dinsdag 30 oktober 2012

Nieuw Publicatieblad inzake de Machinerichtlijn

Met de publicatie van EU-publicatieblad 2012/C 256/01 van 24 augustus 2012 zijn onder meer nieuwe normen geharmoniseerd.
 
Met de publicatie van EU-publicatieblad 2012/C 256/01 van 24 augustus 2012 zijn onder meer nieuwe normen geharmoniseerd.Met ingang van 24 augustus 2012 heeft de Europese Commissie een nieuwe uitgave van het Publicatieblad inzake de Machinerichtlijn gepubliceerd. De inhoud van het Publicatieblad bestaat uit een actuele lijst van onder Machinerichtlijn 2006/42/EG geharmoniseerde normen alsmede hun referentiegegevens.

De nieuwe lijst vervangt de vorige lijst van 2012/C 159-01  en is verkrijgbaar onder nummer 2012/C 256/01.

Interactief platform www.wissen-maschinensicherheit.deHebt u vragen over de Machinerichtlijn of over andere onderwerpen op het gebied van machineveiligheid? Stel deze dan op ons interactieve platform http://www.wissen-maschinensicherheit.de/. Of neem contact met ons op: Wij ondersteunen u gedurende de hele levenscyclus van de machineveiligheid, van de risicoanalyse tot de CE-markering.

Download:
Publicatieblad van de Europese Unie 2012/C 256/01

Risicominimalisering van palletstapelaars

Risico's van palletteerinrichtingen en de bijzonderheden bij de beoordeling van deze machines.
 
Risico's van palletteerinrichtingen en de bijzonderheden bij de beoordeling van deze machines.
Palletstapelaars zijn vaak in het productieproces ingebed en aan een automatisch transportsysteem, transportbanden of overige machines zoals stretch-wikkelmachines gekoppeld. Om deze reden zijn ze niet altijd voorzien van beveiligingsinrichtingen of veiligheidsvoorzieningen. Er wordt echter op vertrouwd dat de integrator bij de eindmontage zorgt voor risicobeperkende maatregelen. Hierbij wordt vaak gebruikgemaakt van een omheining, om de palletstapelaar te beveiligen met een veiligheidstechnisch geïntegreerde deur die een toegangsruimte bezit. In veel gevallen worden echter belangrijke hiaten geconstateerd, bijvoorbeeld:

Uitgang van de palletstapelaar
1. De uitgang van de palletstapelaar is niet beveiligd. Soms worden eenvoudige, attenderende maatregelen (afsperringen, borden) gebruikt om personen voor het betreden van de installatie te waarschuwen resp. de installatie voor het betreden van de energievoorziening te scheiden (uit te schakelen). Deze zogeheten "administratieve maatregelen" zijn helaas vaak ineffectieve pogingen om risico's te beperken. Het is daarom zinvoller veiligheidsmaatregelen zoals elektrosensitieve inrichtingen (bijv. lichtschermen) toe te passen.

Blokkeerinrichtingen ontbreken
2. Verschaft de bediener of servicemedewerker van de machine zich toegang tot de in- of uitloopzone van de palletstapelaar, dan is hij niet automatisch door veiligheidsfuncties (lichtschermen,...) beschermd tegen de voor- en nageschakelde machines. In zo'n geval ontbreken bijvoorbeeld blokkeerinrichtingen die voorkomen dat een opgeheven pallettafel als gevolg van een defect of kettinguitval omlaag valt. Mechanische palletstapelaars dienen (volgens EN 415-4) te zijn voorzien van blokkeerinrichtingen. Bij een heftafel voor pallets die door een eenvoudig werkende hydraulische cilinder wordt aangedreven, kan een (normaal gesloten) terugslagventiel direct bij de voet van de cilinder worden aangebracht. Deze dient dan als valbeveiliging bij het openen van een hek of het bedienen van de noodstopknop.

Heraanloopblokkering/markering
3. Voor onderhoudsactiviteiten onder de pallettafel (bijv. aan het hydraulisch circuit, blokkeermechanisme) bestaat geen blokkeerinrichting die voorkomt dat de pallettafel omlaag valt. Een extra mechanische blokkeerinrichting (bijv. mechanische bouten of afbakeninrichtingen) in de stutpositie zou moeten worden gebruikt voor grotere onderhoudswerkzaamheden (als onderdeel van een reglementair proces voor een veiligheidsrelevante blokkering/vergrendeling).

Palletstapelaars worden gekenmerkt door grote risico's

Vanwege de noodzaak van het betreden van de palletstapelaar en vanwege een of meerdere van de hierboven beschreven, bestaande veiligheidshiaten, is het mogelijk dat er ernstige ongevallen kunnen plaatsvinden. Onvoldoende beveiligde palletstapelaars zouden één van de belangrijkste prioriteiten voor uw risico- of installatiebeoordelingen moeten zijn! Door middel van pasklare oplossingen moeten gevaarlijke bewegingen worden voorkomen en een zorgvuldige omgang met opgeslagen energie worden gewaarborgd.

Maak niet bij toeval kennis met machineveiligheid!
Pilz staat u als partner terzijde met ons internationale netwerk van experts op het gebied van machineveiligheid. Neem contact met ons op. Pilz staat tot uw beschikking bij de advisering, constructie, implementatie en validering van uw machines en installaties.

Meer informatie:
Pilz services voor automatisering, installatie- en machineveiligheid

Goedgekeurd: James Pilz: trainingsagent 13849-1


James Pilz maakt onze trainingen omtrent machineveiligheid internationaal bekend.
 
Op www.james-pilz.com kunt u de wereldwijde inspanningen van James Pilz op de voet volgen.Onderweg voor uw machineveiligheid – met de campagne rond de trainingsagent James Pilz vermarkten wij internationaal onze trainingen voor machineveiligheid. Het komende jaar zullen op diverse platforms acties hieromtrent plaatsvinden.

Missie machineveiligheid
James Pilz is continu voor uw machineveiligheid onderweg – wereldwijd begeleidt hij inspanningen om de veiligheid te verbeteren en veiligheidsgebreken te constateren – dit is de gedachte die achter de campagne steekt. Op www.james-pilz.com, het centrum van de campagne, worden in een reisdagboek de inspanningen van James Pilz over de hele wereld in de diverse branches gedocumenteerd. James is voor het laatst gesignaleerd in een Duits amusementspark en bij de kabelbaan op de Suikerbroodberg in Brazilië! Hebt u ook een ansichtkaart van hem gekregen?

James Pilz op alle kanalen
Behalve via de website worden met social media (Facebook, Youtube), briefkaarten-mailings en gedrukte media (ke Next) diverse informatiekanalen bediend: Ke Next bericht elke maand over de acties van James Pilz of van onze veiligheidsexpert Christian Bittner, die "Safety Tipps & Tricks" geeft op het gebied van machineveiligheid.

Nieuwe wegen inslaan bij de vermarkting van trainingen
Het doel van de campagne rond de trainingsagent is om op een onconventionele en vermakelijke wijze potentiële deelnemers aan trainingen vertrouwd te maken met het thema machineveiligheid. Machineveiligheid is een boeiend en facettenrijk thema, waarmee middels de diverse communicatievormen van de campagne rekening wordt gehouden. De Pilz-dochterondernemingen in Duitsland, Ierland, België, Nederland, Denemarken en Oostenrijk maken deel uit van de acties – achter het trainings- en servicebereik zitten veel mensen uit diverse landen met een enorme kennis, die met elkaar werken aan de beste oplossing voor u.

Meer informatie - maak ook kennis met James Pilz!

James Pilz-reisdagboek
Youtube-film James Pilz
Facebook-pagina van James Pilz
trainingen voor machineveiligheid

Snel de juiste sensor vinden

Met de nieuwe sensor-navigator vindt u heel eenvoudig het door u gewenste product.
 
De sensor-producten-navigator biedt u een overzicht van ons sensor-productenspectrum en de betreffende toepassingsgebieden.

Bent u voor uw toepassing op zoek naar de juiste sensor? Pilz biedt u een grote verscheidenheid aan veilige sensoren die voldoen aan internationale normen, door certificeringsinstanties zijn getest en zijn goedgekeurd. Mechanisch, magnetisch, RFID, optisch of op camerabasis - het Pilz-portfolio biedt u sensoren met alle technologieën. Dankzij de nieuwe sensor-producten-navigator vindt u nu nog eenvoudiger het door u gewenste model.

Eenvoudig zoeken … eenvoudig vinden - met de navigator
Pilz sensoren zijn geschikt voor de veilige bewaking van posities, afschermkappen, kleppen, hekken, oppervlakken alsmede ruimten. Selecteer in de producten-navigator eenvoudig het gewenste bereik om alle relevante sensoren te zien. Vervolgens leidt de navigator u middels een muisklik automatisch naar het juiste product.

Probeer de navigator meteen zelf uit:
Sensoren PSEN - voor elke eis de juiste sensor: producten-navigator

Eén veilige sensor – drie posities

Posities bij standaard- en veiligheidstoepassingen efficiënt bewaken: gecodeerde veiligheidsschakelaar vervangt twee standaardsensoren.
 
Posities bij standaard- en veiligheidstoepassingen efficiënt bewaken.
Voor de bewaking van drie posities in een toepassing waren tot nu toe twee standaard-initiatoren en een veilige sensor noodzakelijk. Vanaf nu bestaat hiervoor een efficiëntere oplossing: de gecodeerde veiligheidsschakelaar PSEN cs x.19n kan twee standaardsensoren vervangen. Want de veilige sensor bewaakt twee standaardposities en een veilige positie tot en met veiligheidsniveau PL e volgens EN/ISO 13849-1 resp. SIL CL 3 volgens EN/ISO 62063.

Veiligheidsfuncties inclusief standaardtaken - zonder extra moeite
Er kunnen veiligheidsfuncties worden ingezet die ook nog standaardtaken van de automatisering kunnen overnemen - zonder extra moeite. Met de gecodeerde veiligheidsschakelaar PSENcode wordt de toepassing aanzienlijk vereenvoudigd. Behalve intiatoren zijn ook schakelvlaggen, een sensorbedrading en I/O-kanalen niet langer nodig. Hierdoor bespaart u moeite en kosten voor een standaard- en veilige positiebepaling.

Uw voordelen in één oogopslag:
  • Economische oplossing: slechts één sensor bewaakt en onderscheidt veilig maximaal drie posities inclusief standaardtoepassingen
  • Lagere kosten: intiatoren, schakelvlaggen, sensorbedrading en I/O-kanalen zijn niet langer nodig
  • Snelle diagnose: overzichtelijke LED-indicatie op de sensor
  • Lange levensduur: contactloos werkprincipe
  • Veilige totaaloplossing: in combinatie met het configureerbare veiligheidsrelais PNOZmulti Mini, PNOZmulti of het automatiseringssysteem PSS 4000

Meer informatie:
Gecodeerde veiligheidsschakelaar PSENcode voor positiebewaking

Productiviteit van hydraulische persen verbeteren

Automatiseringssysteem PSS 4000 FAST en mee bewegende beveiligingsmodule PSENvip – de optimale oplossing voor hydraulische persen.
 
Automatiseringssysteem PSS 4000 FAST en mee bewegende beveiligingsmodule PSENvip – de snelle, productieve oplossing voor hydraulische persen.Wilt u uw pers snel uitschakelen en toch productief blijven? Met de nieuwe Fast Control Unit in het automatiseringssysteem PSS 4000 (aangesloten op de besturing PSSuniversal) is dit eenvoudig te realiseren in combinatie met de mee bewegende beveiligingsmodule PSENvip.

Snelle lokale muting
Een snelle lokale muting is mogelijk door de lokale 'intelligentie' van de I/O-module. Zo kunnen ook spoelen en ventielen snel worden uitgeschakeld en wordt de totale reactietijd beperkt.

Uw voordelen in een oogopslag
  • nog snellere reactietijden
  • productiviteitsstijging tot 50% ten opzichte van basisvariant
  • snelle ventieluitschakeling voor veilig werken
  • hoge flexibiliteit en snelheid dankzij lokale intelligentie
Lees meer over de vele andere voordelen van PSENvip, zoals bijvoorbeeld de eenvoudige, gebruikersvriendelijke afstelling en de innovatieve optiek in de productgroep.
Meer informatie:
meetsysteem PSENvip
PSS 4000 FAST - Fast Control Unit 

Programma-editor PASmulti

Intuïtief te bedienen en veelvuldig beproefd – dit wordt gedemonstreerd in onze productanimatie.
 
Intuïtief te bedienen en veelvuldig beproefd – dit wordt gedemonstreerd in onze productanimatie.Een eenvoudig gebruik en intuïtieve bediening staan bij de programma-editor PASmulti centraal; zo is de configuratie van de in- en uitgangen in PASmulti kinderlijk eenvoudig. Een omvangrijke bibliotheek aan gecertificeerde veiligheids- en standaard-softwarebouwstenen vereenvoudigt het maken van programma's. Voor PASmulti hebt u geen programmeerkennis nodig – zo kunt u ook complexe functies eenvoudig gebruiken.
 
Programmeeromgeving garandeert uniform gebruik
Het bijzondere aan de programma-editor is het uniforme gebruik: ongeacht of u in de IEC-wereld programmeert of met PASmulti configureert – de programmeeromgeving is hetzelfde. Zo kunnen programma-onderdelen die in PAS IL (instructielijst) of PAS STL (gestructureerde tekst) individueel voor standaard- of veiligheidsrelevante functies zijn gemaakt, op PASmulti worden overgedragen. Op deze wijze kunnen complexe projecten met softwarecomponenten uit verschillende editors overzichtelijk worden gestructureerd.

Meer informatie:
animatie voor de programma-editor PASmulti

Productiviteitsstijging met muting

Dankzij muting zijn lichtschermen PSENopt geschikt voor processen waarbij materiaal een voor mensen veiligheidskritisch gebied moet passeren.
 
De lichtschermen PSENopt kunnen in de bedrijfsmodus Muting geschakeld worden
Opto-elektronische veiligheidsvoorzieningen PSENopt van Pilz kunnen op verschillende manieren in de bedrijfsmodus Muting gebruikt worden. Bij muting worden de lichtschermen tijdens een materiaaltransport in de gevarenzone tijdelijk overbrugd. Zo kan maximale veiligheid voor de bediener bij efficiënte arbeidsprocessen gegarandeerd worden.

Mogelijkheden van muting van opto-elektronische veiligheidsvoorzieningen
Enerzijds zijn er veiligheidslichtschermen met geïntegreerde mutingfunctie verkrijgbaar, anderzijds kan de mutingfunctie door alle Pilz-lichtschermen in combinatie met de configureerbare besturingssystemen PNOZmulti en het automatiseringssysteem PSS 4000 uitgevoerd worden. Speciaal hiervoor geprogrammeerde en goedgekeurde mutingbouwstenen maken een eenvoudige configuratie mogelijk.

Muting passend bij uw toepassing
Muting is geschikt voor alle processen waarbij gegarandeerd moet worden dat het materiaal een voor mensen veiligheidskritisch gebied passeert. Tegelijkertijd moet echter worden voorkomen dat de bediener dit gebied betreedt. Afhankelijk van de toepassing hebt u de keuze uit verschillende mutingoplossingen:
  • externe mutingsensoren in L-muting, T-muting of in gekruiste ordening
  • lichtschermen met geïntegreerde en voorgemonteerde mutingsensoren in L-muting en T-muting ordening
Muting met gekruiste mutingsensoren ( X-muting ) garandeert dat bijvoorbeeld ook "onnauwkeurig" verpakte pallets bij het passeren van het lichtscherm gedetecteerd worden. Als het materiaal slechts in één richting getransporteerd moet worden, worden de lichtschermen in de L-versie aangebracht. Bij de T-versie wordt materiaal in beide richtingen getransporteerd.

Voordelen van de opto-elektronische veiligheidsvoorzieningen PSENopt met mutingfunctie
  • Garantie op efficiënte arbeidsprocessen
  • Maximale veiligheid voor de bediener
  • Meer productiviteit bij beveiligde toegang tot het arbeidsproces

Meer informatie:
Opto-elektronische veiligheidsvoorzieningen

Configureerbaar besturingssysteem PNOZmulti 2

De ontwikkeling gaat verder: nieuwe generatie PNOZmulti beschikbaar.

De basismodule PNOZ m B0 is de nieuwste aanwinst in de PNOZmulti-familie.Het configureerbare veiligheidssysteem PNOZmulti is multifunctioneel, vrij configureerbaar en op maat gesneden voor veel gebieden van de installatie- en machinebouw. Veiligheidsfuncties zoals noodstop, hekbewaking, lichtschermen en vele andere worden veilig bewaakt. Met de softwaretool PNOZmulti Configurator beschikt u direct op de pc over alle benodigde veiligheidsfuncties. Ook de keuze van de uitbreidingsmodules kan heel eenvoudig via de PNOZ multi-configurator; de modules kunnen daar worden geconfigureerd. Op die manier bent u minder tijd kwijt aan engineering en kunt u sneller de markt op.

Nieuwe basismodule PNOZ m B0 met E/A uitbreidingsmodule
Gloednieuw voor uw toepassing zijn de basismodule PNOZ m B0 en in de eerste instantie, de I / O-uitbreidingsmodule PNOZ m EF 8DI4DO beschikbaar. Andere uitbreidingsmodules zijn gepland.

Ruimtebesparend en met verlicht display
De basismodule PNOZ m B0 spaart met zijn geringe breedte van slechts 45 mm ruimte in de schakelkast uit. Bovendien is het apparaat voorzien van een verlicht display, wat een snelle diagnose en snelle ingebruikname mogelijk is. Met de uitbreiding met maximaal 2 I/O-modules komen in totaal 16 ingangen en 8 halfgeleideruitgangen beschikbaar.

Wereldwijde veiligheidsstandaard voor alle machinetypen
U loopt geen enkel risico met het gebruik van de PNOZmulti-basismodule PNOZ m B0 - de wereldwijde veiligheidsstandaard voor alle machinetypen. Van welke standaardbesturing u ook gebruikmaakt, voor uw veiligheidsoplossing, die eenvoudig kan worden aangepast aan wisselende behoeften, kunt u steeds terecht op een en hetzelfde adres.

Uw voordelen in een oogopslag:
  • Een kortere "Time to market" configureerbare ingangen en uitgangen met de softwaretool PNOZmulti Configurator
  • Geschikt voor toepassingen tot en met SIL CL 3 en PL e
  • Eenvoudige diagnose door verlicht display met individuele klantteksten
  • PVIS-ondersteuning
Meer informatie:
Configureerbaar besturingssysteem PNOZmulti

donderdag 25 oktober 2012

Het meest betrouwbare veiligheidsrelais bestaat 10 jaar!

Het configureerbare besturingssysteem PNOZ Multi die de overbrugging vormt tussen klassiek veiligheidsrelais en programmeerbare besturingssystemen heeft zichzelf bewezen. Inmiddels is dit betrouwbare veiligheidsrelais al 10 jaar verkrijgbaar op de markt, en wordt nog steeds gezien als één van de succesvolste producten van Pilz.

Het modulaire veiligheidssysteem is multi-functioneel, eenvoudig configureerbaar en op maat gesneden voor uiteenlopende gebieden o.a. in de installatie en machinebouw.

Het configureerbare besturingssysteem PNOZmulti biedt een potentiële besparing van minstens 40% in alle engineeringfasen door een grafische configuratietool. De in- en uitgangen kunnen vrij worden geconfigureerd. Het gebruik van PNOZmulti loont al vanaf drie veiligheidsfuncties.

PNOZmulti wordt in talloze branches toegepast. De intelligente combinatie van veiligheid- en standaardbesturingsfuncties, het modulaire concept en de eenvoudige configuratie maken de besturing van de eenvoudigste machines tot aaneengeschakelde installaties mogelijk.

Naast de niet uitbreidbare basismodule (PNOZ mm0p)  beschikt Pilz over basismodulen die kunnen worden uitgebreid met communicatie- en veilige verbindingsmodulen (PNOZ mm0.1p/ PNOZ mm0.2p) De PNOZ mm0.2p beschikt daarnaast over een geïntegreerde Multi-Link-poort.
De eenvoudige toolkit bevat toebehoren om direct van start te gaan met PNOZmulti: een documentatiemap met de DVD PNOZmulti Configurator (zonder licentie), een chipkaartlezer, een chipkaartenset (32 KB, 10 stuks), een zegel en configuratiekabel.
Meer informatie: 0347 320 477 of www.pilz.nl

dinsdag 23 oktober 2012

Bewust afwijken van normen, mag dat zomaar?

We moeten voldoen aan de IEC 60204-1, is een veelgehoorde kreet. Wanneer we doorvragen waarom, is het antwoord vaak:’ nou, omdat het moet’ of omdat iedereen het zo doet. Maar is het nu wettelijk verplicht een norm toe te passen, of mag er ook van worden afgeweken? Dit is een vraag die opkomt wanneer men zich bezighoudt met machineveiligheid, de normen bieden handvatten maar soms ook technische uitdagingen en dat is soms lichtzinnig uitgedrukt. In dit artikel wordt toegelicht wat het nut is van het gebruik van normen en wat consequenties zijn van het wel of niet toepassen ervan.

Even in het kort: de Europese richtlijn, ook al doet hij anders vermoeden, is de wet. Niet helemaal, een richtlijn moet eerst worden opgenomen in de nationale wetgeving, dan wordt het de wet. Bijvoorbeeld: de Machinerichtlijn is in Nederland opgenomen in het Warenwetbesluit machines. Dit is praktisch een kopie van de richtlijn, ofwel kunnen we zeggen dat de Machinerichtlijn de wet is. Dat is de reden waarom er vaak gesproken wordt over de Machinerichtlijn in algemene zin en niet zozeer over het Warenwetbesluit. De richtlijn geeft dus geen richting aan, maar is ’normstellend’. Daarentegen is een norm niet ’normstellend’ maar geeft een ’richting’ aan. De wetgeving beschrijft de verplichte essentiële veiligheiden gezondheidseisen waaraan in de EU in de handel gebrachte machines moeten voldoen; een norm mag u volgen, maar het hoeft niet. Volgt u het nog?

Een norm is ontwikkeld om aan één of meerdere essentiële eisen uit de richtlijn te voldoen. Normen geven min of meer technische oplossingen aan voor uitdagingen die in de Machinerichtlijn worden gegeven. De relatie is als volgt: de richtlijn vormt een kader waarin voor de ontwerper van een machine een bepaalde ruimte zit en waarmee technische vooruitgang en innovatie niet worden belemmerd. Deze ruimte is noodzakelijk omdat een richtlijn niet zomaar herschreven en aangepast kan worden. Er zijn momenteel 27 lidstaten die hierover moeten beslissen. Ter illustratie, de ’oude’ Machinerichtlijn is van kracht geworden in 1995 en de huidige Machinerichtlijn 2006/42/EG op 29 december 2009. Daar zit (bijna) een periode van 15 jaar tussen...

Kader en invulling

De richtlijn bakent de grenzen af waarbinnen de ontwerper zijn speelruimte heeft. In beginsel is elke oplossing goed, als hij maar voldoet aan deze eisen. De eisen voor het ontwerp staan beschreven in de zogenaamde bijlage I: essentiële veiligheid- en gezondheidseisen. De vraag luidt vooral: “Hoe weet de ontwerper dat wat hij heeft  ontworpen ook daadwerkelijk correct en veilig is?” Omdat de richtlijn een kader is, zijn de eisen globaal van aard. Wanneer we vragen wat de kleur van de noodstop moet zijn, zal
iedereen zonder aarzelen zeggen dat dat rood met geel moet zijn, correct? Maar waar staat dat? De Machinerichtlijn geeft het volgende aan omtrent de noodstop: bijlage I,  artikel 1.2.4.3, 3e streepje:
- De inrichting moet: duidelijk herkenbare, goed zichtbare en snel bereikbare bedieningsorganen hebben. Over kleuren wordt niet gesproken! De norm, specifiek opgesteld voor de noodstoppen, de ISO 13850, zegt hierover het volgende: artikel 4.4.2:
- Het bedieningsorgaan van de noodstopvoorziening moet ROOD gekleurd zijn. Indien achter het bedieningsorgaan een achtergrond aanwezig is en indien dit uitvoerbaar is, moet de achtergrond GEEL gekleurd zijn.

De norm geeft ons dus duidelijk de richting voor wat betreft de keuze van de kleur. Dat maakt het voor de ontwerper gemakkelijker: hij hoeft alleen maar de norm te volgen in plaats van het zelf bedenken van de oplossing dat de noodstopinrichting duidelijk herkenbaar moet zijn. Rood/geel is bovendien algemeen geaccepteerd en wordt door vrijwel iedereen geassocieerd met gevaar of nood. De essentiële eisen zijn dus dwingend, maar de ontwerper mag zelf bepalen hoe hij deze invult. De toepassing van de normen is volledig vrijwillig. 

Voordelen van normen

Een belangrijk voordeel van het gebruik van normen is reeds aangegeven: het betreft het aanreiken van een - algemeen aanvaarde - oplossing voor een bepaald gevaargebied, wat de Machinerichtlijn onderstreept. Een ander voordeel van het volgen van de normen ligt in het juridische (bewijs)vermoeden van overeenstemming. Op het moment van het volgen van een norm die geharmoniseerd is, hetgeen betekent dat deze officieel is gekoppeld aan één of meerdere esentiële eisen van de Machinerichtlijn, ontstaat er een vermoeden dat er wordt voldaan aan deze eisen. Ofwel op het moment dat het misgaat, kan hiermee worden aangetoond dat de ontwerper er alles aan gedaan heeft om op dat punt de eisen zo goed mogelijk in te vullen. Een norm geeft:  
Afb. 1. Is het wettelijk verplicht een norm toe te passen,
of mag er ook van worden afgeweken?

- De stand der techniek aan
- En is daarmee een technisch hulpmiddel voor de fabrikant.

Valkuilen van normen
 
Is het gebruik van een norm zo heilig dat het eigen verstand aan de kant gezet kan worden? Nee, zo makkelijk is het nu ook weer niet. Veiligheid is en blijft een punt waarbij de ontwerper altijd zijn ’GAVE’ (gezond agrarisch verstand) moet blijven gebruiken, ook al zijn er honderden normen. De Machinerichtlijn eist dat de ontwerper een risicoanalyse uitvoert (Machinerichtlijn Bijlage I, artikel 1.1) en op basis van deze analyse dient hij of zij de maatregelen te realiseren. Een veel voorkomende fout wordt gemaakt bij het bepalen van het niveau van betrouwbaarheid van een veiligheidsfunctie. Normen geven vaak het minimale niveau waaraan moet worden voldaan, bijvoorbeeld Performance Level c (ISO 13849-1) of de ’oude’ categorie 1 (EN 954-1). Het woord ‘minimaal’ wordt al snel als voldoende gezien en de schakeling wordt gebouwd op basis van dat aangegeven niveau. Maar wanneer nu naar de beoordeling wordt gekeken, komt daar misschien wel minimaal een Performance Level d of categorie 3 uit. De ontwerper zou het niveau moeten kiezen op basis van de beoordeling, maar kiest het niveau uit de norm, waarom, omdat dat in de norm staat?! Hoewel normen flexibeler zijn dan de wet, kunnen ook normen soms achter de stand der techniek aanlopen. Neem de IEC 60204-1, de ’NEN 1010 voor machines’ uit 1997. Hierin stond het volgende: (artikel 11.3.4):
- Indien wordt gekozen voor een noodstop volgens categorie 0, mag deze uitsluitend zijn uitgerust met elektromechanische onderdelen met vaste bedrading. Bovendien mag de werking ervan niet afhankelijk zijn van elektronische logica (apparatuur of programmatuur) of van de overbrenging van opdrachten via een communicatienet of verbinding.

Deze eis gold totdat de volgende versie in 2006 werd geharmoniseerd.  Rond 2000 kwamen de Safety PLC’s in opmars en die waren juist voorzien van elektronica en software, die volgens de ’97 versie niet toe te passen zou zijn. Terwijl (toen al) met een certificaat van een aangemelde instelling kon worden aangetoond dat dit systeem wel degelijk voldeed aan de essentiële eisen van de Machinerichtlijn en dus veilig was. Hier is een degelijk stuk bewijs dat kan worden afgeweken van de norm. Dit voorbeeld toont het belang aan dat de norm vrijwillig is en blijft (en dus de stand der techniek niet tegenhoudt), zodat er vanaf geweken kan worden. 

De roltrap en de EN 115

Wat je je als ontwerper goed moet realiseren is dat de norm zeker geen vrijbrief is om niet meer ansprakelijk te kunnen worden gesteld. Het volgende voorbeeld toont dit aan. In een (kinder)schoenen- en (kinder) kledingzaak in Haarlem gebeurde een ernstig ongeval met een roltrap. Een klein jongetje was bekneld geraakt in het punt waar de bewegende leuning (‘meedraaiende band’ die als leuning fungeert) weer teruggaat in de vloer. De ouders van het jongetje hielden de eigenaar van het winkelbedrijf, als eigenaar van de roltrap, aansprakelijk voor het ongeval. De ouders waren van mening dat de roltrap gebrekkig was. Het winkelbedrijf verweerde zich door te stellen dat de roltrap niet gebrekkig was. Bij nader onderzoek was namelijk het volgende gebleken:
- de fabrikant had bij het ontwerp van de roltrap de EN 115, een specifieke en Europese geharmoniseerde norm voor roltrappen, toegepast
- het winkelbedrijf had een Arbodienst een risicoanalyse laten maken, ook van de roltrap
- er was een keuring op de roltrap uitgevoerd door een notified body (een aangemelde instantie).

Ondanks deze aangevoerde omstandigheden, was het Gerechtshof Amsterdam toch van oordeel dat het winkelbedrijf aansprakelijk was (het winkelbedrijf zal ongetwijfeld deze aansprakelijkheid hebben “doorgezet” naar de fabrikant van de roltrap. Dit noemt men juridisch regres nemen). Een belangrijke punt voor het Hof, was dat de veiligheid van de roltrap moet voldoen aan wat de gebruiker er onder die omstandigheden van mag verwachten. Dit geldt in het bijzonder als er ook kleine kinderen van gebruik maken. Het toetsen door derden en zelfs door een keurende instantie biedt in dat geval geen garantie dat er niets kan gebeuren! Als er toch iets gebeurt, dan is het winkelbedrijf aansprakelijk wanneer dit bij het te verwachten gebruik hoort (het verkeerd gebruik valt er uiteraard buiten). Kortom, het hof oordeelde in deze casus dat men niet aansprakelijk is op het moment dat er niets gebeurt, maar wél als er wel iets gebeurt bij voorzienbaar gebruik. Dat lijkt een beetje een ’Cruijffiaanse’ uitspraak, maar geeft wel gelijk de kern aan. Het is belangrijk om te weten dat rechters de normen (soms ten onrechte) gebruiken als toetsingskader voor de beoordeling van de veiligheid van een machine. Dit leidt soms tot het geval waarin een situatie anders wordt beoordeeld dan wat de ontwerper voor ogen heeft gestaan. Dit moet je onthouden wanneer je van de norm afwijkt. Je hebt sterke argumenten en – objectief – toetsingsmateriaal nodig, zoals de bewijzen van een notified body om aan te tonen dat het ontwerp deugt en voldoet aan de wet, de Machinerichtlijn.

Moet een norm worden toegepast?

De Machinerichtlijn (artikel 2,lid 1) geeft zelf al het antwoord: ‘een niet-bindende technische specificatie.’ Echter, er wordt in andere documenten zoals de Gids voor toepassing van de Machinerichtlijn (2e editie) wel degelijk naar verwezen (artikel 87):
- Geharmoniseerde normen zijn essentiële instrumenten voor de toepassing van de machinerichtlijn. De toepassing ervan is niet verplicht. Wanneer de referentie-nummers van de geharmoniseerde normen in het Publicatieblad van de Europese Unie worden gepubliceerd, houdt de toepassing van de specificaties daarvan echter in dat ervan mag worden uitgegaan dat aan de essentiële veiligheid- en gezondheidseisen waarop deze betrekking hebben wordt voldaan.

Afb. 2. Het programmeerbare besturingssysteem van Pilz.

Een norm is dus in de praktijk min of meer essentieel om de eisen van de richtlijn goed ten uitvoer te kunnen brengen. Maar er kan zeker ook vanaf worden geweken als de situatie dat niet toelaat. De ontwerper dient dan wel met juiste redenen en documenten te kunnen aantonen dat zijn oplossing (ook) voldoet aan de richtlijn. Dit is wat betreft documentatie en bewijslast een zware opgave. Er dient wel opgemerkt te worden dat in sommige situaties een norm wel dwingend door de wet wordt voorgeschreven. Een voorbeeld daarvan is het Bouwbesluit. Wanneer de machine tevens deel uitmaakt van de constructie kan het zijn dat normen verplicht worden voorgeschreven vanuit die specifieke wetgeving. Een machine dient immers te voldoen aan de bepalingen van elke EU-richtlijn die erop van toepassing is Daar dient goed onderzoek naar gedaan te worden. 

Conclusie

Bewust afwijken van een norm kan, als het goed en weloverwogen wordt gedaan, een  gerechtvaardigde keuze zijn. Zo kan het volgen van een norm in sommige gevallen niet (volledig) mogelijk zijn, omdat de situatie dat technisch niet toelaat. Dan kan het soms niet anders om af te wijken. Anders gezegd: afwijken kan, maar niet zomaar. Een gedegen (risico)analyse, goed gedocumenteerd in een technisch dossier vormt een juiste (minimum)basis om in bepaalde gevallen af te kunnen wijken. Hoe en wanneer afgeweken kan worden afgeweken, dient van geval tot geval bekeken te worden.

Martijn Drost, Pilz
www.pilz.nl

maandag 8 oktober 2012

Industrial safety technology on railways


As a company that operates internationally as a technology leader, Pilz has many decades of experience in the field of safe automation. The highly sensitive and heavily safety-relevant railway sector can benefit from this experience and from the use of proven industrial automation products.

Profond knowledge of railway-specific standards

Many railway applications have already been implemented internationally using Pilz components and systems:
  • Control of level crossing protection systems
  • Line control and communication tasks
  • Functions in and around the train




New: Particularly robust control system for the railway industry

With the automation system PSS 4000 we have developed a special control system for the railway sector, which meets the high environmental requirements and also the normative conditions stipulated by CENELEC. The automation system PSS 4000 has been specially upgraded technically and is particularly robust to electromagnetc interference, extreme temperatures and mechanical load. Applications up to SIL4 are possible with this control system. 

Benefits for railway technology:
  • Open, independent automation system rather than proprietary special solutions
  • Standardised solutions for hardware and software in accordance with IEC 61131, plus communication in accordance with IEC 61784
  • Standardised, individually adaptable software blocks
  • Fast, simple programming with graphics Program Editor
  • Smooth development process due to integrated security mechanisms in the control system
  • Remote maintenance and rapid diagnostics possible
  • Suitable for autonomous systems as well as applications with connections to signal boxes
  • Insensitive to temperature, robust in terms of EMC and mechanical load
  • Uncomplicated approval due to certified base system in accordance with CENELEC/TÜV
Our solutions for railway technology: