maandag 1 maart 2010

Inhuurkrachten en productieverlies

Tijdelijke krachten, maar ook nieuwe medewerkers zijn gedurende hun inwerkperiode niet altijd rendabel. Het is dan ook bij ons allen geaccepteerd dat een nieuwe medewerker slechts beperkt rendement heeft, maar ja productiederving is nog erger. Het is dus gewenst dat elke nieuwe kracht zo snel mogelijk de werkzaamheden leert uitvoeren en dan ook nog binnen de gestelde tijd en volgens de geldende kwaliteitsnormen.

De aanloopkosten voor een werknemer laten zich berekenen aan de hand van de derving van productie (zijnde het verschil tussen nominaal haalbaar en werkelijk gerealiseerd). Tevens dient het verlies van kwaliteit van de geproduceerde producten gekwantificeerd te worden, maar de grootste kostenpost is nog wel de tijd die ermee gepaard gaat. De tijd van de medewerker zelf, maar ook van iemand die dient te zorgen voor instructies. En juist deze tijd wordt in dit artikel eens verder belicht. Hoe kunt u deze inwerktijd minimaliseren? En hoe kunt u geld besparen?

Het inwerken van een nieuwe medewerker wordt meestal door een ploegbaas of door een reeds ervaren medewerker gedaan. Hierbij vertrouwt men geheel op de competentie van de ervaren kracht. De grote vraag is hier: is de ervaring met het proces voldoende om instructie te geven? Weten zij hoe zij nieuwe krachten op gang moeten brengen? Ziet men niet iets over het hoofd dat nu juist belangrijk is? Dit laatste is niet zo erg als het gevolg heeft voor het product, want dan resulteert de onwetendheid in slechts uitval van productie. Maar wat nu als het een gevaar betreft dat echter door de ervaring van de inwerker al lang niet meer als gevaarlijk wordt beschouwd?

Allereerst moet de algemene fasering van een leerproces worden beschouwd. In het algemeen kan een leerproces in vier fasen worden opgedeeld.
In fase 1 is men onbewust van hetgeen men zal leren en onbekwaam. Men heeft er nog nooit over nagedacht en men heeft er geen ervaring mee. Fase 2 is de fase dat men bewust wordt van het fenomeen en beseft dat men onbekwaam is. Juist in deze fase wordt men ermee geconfronteerd dat men nog veel moet leren en men begint op diverse dingen te letten. Het spreekt voor zich dat men in fase 2 nog steeds onbekwaam is. Pas als men bekwaam is vangt fase 3 aan. Men is in deze fase bewust van het feit dat men bekwaam is. Als men maar frequent met het proces bezig blijft zal men langzaam overgang zien plaatsvinden naar fase 4. Deze vierde fase is die van onbewust en bekwaam. Neem bijvoorbeeld autorijden.


Fase 1: OO, onbewust onbekwaam is de mens voordat alle handelingen éénmaal zijn behandeld.
Fase 2:   BO, bewust onbekwaam als de handelingen begrepen zijn.
Fase 3:  BB, bewust bekwaam als getoond wordt alle handelingen te beheersen (rijexamen).
Fase 4: OB, onbewust bekwaam na enkele jaren rijervaring.

Tijdelijke krachten komen niet verder dan fase 3. Het is nu zaak om zo snel mogelijk in deze fase te komen aangezien fase 1 en 2 zeer risicovol zijn en de grootste aanloopverliezen genereren. Het antwoord is te vinden in het begrip 'Vertrouwen'. Naarmate men meer vertrouwd raakt met het systeem zal de productiviteit toenemen. Bovendien zal geestelijke belasting van de medewerker afnemen. De angst van het onbekende maakt plaats voor de uitdaging en het kantelpunt is bereikt.

De grote vraag is nu: Hoe kan het vertrouwen gewonnen worden?
Hiervoor zijn meerdere mechanismen van toepassing Belangrijk is in ieder geval dat men bij normaal gedrag geen risico's loopt tenzij deze expliciet zijn benoemd voordat men start en dat men bij afwijkend gedrag beschermd wordt door intrinsieke veiligheden. Inwerken gaat dan veel eenvoudiger. Het is net als op de kermis met botsauto's: Als u de bescherming vertrouwt gaat u steeds harder.

De onderstaande curve geeft het verloop aan van de risico's die een werknemer loopt tijdens de inwerkperiode. Hierbij is duidelijk te zien dat een medewerker die werkt aan een veilige machine sneller vertrouwd is en daardoor sneller zal zijn ingewerkt. Opmerkelijk aan het figuur is het risico dat oploopt nadat men onbewust bekwaam is. Men is verminderd alert en denkt niet meer aan de gevaren.


 

Hoe kunt u nu omgaan met het verkrijgen van een veilige machine?
Allereerst kunt u middels een risico-analyse alle gevaren inventariseren en vervolgens deze trachten te elimineren. Indien u niet alle risico's kunt elimineren, maak deze dan wel expliciet kenbaar aan de mensen die met de machine moeten werken. Dit geldt voor zowel het onderhoud, als voor een eventuele schoonmaakdienst, maar zeker voor nieuwe medewerkers. Als u uw proces goed op orde heeft en de nieuwe medewerker goed informeert, zal hij of zij zich direct meer vertrouwd voelen en is de eerste winst al geboekt.

Veel succes met de verbetering van de informatieverzorging naar tijdelijke of nieuwe medewerkers en vergeet u de restrisico’s niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten