevensformaat, import, export en mogelijkheden voor het gebruik van concrete componenten in al hun veelzijdigheid.

Nieuwe functies en bijzonderheden
Deze versie ondersteunt onder meer de import van bibliotheken in het Sistema-formaat. De aanpassing van de interne gegevensstructuur brengt verdere voordelen met zich mee:
Zo wordt bijvoorbeeld het opsplitsen van een component in meerdere, verschillende bibliotheekgegevens overbodig, omdat meerdere datasets voor verschillende gebruikswijzen kunnen worden vastgelegd.

Omdat elke component nu versie afhankelijke datasets kan bevatten, kunnen ook componenten worden vastgelegd die buiten hun levenscyclus wisselende prestatiegegevens hebben.

Dankzij de nieuwe versie v1.5.1 is het mogelijk componenten met een algemene uitsluiting van fouten vast te leggen. Zo kunnen componenten die voor documentatiedoeleinden in de veiligheidsfuncties geen bijdrage aan de calculatie leveren, algemeen mede worden vastgelegd.

De bibliotheken kunnen automatisch on line worden geactualiseerd.

Gebruikers van vroegere versies hebben geen nieuwe licentiesleutel nodig om de nieuwe versie te kunnen gebruiken.

Meer informatie: www.pilz.nl, info@pilz.nl of bel 0347 320 477.

Safety on track…

Whether transporting passengers or freight, the main requirement is the same:
to be in the right place at the right time. That’s not the only reason why economical rail traffic solutions are so important. The extensive rail network must also be controlled and monitored safely. And there’s the safety of the trains themselves to guarantee.

We offer components and solutions for:
  • Signalling systems
  • Switchpoint controllers
  • Level crossings and level crossing control systems
  • Track cleaning systems
  • Gate systems

Comprehensive services such as risk analysis or verification of safety solutions complete the range
The modular safety system PNOZmulti is the ideal solution for the safe control of level crossings with flashing light signals or barrier drives. The system’s features include simple connection to the level crossing control system, simple configuration with the PNOZmulti Configurator and reduced wiring and engineering effort.

Platform safety – safe gate functions
A train entering the station must approach quickly and precisely. Trains stop at precisely defined positions, enabling the doors to open and passengers to board and leave the train safely access equipment. Safe sensors from Pilz monitor the safe position and function of the gate equipment. Combined with evaluation logic from Pilz – it’s an economical, safe solution

Safety in the shunting yard
The points in shunting yards must be safely monitored and controlled to ensure that everything runs smoothly. The axles of the carriages must be counted and monitored safely as they pull in and out.
Logic operations with Pilz programmable safety systems PSS are particularly suitable for complex applications

Safety when building and maintaining the tracks
Track bed cleaning machines, ballast distribution and grading machines, machinery for converting track or new build: With our comprehensive product range from safe sensors, safe hardware or software-based control systems through to actuators, Pilz has a tailored for each machine.

Strengere controles op naleving plicht tot Risico Inventarisatie en Evaluatie


Minister Kamp van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid heeft medegedeeld dat de Arbeidsinspectie vanaf 1 januari 2011 de naleving van de RI&E-plicht strenger controleert.

Inspecteurs zullen tijdens hun inspecties, ongeacht het feit of er een daadwerkelijke overtreding of tekortkoming is vastgesteld, naar de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) vragen.

Wanneer de RI&E ontbreekt krijgt het bedrijf in eerste instantie een waarschuwing om binnen een bepaalde termijn aan zijn verplichting te voldoen. Gebeurt dit niet, dan wordt alsnog een bestuurlijke boete opgelegd.

Tot 1 januari inspecteerde de Arbeidsinspectie doorgaans pas op de aanwezigheid van een RI&E, als zich een ongeluk had voorgedaan, of bij vaststelling van een ernstige overtreding van de Arbo-regelgeving.


Bron: Arbeidsinspectie

CE-markering geeft aan dat een machine veilig is. Is dat altijd zo? Wat moet een fabrikant doen voordat hij verantwoord de CE-markering aan kan brenge



Door het plaatsen of in bedrijf nemen van machines op de markt binnen de Europese Economische Ruimte (EER) heeft men de de verplichting om te leveren volgens de Machinerichtlijn 2006/42/EG. Deze richtlijn eist van een fabrikant van machines dat deze veilig en gezond zijn voor haar gebruiker (‘operator en technicus’) gedurende de gehele levenscyclus. Deze basale ‘Essentiele Veiligheids- en Gezondheidseisen’ zijn terug te vinden in Bijlage I, artikel 1.1.2 van de richtlijn.

Door het aanbrengen van de CE-markering op een machine geeft de fabrikant aan dat de machine dusdanig is ontworpen dat deze veilig te gebruiken is gedurende de gehele levensduur van die machine. Het geeft als het ware aan dat de machine veilig is. Echter voordat de CE-markering aangebracht mag worden, dient een volledig traject doorlopen te worden.

Het doel van dit traject is te komen tot een veilige machine, niet het opzadelen van de fabrikant met extra documentatielast. Echter, er kan niet aan worden ontkomen om te documenteren. Deze documentatie vormt immers de bewijslast waaruit blijkt dat de fabrikant naar eer en geweten heeft gehandeld.

Basis bepalingen veiligheid
Om de veiligheid te garanderen is de beste (en wettelijk verplichte vanuit de Machinerichtlijn, Bijlage I, Algemene beginselen Lid 1) projectaanpak om het CE-markeringstraject (Machinerichtlijn Artikel 5) te doorlopen. Het belangrijkste element uit dit proces is het uitvoeren van een risicobeoordeling (Risico Analyse = RA). Deze risicobeoordeling is dan het uitgangspunt voor de keuzes van de beveiligingen, maatregelen en een onderbouwing (bewijslast) voor de fabrikant. De methodiek voor het uitvoeren van een risicobeoordeling omschreven in Bijlage B.

CE-markeringstraject
Met het uitvoeren van het totale CE-markeringstraject kan men ervoor zorgdragen dat er op een veilige en verantwoorde manier aan de machine gewerkt kan worden. Hiermee kan de machine verantwoord worden verhandelt op de Europese markt en voldoet men aan de eisen. De stappen om tot een veilige machine te komen zijn als volgt:

Product definitieBepaal welke richtlijnen er van toepassing zijn;Machinerichtlijn,Richtlijn Laagspanning, Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit…..Keurende instantie noodzakelijk? Zo ja, schakel deze in.Toetsen aan essentiële eisen (Bijlage I) per richtlijn;Bepaal welke normen er van toepassing zijn;Uitvoeren van een risicobeoordeling;Treffen van risicoreducerende maatregelen;Technisch (constructie)dossier samenstellen;Gebruikshandleiding in taal van land van gebruik opstellen;Verklaring van overeenstemming opstellen (IIA-verklaring);CE-markering plaatsen.

Bron: Basering op Arikel 5, Machinerichtlijn 2006/42/EG

dinsdag 1 maart 2011

Geïntegreerde veiligheid in aandrijvingen is een trend

Geïntegreerde veiligheid in aandrijvingen is een trend in de automatisering. Zo wordt de ergonomie, beschikbaarheid en productiviteit van machines verhoogd. Veilige aandrijftechniek is gebaseerd op een combinatie van standaardaandrijvings- en veiligheidscomponenten. Volgens de huidige stand der techniek wordt de beweging steeds uitgevoerd door een niet-veilige component. De veilige component garandeert dat tijdens het instelbedrijf geen gevaarlijke bewegingen ontstaan.

Veiligheidklassen
Veilige aandrijffuncties kunnen worden verdeeld in drie klassen: veilige stopfuncties, functies voor het veilig bewaken van bewegingen en overige veiligheidsfuncties. De integratie van veiligheid in de aandrijving opent nieuwe perspectieven voor de samenwerking tussen mens en machine. Zo kunnen machines bij een veilig gereduceerde snelheid en geopende hekken comfortabel worden ingesteld.
De realisatie van veiligheidsfuncties met externe componenten heeft vaste voet gekregen op de markt en zal ook in de toekomst nog nuttig zijn. De basisfunctie van veilige aandrijffuncties is de veilige uitschakeling van de energietoevoer. De nadelen van externe oplossingen zijn voldoende bekend: extra bedrading, trage reactietijd, extra netschakelaars en het ontladen van de tussenkring. Met de geïntegreerde, veilige pulsblokkering is een categorie -3-uitschakeling conform NEN EN 954-1 of SIL 2 conform NEN EN 61508 mogelijk.

Voor de functies van de veilige bewaking van bewegingen bestaan eveneens externe en geïntegreerde oplossingen. Om vast te stellen of een beweging voldoet aan de voorgeschreven grenswaarden zijn signalen noodzakelijk die een duidelijke indicatie van de beweging van de actuator geven. Om de bewaking van bewegingen veilig uit te voeren is het belangrijk dat de sensorsignalen worden gecontroleerd op plausibiliteit.

Een voorbeeld hiervan is het multifunctionele veiligheidssysteem PNOZmulti, waarmee functies als 'veilig gereduceerde snelheid' en 'veilige draairichting' kunnen worden gerealiseerd. De implementatie is uiterst eenvoudig, aangezien voor de bewaking het feedbacksignaal van de aandrijving parallel wordt verwerkt. Bij de detectie van een storing wordt de aandrijving via de tegenwoordig gangbare impulsblokkering in de versterker uitgeschakeld. Met de parallelle verwerking van sensorsignalen middels een veiligheidscomponent is de realisatie van de veilige bewaking van bewegingen als externe oplossing mogelijk. Er dient echter wel rekening te worden gehouden met hogere bedradingskosten. Het voordeel van deze oplossing is de eenvoudige ombouw van bestaande installaties. De markt biedt op het gebied van de besturingstechniek tegenwoordig twee topologieën: een krachtige besturing, bijvoorbeeld IPC met soft-PLC, is via een snel bussysteem direct met veldapparatuur verbonden en bestuurt zo centraal een complete installatie.

Centrale veiligheid
Ook kan een installatie zijn georganiseerd in cellen die elk met een eigen besturing onafhankelijk kunnen functioneren. Deze decentrale besturingen zijn via een veldbus-systeem met elkaar of met een hogere besturing verbonden.

Een centraal programma kan vrijwel willekeurig over verschillende besturingen worden verdeeld. Er bestaat dan een centraal overzicht van de installatie, terwijl de HW-configuratie verschillend kan zijn.

Wat voor standaardbesturingen geldt, kan ook worden toegepast op de veiligheidstechniek. Snelle Ethernet-gebaseerde, veilige bussystemen staan centrale, decentrale en verdeelde topologieën toe. Deze maken een veilige verwerking van asgegevens - en daarmee de bewaking - op een centrale plaats mogelijk. Voor het veilige Ethernet-systeem SafetyNET p van Pilz zijn twee communicatieprincipes beschikbaar om ook tegemoet te komen aan bijzonder tijdkritische toepassingen. Terwijl de variant Real time frame network (RTFN) volledig compatibel is met het uit de kantoorautomatisering bekende standaard-Ethernet en een systeem-cyclustijd van ongeveer 1 milliseconde mogelijk maakt, kan met de variant Real time frame line (RTFL) een systeem-cyclustijd tot 62,5 microseconden worden gerealiseerd. Door deze optimalisatie van de cyclustijden is het systeem ook geschikt voor aandrijvingsbesturingen.

Machineveiligheid
Van belang is de vraag welke risicobeperkende maatregelen voor een toepassing noodzakelijk zijn. Zo zijn contactloos werkende beveiligingsinrichtingen zoals lichtschermen of plaatsgebonden beveiligingsinrichtingen zoals tweehandenbedieningsrelais op een veiligheidsrelevante verwerking aangesloten. Via de uitgangen van de verwerkingseenheid zoals een veiligheidsbesturing worden nu veilige aandrijffuncties geactiveerd. Bij eenvoudige toepassingen is het raadzaam de veiligheidsrelevante verwerking in de aandrijving te integreren en sensoren direct op de servoversterker aan te sluiten. Vanwege de beperkte externe poorten zal bij grotere toepassingen een aparte configureerbare of programmeerbare veilige verwerkingseenheid worden gebruikt.

Safe Motion
De ontwikkeling van Safe-Motion-oplossingen gaat nu pas echt van start. Nieuwe complexe veilige sensorsystemen zoals camera's of encoders in combinatie met Ethernet-gebaseerde veilige bussystemen openen geheel nieuwe dimensies voor de veilige bewaking van bewegingen. Aandrijvingsgeïntegreerde en externe veiligheidscomponenten zullen ook in de toekomst nuttig zijn. Bij externe oplossingen worden de tegenwoordig graag aangevoerde nadelen zoals hoge bedradingskosten en langere reactietijden door een snelle en veilige buscommunicatie en krachtiger veilige besturingen opgeheven.

maandag 10 januari 2011

Pilz en duurzaam ondernemen

Voor Pilz is niet alleen het technologisch leiderschap op het gebied van veilige automatiseringstechniek een onbetwist doel. Pilz voldoet ook aan de hoogste eisen met betrekking tot kwaliteit en milieu.

Milieu
Pilz ontwikkelt milieuvriendelijke producten met behulp van ecologische materialen en
energiebesparende technieken. In ecologisch vormgegeven gebouwen wordt milieubewust en energiebesparend geproduceerd en gewerkt

Milieu management bij Pilz:
  • Pilz werkt met zijn leveranciers aan kwaliteits- en milieugeoriënteerde levervoorwaarden en voert regelmatig leveranciersbeoordelingen uit, ook op basis van een ecologische oriëntatie.
  • Pilz werkt samen met autoriteiten, verenigingen en andere instellingen en volgt hieromtrent ook de wettelijke ontwikkelingen.
  • Het begrip van medewerkers bij Pilz voor kwaliteit, veiligheid en milieubeheer wordt met trainingen en voortdurende informatie bevorderd.
  • Milieubewust handelen is de taak van alle medewerkers. Voortdurende verbetering wordt gewaarborgd door het Continue-Verbeterings-Proces-Systeem (CVP-systeem).
  • De ontwikkeling van milieuvriendelijke producten met behulp van ecologische materialen en energiebesparende technieken (energiebesparende sensoren, besturingen en actuatoren) dient bij te dragen aan de bescherming van het milieu.
  • In ecologisch vormgegeven gebouwen wordt milieubewust en energiebesparend gewerkt en geproduceerd.
  • Pilz registreert zijn milieuprestaties (energieverbruik, afvalstroom, waterverbruik) en evalueert de resultaten om op lange termijn de milieuprestaties te verbeteren.

Kwaliteit
Pilz voldoet aan deze eis dankzij de continue verbetering van alle interne kwaliteitsprocessen. Sinds 1994 is Pilz gecertificeerd conform DIN EN ISO 9001.

Pilz met ISG ook uw Internationale partner


De Internationale Services Group van Pilz (ISG) kan diensten op internationaal niveau voor u verzorgen door middel van een innovatieve, uniforme en gekwalificeerde aanpak.

Pilz ISG is door jarenlange kennis en ervaring op gebied van (internationale) wetten & regelgeving, machineveiligheid, technische - mechanische, -elektrische pneumatische en hydraulische installaties uw partner voor het oplossen van complexe projecten en helpt u graag een voorsprong te realiseren.

ISG kan o.a. het volgende voor u op internationaal niveau verzorgen:

  • Plant en Risk Assessments
  • Safety Concepts en Designs
  • System Implementation
  • Safety Validation
  • CE Marking
  • International Compliance and Customized
  • Safety Life Cycle (wereldwijd).


Kijk voor meer informatie www.pilz.nl/services

Wilt u ook op Internationaal niveau zaken doen met Pilz en ISG? Of wilt u aanvullende informatie over de plan van aanpak? Dan kunt u contact met ons opnemen Tel: 0347 320 477 of info@pilz.nl.

Provincie Overijssel en Pilz nemen bruggen en sluizen onder de loep

Veiligheid vooropstellen, verrassingen voorkomen

Veiligheid staat hoog op de maatschappelijke agenda: burgers verwachten dat overheden hun veiligheid maximaal garanderen. Zo gaan ze ervan uit dat de weg- en waterinfrastructuur veilig is. Tegelijk moeten diezelfde overheden op de financiën letten en prioriteren. Alle reden voor de provincie Overijssel, eenheid Wegen en Kanalen, om twee jaar geleden in zee te gaan met Pilz Nederland, specialist in industriële veiligheid. Om te beginnen werden enkele bruggen en sluizen onderworpen aan een risico-inventarisatie en -evaluatie. De resultaten daarvan helpen niet alleen bij het verminderen van de veiligheidsrisico’s, maar geven ook input voor een structurele aanpak van beheer en onderhoud – van reactief naar preventief.

Beweegbare bruggen en sluizen gelden als machines – ze hebben bijvoorbeeld een aandrijving – en vallen daarom onder de Europese Machinerichtlijn. Tegenwoordig kunnen deze ‘machines’ op afstand worden bediend, maar in Overijssel worden ze na een afweging van kosten en baten deels nog bemensd. Mede daarom is de Arbo-wetgeving, gebaseerd op de Europese Arbeidsmiddelenrichtlijn, van kracht. Vanuit deze twee hoofdlijnen – machineveiligheid en arbo – voert Pilz risico-inventarisaties en -evaluaties (RIE’s) uit. Sinds een jaar of zeven doet het bedrijf dit ook bij bruggen en sluizen, onder meer voor Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten.

Beheer en onderhoud
Bruggen en sluizen heeft Overijssel in overvloed – denk aan het kanaal Almelo-Coevorden in het oostelijk deel van de provincie en aan de waterrijke ‘Kop’ in het noordwesten. Zowel de beroepsvaart als recreatieve schippers maken er volop gebruik van. Onder de verantwoordelijkheid van de eenheid Wegen en Kanalen van de provincie vallen circa veertig (beweegbare) bruggen en tien sluizen. Binnen de eenheid is het team Vaarwegbeheer en Installaties verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de technische installaties van bruggen en sluizen. ‘Veiligheid staat daarbij voorop’, verklaren teamleider Leon Zijlstra en adviseur Simon de Klerk: ‘Voorheen was het beheer vooral reactief van karakter. Tegenwoordig streven wij ernaar het onderhoud preventief te verrichten. Ook maken we inzichtelijk welk onderhoud in de toekomst benodigd is. Daarmee willen we financiële verrassingen voorkomen, ook als het gaat om vervanging.’

Verantwoordelijkheid
De provincie monitort alle objecten intensief middels onder meer periodieke inspectie, legt De Klerk uit. ‘Het onderhoud dient ons inziens transparant en planmatig te worden georganiseerd. Om hiervoor een beheersprogramma te kunnen gebruiken, wilden we meer zicht krijgen op onze technische installaties en het eventuele achterstallige onderhoud. Daarom hebben wij een studie laten uitvoeren naar de technisch gevoelige punten. We hebben hiervoor Pilz ingehuurd. Als externe partij kijkt dit bedrijf er met een objectieve blik naar.’ De eindverantwoordelijkheid blijft bij de provincie liggen, benadrukt Zijlstra: ‘Pilz maakt risico’s inzichtelijk en stelt een plan van aanpak op; daarmee kunnen wij dan verder.’ Dat plan van aanpak is een onafhankelijk advies, verzekert manager marketing & communicatie Diane van Putten van Pilz. ‘Wij sturen dat niet richting onze eigen producten.’ Dat zou ook niet zo maar kunnen, legt Zijlstra uit: ‘Bepaalde opdrachten moeten wij openbaar of zelfs Europees aanbesteden.’ De tweetrapsaanpak – eerst de bewustwording omtrent risico’s vergroten en dan pas over oplossingen praten – is een verstandige, vindt De Klerk. Die eerste stap, de bewustwording, is met name bij bedrijven vaak lastig, weet Van Putten. Bij de provincie Overijssel bestaat het risico-bewustzijn echter wel. Concreet brengen bruggen en sluizen bijvoorbeeld risico’s met zich mee op het gebied van beknelling, te lage leuningen, de elektrische besturing (bijvoorbeeld uitvoering van de noodstop en schakelmateriaal) en de afscherming van tandwielen.

Prettig samenwerken
De provincie en Pilz besloten vorig jaar tot een pilot. Pilz onderwierp vijf objecten – een dwarsdoorsnede uit het bestand – aan een RIE. De bevindingen werden neergelegd in een rapport. De Klerk is te spreken over de aanpak van Pilz. ‘Er kwam een complete offerte, met een duidelijk stappenplan voor de beoordeling. Dat gaf een solide gevoel.’ Zijlstra noemt Pilz een marktpartij waarmee het prettig samenwerken is: ‘Ze werken laagdrempelig, zijn toegankelijk en beschikken over een goede expertise.’ De vertegenwoordigers van de provincie waren ook zeer te spreken over het detailniveau in de rapportages. ‘Dat kan om heel praktische zaken gaan’, illustreert Van Putten: ‘Mensen worden gemiddeld langer dan vroeger, dus moeten de leuningen hoger worden.’ Inmiddels zijn de eerste acties naar aanleiding van de inventarisatie ondernomen. De Klerk: ‘Wat dat betreft was het prettig dat Pilz aan de geïnventariseerde punten een kostenindicatie had gehangen.’ Hier betaalt zich de ervaring uit die Pilz sinds een jaar of zeven op dit terrein heeft opgedaan, verklaart Van Putten. De overige objecten staan nu op de planning voor een ‘opname’, zodat een gefundeerde meerjarenprogrammering kan worden opgesteld voor het beheer en onderhoud van de Overijsselse bruggen en sluizen. Een veilig gevoel.

De Grote Puntbrug in Vroomshoop is één van de objecten waarvoor Pilz in opdracht van de provincie Overijssel een risico-inventarisatie en -evaluatie heeft gedaan.


Foto: Provincie Overijssel

Risicobeoordeling volgens Pilz
Het Duitse familiebedrijf Pilz (1.300 medewerkers in 24 landen) geldt in de industriële automatisering als specialist in veiligheid. Pilz Nederland, gevestigd in Vianen, verzorgt met dertig medewerkers projecten, trainingen en consultancy. Daarbij hanteert het een planmatige aanpak. Voor risicobeoordelingen, zoals de RIE’s van bruggen en sluizen, volgt Pilz een stappenplan. Na de voorbereidingsfase, waarin projectaanpak, relevante wetgeving, richtlijnen en normen worden doorgenomen, volgen audits op locatie. Toetsing van de resultaten aan die wetgeving en normen resulteert in een identificatie van latente gevaren en een risicoschatting van deze gevaren. Voor deze risicobeoordeling hanteert Pilz een zogeheten ‘14-punten risicograaf’: op grond van de gradaties van effect, blootstelling, waarschijnlijkheid en gevaarafwending wordt elk risico ingedeeld in een van de veertien niveaus. Tot slot worden – afhankelijk van de geconstateerde risiconiveaus – voorstellen opgesteld voor risicoreductie. De opdrachtgever blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de daadwerkelijke terugdringing van risico’s.

Uitspraak Gerechtshof: NEN-normen niet algemeen verbindend

Het Gerechtshof ’s-Gravenhage heeft zich op 16 november 2010 uitgesproken over de status van NEN-normen in het Bouwbesluit 2003 en de Regeling Bouwbesluit 2003. Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat normen waarnaar wordt verwezen in de bouwregelgeving geen algemeen verbindend voorschrift worden.

In dit kader staat het Hof onder andere stil bij het feit dat:
  • NEN-normen niet zijn vastgesteld op grond  van een regelgevende bevoegdheid;
  • NEN-normen veelal geen eisen stellen, maar slechts rekenmethodes zijn; Aan NEN-normen niet behoeft te worden voldaan voor zover op andere wijze een gelijkwaardig resultaat wordt bereikt;
  • En de NEN-normen voldoende bekendheid hebben. Zij kunnen namelijk worden ingezien en aangeschaft.
Het vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage van 31 december 2008 wordt door het Hof vernietigd.

Conclusie
NEN-normen zijn geen wetten. Normen zijn afspraken, praktische richtlijnen die voor en door de markt zijn gemaakt. Het auteursrecht ligt bij NEN. Normen kunnen tegen betaling worden aangeschaft. Er blijft sprake van een evenredige verdeling van kosten tussen normontwikkelaars en normgebruikers.

Informatie
Voor inhoudelijke informatie, kunt u contact opnemen met Nicolette Drop, Manager Communicatie, telefoon (015) 2 690 435 of e-mail: communicatie@nen.nl .