zondag 1 maart 2009

Eenmalige additionele financiering scholingsactiviteiten voor bedrijven in de metaal en elektrotechnische industrie

Opleidingen kosten bedrijven veel geld. Naast de geïnvesteerde tijd is men vaak een aanzienlijk bedrag voor de opleiding kwijt. Bedrijven vergeten dat er meerdere subsidiemogelijkheden zijn.

De activiteiten van Nederlandse bedrijven en vooral in de Metalektro zijn als gevolg van de wereldwijde kredietcrisis met één klap verminderd zo niet tot stilstand gekomen. Bedrijven hebben te maken met plotselinge en zeer drastische daling van het orderpakket. Dit heeft als gevolg dat de werkvoorraad snel slinkt en niet aangevuld wordt door de afwachtende houding van de opdrachtgevers/afnemers. Dit heeft ook gevolgen voor de medewerkers die werkzaam zijn in deze sector. In overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aantal maatregelen getroffen: verruiming van de criteria voor werktijdverkorting en de opzet van mobiliteitscentra. Inmiddels zijn er vele aanvragen voor werktijdverkorting voor bedrijven uit deze sector ingediend en gehonoreerd.

Ook worden de eerste initiatieven ontplooid om, naast meldpunten bij werkgeversorganisaties, mobiliteitscentra op te richten. Doel is om werkloosheid te voorkomen en waar mogelijk 'van werk naar werk' trajecten op te zetten. Bedrijven en organisaties zijn zich ervan bewust dat het verlies aan talent, vakmanschap en ervaring waar mogelijk vermeden moet worden. Vergrijzing, ontgroening en de wetenschap dat er op termijn ook weer een conjuncturele stijging zal plaatsvinden, onderbouwen de noodzaak om zoveel mogelijk talent, vakmanschap en ervaring te behouden. Opleiden, scholing en training zijn de sleutelbegrippen. Employability, het wendbaar en weerbaar maken en houden van de werknemer is ook een kernbegrip in deze dynamische periode.

Meer info vindt u op www.ao-metalektro.nl

Financiering scholingsactiviteiten voor bedrijven in de metaal
De stichting OOM is het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het metaalbewerkingsbedrijf. In samenwerking met de werkgever willen zij de vakkundigheid in de branche onderhouden en vergroten. Dit onder het motto: een sterke bedrijfstak drijft onder meer op een ruim aanbod van professionele werknemers.

OOM levert een financiële bijdrage bij...

Persoonlijke Training
Werknemers kunnen zichzelf verder ontwikkelen binnen uw organisatie. Zij kunnen gebruik maken van een Persoonlijke Trainingstoelage van € 1.500,-. Deze kunnen zij besteden aan trainingen, opleidingen en cursussen in bijvoorbeeld automatisering, techniek, communicatie of leidinggeven. Op deze manier investeert u in uw medewerkers voor nu én voor de toekomst!

Ontwikkelbudget
Personeel is van groot belang voor het succes van de organisatie. Maar hoe zorgt u ervoor dat uw medewerkers gemotiveerd blijven? Bij OOM kunt u daarvoor een Ontwikkelbudget van € 1.800, - aanvragen. Hiermee kunt u het personeelsbeleid van uw organisatie ontwikkelen en het begeleiden van werknemers professionaliseren.

Meer informatie vindt u op : www.oom.nl.

Hoe verkeer over water veilig gemanaged kan worden. Meer aandacht voor veiligheid

Als aanbieder van veilige automatiseringssystemen zien wij dat veiligheid een steeds belangrijker onderwerp wordt, ook bij het managen van verkeer over water. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft enige jaren geleden de Nota Mobiliteit uitgebracht. Hierin staan verbeteringen voor de afhandeling van het verkeer over water. Verkeersmanagement lijkt daarbij het toverwoord, maar de consequenties zijn niet voor iedereen altijd even duidelijk.
De beheerders van bruggen en sluizen binnen de centrale en decentrale overheid, die in de praktijk als eerste met de verantwoordelijkheid worden geconfronteerd, willen daarom duidelijk weten wat de gevaren zijn die zij zullen tegenkomen.

Wetgeving en normen
Beweegbare bruggen en sluizen zijn installaties die vallen binnen het toepassingsgebied van de Arbowet en de Machinerichtlijn. Zowel bestaande als nieuwe installaties moeten voldoen aan de eisen van de Arbowet. Nieuwe machines en machinedelen (bouwjaar vanaf 1995) moeten voldoen aan de Machinerichtlijn. Om aan de eisen van de richtlijn te voldoen, kan gebruik gemaakt worden van normen die hieraan een nadere invulling geven.
Naast een goede doorstroming van het verkeer zoekt de overheid ook naar verbetering van de efficiëntie bij de bediening van kunstwerken. Bestaande kunstwerken worden steeds vaker op afstand bediend. Bedieningscentrales nemen de taken van lokale posten over. Deze verandering stelt hogere eisen aan het bedienend personeel. Daarnaast wordt de infrastructuur steeds complexer, waardoor het risico op menselijke fouten toeneemt.
Door de veranderingen in de bedrijfsvoering en zwaardere gebruikseisen, ontstaat er onzekerheid op operationeel niveau, zoals bij de beheerders van bruggen en sluizen. Welke gevaren zijn er, wat zijn de eisen, hoe kan ik er aan voldoen en wie neemt de verantwoordelijkheid?

Specifieke kennis
Om de verantwoordelijkheid voor installaties te kunnen dragen en veiligheid te kunnen realiseren is specifieke kennis nodig over:

  • het opstellen van specificaties
  • borgen van veiligheid
  • op afstand bediende kunstwerken
  • toepassen van camera's
  • besturingstechnische veiligheid
Projectaanpak
Beheerders van bruggen zijn verplicht een gestructureerde beoordeling uit te voeren. Alleen zo kan men de verschillende nationale en internationale normen en geldende wetgeving naleven. Een deskundig uitgevoerde risicoanalyse is dan ook het beste uitgangspunt voor het definiëren van veiligheidsmaatregelen die eventuele schade zo veel mogelijk kunnen voorkomen.

Workshop: projecten opleveren volgens de Machinerichtlijn

( 1 dag van 09.00- 16.00 uur)

Doel:
Project opleveren volgens de Machinerichtlijn

Inhoud:
Projectvoering volgens IEC 62061/ISO 13849-1

Beschrijving:
Onder de nieuwe Machinerichtlijn zijn nieuwe normen geharmoniseerd met betrekking tot de veiligheid van machines. Vanuit deze nieuwe normen worden mogelijkheden gegeven om besturingstechnische veiligheid te realiseren met programmeerbare systemen, daar staat tegenover dat er zware eisen worden gesteld aan de projectvoering.

Deze zware eisen worden gesteld omdat zoveel mogelijk fouten in het veiligheidssysteem voorkomen moeten worden én het waarborgen van de kwaliteit voorop staat. Binnen de projectvoering worden verificatie en validatie op meerdere projectstadia voorgeschreven.

In deze workshop leert u aan de hand van een voorbeeldproject de verschillende projectstadia te doorlopen. De documentstromen en -verificaties worden op interactieve manier besproken en toegelicht. Tevens zullen de belangrijke testen worden doorgenomen.

De wijze van projectvoering is niet alleen noodzakelijk voor de veiligheidssystemen, het is ook zeer aan te bevelen om de volledige projectvoering volgens deze methode te voeren. De reden hiervoor is dat door verificatie en validatie de projectscope beter wordt gedefinieerd en al in vroeg stadium van het project bij alle partijen bekend is wat geleverd gaat worden.

Doelgroep:
Projectengineers en projectleiders in de automatiseringsbranche.

Voorkennis:
We bevelen aan om te beginnen met de basiscursussen IEC 62061/ISO 13849-1 (zie ook http://opleidingen.pilz.nl)

Locatie:
Deze workshop vindt plaats op locatie.

Voor meer informatie of voor het maken van een workshopafspraak kunt u contact opnemen met één van onze Pilz medewerkers op telefoonnummer 0347 320 477 of per e-mail info@pilz.nl

Nieuw! Cursus Machineveiligheid in de Voedingsmiddelenindustrie

Fabrikanten en eindgebruikers in de voedingsmiddelenindustrie hebben te maken met een doolhof van regels en eisen waaraan zij geacht worden te voldoen. Niet alleen de eisen op het gebied van voedselveiligheid zijn hoog maar ook de eisen die worden gesteld aan de veiligheid voor de operator aan de machine tellen zwaar. De vele regels maken het vinden van oplossingen lastig. Daar komt nog bij dat de diverse regelgeving (voedselveiligheid en machineveiligheid) soms tot tegenstrijdige oplossingen leidt. Dit vergt een grote inspanning om tot een werkbaar en veilig resultaat te komen.

Deze cursus is erop gericht om dit spanningsveld tussen voedselveiligheid en machineveiligheid te doorbreken en aan te geven hoe met deze moeilijke situatie omgegaan kan worden. Pilz heeft door haar ervaring binnen de voedingsmiddelenbranche praktische kennis opgedaan om een vertaalslag te kunnen maken van theorie naar praktijk. Hierbij zullen in de training specifieke normen die hiervoor toegepast kunnen worden, worden uitgelicht. Het zwaartepunt ligt hierbij op het oplossen van machineveiligheidsvraagstukken, niet op de hygiëne-eisen. Deze cursus biedt de cursist inzicht in de mogelijkheden die er zijn om een veilige installatie (machine) te verkrijgen die aan beide eisen voldoet.

Inhoud:

  • Voedselveiligheid versus Machineveiligheid
  • Open-Aanpak versus Gesloten-Aanpak
  • De problematiek rondom machines voor levensmiddelen
  • Machinerichtlijn 06/42/EG en haar specifieke eisen aan machines voor levensmiddelen
  • Gebruik van C-normen in de voedingsmiddelenindustrie, zoals verpakkingsmachines (EN 415 reeks), kantelaars (EN 13288), liften (EN 13288), transportsystemen (EN 619, EN 620), snijmachines;
  • C-normen voor de basisveiligheid zoals de prEN 1672-1 (machineveiligheid), EN 1672-2 (hygiëne-eisen)
Doelgroep:
  • Constructeurs van machines en installaties (E en W)
  • Projectleiders
  • Beheerders van een machinepark
Cursusduur:
1 dag, 9:00 - 16:00 uur

Kosten:
€ 450,-

Cursusdata:
9 april
25 september

Voorkennis:
Wij bevelen elke deelnemer aan om aan te vangen met de basisdag van het cursusprogramma, omdat hier de kennis wordt overgedragen die steeds van toepassing is en terugkomt in de andere cursussen.

Voor meer informatie of inschrijvingen http//opleidingen.pilz.nl of download hier de flyer.

Buiten-Europese machinebouw: CE-COMPLIANCE NIET GEGARANDEERD

Machinebouw in het buitenland leidt soms tot allerlei verwikkelingen. Simrax BV uit Kerkrade bestelde bijvoorbeeld in de loop der jaren diverse productielijnen in Japan. Die bleken niet aan de eisen voor CE-markering te voldoen. Bij de tweede en derde lijn werd Pilz Nederland ingezet om de machines veilig te maken. Je zou denken dat een machine op maat en in Europa bestellen simpeler is, maar dat blijkt in dit geval een misrekening.

Simrax maakt afsluitingen voor assen. Die worden bijvoorbeeld gebruikt in pompen voor de automobielindustrie en vaatwasmachines. Het doel van die afsluitingen en de werking is vrij simpel. De afsluiting bestaat uit twee koolstof platen die met een veer tegen elkaar gedrukt worden. De te verpompen vloeistof zorgt voor de smering van het systeem, maar mag natuurlijk niet naar buiten doorlekken. Simrax maakt deze afdichtingen in een Japanse productiestraat van elf machines en daar zit meteen ook het veiligheidsrisico.

Inkoop
Roger Janssen en zijn vader Leo leggen uit dat de achtergrond van de problematiek in feite de organisatie van de inkoop is. In 1996 is Simrax overgenomen door het Duitse Freudenberg. Een paar jaar later is dat bedrijf door het Japanse concern NOK overgenomen. Wij kwamen toen onder het Japanse bedrijf EKK te vallen. Nu zijn 60% van onze aandelen in eigendom van Freudenberg en 40% van EKK. Het Japanse moederbedrijf EKK koopt wereldwijd de machines in. Dat doen zij bij een kleine machinebouwer in Japan met circa 35 medewerkers. Onze rol in de inkoop is relatief klein. We kunnen weliswaar de specificaties opstellen, maar er is geen vrije keuze in leverancier. Allereerst wil je in een fabriek uniformiteit. Een nieuwe leverancier leidt tot problemen met reserve-onderdelen die je niet kunt uitwisselen en ook de bediening is anders. Bovendien is er nog het kostenplaatje van de investering. Onze derde lijn is even duur bij meer functionaliteiten dan de tweede die we zes jaar geleden hebben aangeschaft. De koersval van de Yen ten opzichte van de Euro is daarvan de oorzaak. Onze huidige leverancier is dus goedkoper dan een eventuele Europese concurrent, al betekent het niet per se dat hij ook gelijkwaardig daaraan is."

Grote thuismarkt
Roger Janssen: "Er staan drie van dit soort lijnen bij ons in Nederland. Wij zijn meteen ook de enige Europese afnemer. Er staan nog twee van deze lijnen in China, twee in Korea, één in India en vier in Japan. Voor de rest bouwt de fabrikant vooral machines voor de thuismarkt. De eerste productielijn is geleverd voor Duitsland. Die heeft daar driekwart jaar gedraaid en is op belangrijke punten aangepast door een van Freudenberg's dochterbedrijven, een gespecialiseerd consultancybedrijf. Overigens was dat werk niet helemaal naar behoren uitgevoerd. Toen we onze tweede lijn bestelden, hebben we contact opgenomen met Pilz, die de eerste lijn heeft onderzocht. Zij stelden dat de eerste lijn weliswaar wettechnisch gezien voldeed, maar dat een volgende lijn absoluut veiliger kon. Zij hebben die tweede lijn aangepast. In de praktijk bleek Pilz een goede keuze. Niet alleen omdat de machine nu veiliger is, maar ook doordat Pilz de aanpassing bijna drie maal goedkoper deed dan het consultancybedrijf van Freudenberg. Wij vonden dat opvallend."

Communicatieprobleem
Wanneer een nieuwe, derde, lijn moet worden aangeschaft, zou je denken dat de Japanse fabrikant de door Pilz geïmplementeerde verbeteringen overneemt. Leo Janssen: "Dat is niet gebeurd. Natuurlijk zijn we voor deze investering een paar keer in Japan geweest. Het bleek in de praktijk heel moeilijk om Japanners op technisch niveau te bereiken. Men is welwillend, maar hun Engels is daarvoor ontoereikend. Dat gold in iets mindere mate voor ons moederbedrijf EKK, maar ook daarmee was het contact over CE-eisen moeilijk. Overigens had dat ook met onze eigen achtergrond als werktuigbouwer te maken. Je hebt dan toch minder verstand van elektrotechniek en vanuit die positie is het ook al lastig spreken. Uiteindelijk hebben we besloten om de machine wel veiligheidstechnisch te laten voorbereiden, maar de daadwerkelijke afbouw door Pilz te laten uitvoeren. Die werkwijze bleek minder gecompliceerd en uiteindelijk ook goedkoper." De aanpassing bestond uit het trekken van de juiste bedrading, het plaatsen van deurcontacten en het voorbereiden voor plaatsing van de besturing en I/O-modules. Er werd ook een aantal andere knoppen geplaatst. Roger Janssen geeft een voorbeeld: "Voor een noodstop gebruiken wij de bekende rood-gele knop, maar standaard is dat op deze machine een niet zo opvallende zwarte knop. Dat is al tekenend voor de manier waarop japanners tegen machineveiligheid aankijken."

Niet spanningloos
Arjen Verhoeven is de manager van de solutionsafdeling bij Pilz. Daar worden oplossingen voor klantproblemen gezocht en gevonden. "90% Van de bedrijven komen bij ons met vragen over machineveiligheid. Ook Simrax kwam een aantal jaren terug met zo'n probleem bij ons binnen. Men had in Japan een productielijn besteld. Die zag er van buiten goed uit en leek ook te doen wat voor dit soort apparatuur verplicht is. Zodra een afscherming werd geopend, sloeg de desbetreffende machine uit. Het veiligheidsprobleem bestond concreet uit het feit dat de machine wel tot stilstand kwam, maar de spanning van 230V er gewoon op bleef staan. In theorie zou het dus mogelijk zijn dat de machine tijdens werkzaamheden of omstelling onverwacht zou gaan draaien, met alle (on)voorstelbare gevolgen van dien."

Pilz komt dit soort problemen in de praktijk vaker tegen. Verhoeven: "Dit probleem heeft een cultureel- en een bouwtechnisch aspect. Je merkt dat de veiligheidscultuur in Europa totaal anders is dan in Japan of de VS. De machinerichtlijn die wij hier gebruiken is bij die buitenlandse leveranciers onbekend. Als je het heel cru stelt gaat men er in Japan van uit dat je een eigen verantwoordelijkheid hebt en zelf moet besluiten welke risico's je neemt en hoe je eventuele problemen voorkomt. In deze visie is het plakken van een veiligheidssticker op de machine voldoende. In Europa daarentegen gaan we ervan uit dat de machine dusdanig veilig moet zijn dat een blind paard nog geen probleem kan veroorzaken. We dekken het probleem dus niet af met een verwijzing op een sticker, maar maken de machine zo dat er geen ongelukken kunnen gebeuren."

Risicobeoordeling
In het geval van Simrax werd een uitgebreide risicobeoordeling gedaan bij de nieuw geïnstalleerde productielijn. Bij zo'n analyse worden de geldende normen, voorschriften en gangbare processen vastgesteld en de grenzen van de machine vastgelegd. Daarnaast worden alle gevaren binnen de totale levenscyclus van de machine onderzocht en vindt uiteindelijk een risico-inschatting en -beoordeling plaats. Daaruit volgt een aanbevolen aanpak om de risico's te beperken. In de beoordeling van de productielijn bij Simrax kwam naar voren dat een overall-beveiliging ontbrak, waardoor de productielijn qua veiligheid niet verder kwam dan klasse B in EN954. Verhoeven: "Dat heeft te maken met de manier waarop de producent de productielijn heeft samengesteld. In diens visie was het een samenstel van losse machines die samen een productielijn vormen. Wij gaan juist van het omgekeerde uit: een productielijn bestaat uit een samenstel van geïntegreerde machines. Het is dus in feit één machine met verschillende onderdelen. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop je de productielijn veilig maakt. We hebben over de hele lijn een PSS3006 toegepast. Dit is het besturingssysteem voor de veiligheid. Daarnaast zijn alle elf machineonderdelen via een SafetyBUS-netwerk verbonden.

Het voordeel van het SafetyBUS-netwerk is dat de veiligheidssensoren, zoals noodstoppen en hekschakelaars, in de schakelkasten van de deelmachines kunnen worden bedraad op veilige remote-I/0 modulen. Dit zorgt voor minder bedradingswerk en verlaagt de kosten aanzienlijk.

Herhaald probleem
De problemen met de derde productielijn zijn dus niet nieuw. Verhoeven: "Bij de nieuwe lijn, bleek de fabrikant niet in staat om de problemen volgens onze normen aan te pakken. In de praktijk willen niet-Europese fabrikanten vaak niet meedenken, omdat ze volledig voorbijgaan aan het belang dat wij aan veiligheid hechten. Bovendien moet je ook de afstand niet onderschatten. Die kan bijdragen tot veel communicatieproblemen. De nieuwe productielijn is uiteindelijk geleverd in vrijwel dezelfde configuratie als de vorige. Het verschil was dat deze lijn op onze werkzaamheden was voorbereid. Daardoor konden we het besturingssysteem en de I/O-modules veel sneller monteren en inregelen. Dat was voor Simrax dus wat goedkoper."

Managementseminar: grip op voorkomen en beperken van ongevallen en verzuim

Uw rol is groter dan u denkt. FME College organiseert een seminar met concrete aandachtspunten voor de belangrijkste aspecten van risicobeheersing bij ongevallen en verzuim. Filevrij krijgt u een overzicht van de belangrijkste aspecten. Ook presenteren we een "best practise" van een collega-ondernemer. Tijdens het seminar hoort u wat u (nog meer of beter) kunt doen om het aantal ongelukken, het verzuimpercentage en alle daarbij komende extra kosten te reduceren.

Programma:
Tijdens het seminar komen de volgende zaken aan de orde:

  • Werkgeversaansprakelijkheid
  • Veilige machines in de productieomgeving (spreker: Henrie Verweij, Pilz Nederland)
  • Het beheersen van risico's binnen een productieomgeving (spreker: Henrie Verweij, Pilz Nederland)
  • Een praktijkverhaal van een collega-ondernemer: dilemma's en concrete maatregelen
  • Het beïnvloeden van de bedrijfscultuur en gedrag: de rol van het management
  • Verzekeren
  • Actuele arbo-ontwikkelingen in de technologische industrie
Voor wie?
Het seminar is bedoeld voor directieleden, managementteamleden Arbo- en HR-professionals.

Datum en locatie:
Het seminar vindt plaats op 14 april van 15:00 tot 19:30 uur in Conferentie hotel ISVW te Leusden.

Uw investering:
Deelnemen vraagt voor leden van de Vereniging FME - CWM een investering van € 475,- per persoon, inclusief een licht buffet om 18:00 uur en exclusief BTW.
Niet leden betalen € 625,-.

Aanmelden:
Hier vindt u het aanmeldingsformulier.

FME College, secretariaat, T 079-353 12 53, E-mail: fmecollege@fme.nl